Direct naar artikelinhoud

MAUD VANHAUWAERT

Maud vanhauwaert (27) debuteerde met de dichtbundel 'Ik ben mogelijk'. Dit jaar was ze zeechroniqueur op Theater aan Zee en vertegenwoordigde ze België op het WK Poetry Slam in Parijs. Om de drie weken schrijft ze een column in 'Boeken'.

Toen ik gisteren eindelijk mijn brievenbus bevrijdde van alle partijblaadjes, viste ik er ook een bundeltje poëzie uit. Daarop stond de mededeling 'zelf geschreven, wil je het eens lezen'.

Ik hou ervan om een nieuw boek in handen te houden. Om het gewicht ervan te voelen en te kunnen denken 'hehe, handjevol'. Het is een vreemd soort genot dat zich dan in mij openbaart. Ik kan mij voorstellen dat bakkers hetzelfde voelen als ze hun deeg kneden: hehe, handjevol. Misschien ervaren mannen hetzelfde als ze hun balzak tillen. Hehe. Even de werking van de zwaartekracht voelen.

Soms is het misschien beter een gegeven boek niet in de bek kijken. Maar ik kon het niet laten. Terug in mijn woonkamer bladerde ik in de bundel. Daarin stonden verzen als "ik was zo ongelukkig en huilde elke dag / Nee... bij mij zag je bijna nooit een lach". Misschien was het door een welving in mijn hormoonspiegel, maar ik raakte ontroerd bij het lezen van deze rommelrijmpjes, deze peuterpoëzie.

Wat ik zo mooi vind aan flauwe poëzie is dat ze zo weerloos is. Zo aandoenlijk. Ik begrijp Simon Carmiggelt maar al te goed: "er is tegelijk iets afstotends en heel roerends aan erg slechte poëzie, zoals er tegelijk iets afstotends en heel roerends is aan erg lelijke meisjes".

Met de bundel nog in mijn handen bedacht ik mij dat ik in amper een kwartier tijd geconfronteerd werd met twee emoties waarvoor in het Nederlands geen woord bestaat: het 'hehe, handjevol'-gevoel en 'de ontroering voor iets dat zo mooi is als een lelijk meisje'.

Misschien is voor die laatste emotie het Japanse woord mottainai wel toepasselijk. Zoals veel andere Japanse begrippen is het moeilijk te omschrijven. Het heeft te maken met een gevoel van spijt dat in je opwelt wanneer je merkt dat het beter had gekund. Als het woord in het Nederlands bestond, zou ik de afzender van de bundel op elegante wijze kunnen antwoorden: 'als ik je bundel lees, voel ik me mottainai'. Toegegeven, het klinkt een beetje als 'mottig', maar daar geven we wel een draai aan.

Als er woorden voor mijn emoties van gisteren bestonden, zou ik ze zeker af en toe gebruiken. Ik zou ze in elk geval veel meer gebruiken dan het woord banga. Banga betekent 'ranglijst van meisjes die er een losse seksuele moraal op na zouden houden'. Sinds vorige week staat dat woord, samen met 1.499 andere nieuwe woorden, in de Van Dale.

Ik stel mij voor hoe spionnen van Van Dale zich schichtig door ons taalgebied bewegen, met hun notitieboekjes bij de hand en dan wekelijks samenkomen in een ondergrondse kelder ergens op de grens, om hun buit op tafel te leggen. Hoe Ruud Hendrickx zich verkneukelt als hij alle meisjes met een losse moraal, zwart op wit, onder de mantel brengt van één begrip.

Ik twijfel niet aan de degelijkheid van Van Dale, maar vindt u het niet vreemd dat wij, levend in een democratie, niet mee kunnen beslissen over welke woorden in het woordenboek verschijnen? Je kunt op de website van Van Dale wel een 'woord van de maand' kiezen, uit een lijstje van drie. Meestal zijn het woorden die opduiken in nieuwsbulletins en sociale media. Zelden zit er een woord tussen waaraan ik behoefte heb. Het laatste winnende woord is 'Facebook-feestje'.

Zouden wij niet meer inspraak moeten hebben in de ontwikkeling van onze taal? Zeker in deze maatschappij waarin taal soms gevaarlijk wordt ingezet. Waarin slogans, niet langer dan een burgemeesterssjaal, het halen, ook al rafelen ze misschien. De taal bepaalt ons denken. Dat vindt deze krant blijkbaar ook. Waarom sluit ze anders het woord 'allochtoon' uit?

Misschien moeten we verder durven gaan! Misschien moeten alle burgers democratisch hun woorden kunnen verkiezen. We zouden dan zelf pre-electoraal een paar voorstellen kunnen doen. De woorden die uiteindelijk de meeste stemmen halen, mogen zetelen in het woordenboek.

Het geruststellende is dat de ranking in een woordenboek nooit hiërarchisch zal worden, maar altijd heerlijk absurd, tussen a en z. Dat iedereen naar hartenlust coalities kan vormen. En dat het woord 'Vlaams', ook na het cordon sanitaire, geprangd blijft ergens tussen 'vlaai' en 'vlek'.

Maud Vanhauwaert (27) debuteerde met de dichtbundel 'Ik ben mogelijk'. Dit jaar was ze zeechroniqueur op Theater aan Zee en vertegenwoordigde ze België op het WK Poetry Slam in Parijs. Om de drie weken schrijft ze een column in 'Boeken'.