Direct naar artikelinhoud

Goldrush op de zeebodem

De zeebodem barst van de metalen die op aarde op raken, zoals nikkel en kobalt. Aangezwengeld door technologische vooruitgang staat de ontginning van metalen op 6.000 meter diepte in de startblokken. 'Maar de biologische schade is een groot vraagteken', zegt geoloog Philippe Muchez (KU Leuven).

Het idee ontstond in de jaren zestig: wat als we de metalen die op raken voortaan uit de zee opdiepen? Vijftig jaar later is het zover. De Internationale Zeebed Autoriteit (ISA), de organisatie die wereldwijd over diepzeemijnbouw gaat, heeft voor het eerst een plan gepubliceerd waarin de praktijk concreet staat omschreven. Volgens de technische studie moet het mogelijk zijn bedrijven vanaf 2016 de eerste licenties te geven om schatten uit de zeebodem op te halen.

"In feite is het schrapen", zegt geoloog Philippe Muchez. "Koper, goud, mangaan, kobalt en een resem andere metalen die op aarde officieel 'zeldzaam' beginnen worden zitten in grote hoeveelheden in de zeebodem vervat. Met hoogtechnologische apparatuur is het mogelijk die uit te bodem te halen. Wanneer het gaat om mangaanknollen gebeurt dat door een laagje van de zeebodem weg te schrapen en dan de knollen ('nodules'), kleine blokjes van ongeveer vijf centimeter, op te zuigen en te verbrijzelen. Daarin zit dan koper, kobalt, nikkel."

Enorme voorraden

De mangaanknollen komen over enorme oppervlaktes voor. In de Stille Oceaan wil men een gebied van tienduizenden vierkante kilometer exploreren. De meeste nodules liggen op 4.000 tot 6.000 meter diep op de zeebodem. Hoeveel van die schatten aan zeldzame metalen er in totaal op de zeebodem liggen is onbekend, maar het is duidelijk dat de voorraden enorm zijn. Eén studie heeft uitgewezen dat in de oostelijke Stille Oceaan een gebied van ongeveer vijf vierkante kilometer meer dan 27 miljard ton aan mangaanknollen bevat. In dat gesteente zou 7 miljard ton mangaan, 340 miljoen ton nikkel, 290 miljoen ton koper en 78 miljoen ton kobalt vervat zitten. "We beseffen al langer dat de buit enorm is. Maar nu pas staat de technologie op punt om de uitdaging aan te gaan", zegt Muchez.

Grote baggeraars zoals Deme werken samen met andere bedrijven om machines te ontwikkelen die de enorme druk duizenden meters diep weerstaan en die uiterst corrosiebestendig zijn en gehoorzamen aan telegeleiding op die afstand.

"Daarnaast moeten die futuristische toestellen een enorme zuigkracht hebben. Bij de mangaanknollen is het ook belangrijk de blokjes vooraf te verbrijzelen. Enkel zo komen de metalen efficiënt naar de oppervlakte", zegt Muchez.

Magma

De tweede belangrijke soort metaalafzettingen in zee zijn de zogenaamde massieve sulfide-afzettingen. Op de bodem, op zo'n 1.500 à 5.000 meter diep, zijn hier en daar plaatsen waar nieuw magma gegenereerd wordt en water van 300 à 400 graden Celsius naar boven komt. Dat ziet eruit als 'zwarte rookpluimen' of 'black smokers'. Het zijn fikse kolommen die door de fijne metaaldeeltjes zwart kleuren. Dat metaal dwarrelt neer en vormt op den duur dikke lagen: sulfide-afzettingen van enkele meters tot enkele tientallen meters dik. "Daarin zitten koper, zink, lood, zilver en goud vervat", zegt Muchez. Ook die afzettingen ontginnen vergt speciale apparatuur die in dit geval de massievere afzetting meteen ter plekke kan verbrijzelen en de metaalsulfidenvervolgens naar de oppervlakte haalt.

Het klinkt allemaal geweldig duur, maar nu de technologie er is en de prijzen van steeds zeldzamer metalen door het plafond schieten, staan verschillende bedrijven te popelen om aan diepzeemijnbouw te beginnen.

"Ooit zal het gebeuren. Het kan dat het nu nog tien, twintig, dertig jaar duurt omdat de autoriteiten nog meer garanties over de veiligheid willen. Maar hierboven raakt alles op", zegt Muchez.

Een woordvoerder van de ISA heeft het zelfs over een "ongeziene toename van de interesse bij privé- en staatsbedrijven om aan diepzeemijnbouw te beginnen." Momenteel zijn er zeventien licenties vrijgegeven voor prospectie. Nog zeven zijn officieel in aantocht en er volgen er zeker meer. De licenties betreffen activiteiten in vooral de Stille Oceaan, en de Atlantische en Indische Oceaan. "We staan aan de vooravond van een nieuw tijdperk", zo vat Michael Lodge, de juridisch adviseur van de ISA, het samen. Bedoeling is dat een deel van de opbrengsten naar ontwikkelingslanden gaat.

Milieuschade

Minder optimistisch zijn wetenschappers over de impact van al dat geweld op de diepzee-ecosystemen. Ook de ISA erkent in haar studie "onvermijdelijke milieuschade."

Muchez: "Het is duidelijk dat de mijnactiviteiten een grote impact zullen hebben op de soorten die op de bodem leven. Enkele onderzoeken hebben dat al uitgewezen. Sommige soorten keren terug, verplaatsen zich of verdwijnen. De vraag is welke impact deze ontginning op langere termijn zal hebben. Het is duidelijk dat daar nog onvoldoende onderzoek naar is gebeurd."