Direct naar artikelinhoud

HomoWie kiest: de natuur of jijzelf?

Word je als homo geboren of niet? Een groeiende groep wetenschappers heeft twijfels en zegt dat er meer aan de hand is dan louter genen. Maar wat dan?

Het homogen, het homobrein en de big brother-theorie (de kans op een homoseksuele zoon stijgt bij elke jongen die een vrouw baart): wetenschappelijk onderzoek lijkt telkens te bevestigen dat seksuele oriëntatie al in de baarmoeder wordt bepaald. Maar zeggen dat homoseksualiteit is aangeboren, stelt Andreas De Block, "is te kort door de bocht. Het getuigt vooral van bijzonder weinig inzicht in wetenschap." De Block en collega Pieter Adriaens, wetenschapsfilosofen aan de universiteit van Leuven, praten morgen op de Boekenbeurs over hun boek Born this way.

Daarin fileren ze het onderzoek naar seksuele oriëntatie op een manier die ook begrijpelijk is voor lezers die niet vertrouwd zijn met chromosoomdeeltje Xq28. Maar wat dan met al die stukjes bewijs die aantonen dat er in de baarmoeder, in de hersenen en in de genen al heel wat wordt vastgelegd? De laatste vondst komt van gedragsgeneticus Alan Sanders. Hij ontdekte "aan homoseksualiteit gebonden gebiedjes" op het DNA van mannen die voor mannen vallen. Zie je wel, klinkt de mantra van activisten. 'We zijn gewoon zo geboren.'

"Het zijn inderdaad stukjes bewijs", zegt De Block. "Veel van die factoren spelen een rol, maar die is telkens beperkt of heel beperkt. De oorzaken zijn bijzonder complex en divers. Er is zeker meer aan de hand dan louter genen."

Hij maakt de vergelijking met tarwe. "We weten dat één variant, door zijn genetische eigenschappen, een bepaalde lengte heeft. Toch worden niet alle planten van die variant even lang. Het is dus wel genetisch, maar dat betekent niet dat het onveranderlijk is. De bodem speelt een rol, net als de plek waar een plant staat. De invloeden van die omgeving zorgen voor grote variatie."

De omgeving is het resultaat van kansen, geluk en toeval. Rookte de moeder tijdens de zwangerschap? Dat is intussen onderzocht, en het effect is minimaal. Wanneer dronk je voor de allereerste keer alcohol? Op wat voor matrasje sliep je als kind? "Al die op het eerste zicht rare effecten kunnen mogelijk een rol spelen. Waarmee niet is gezegd dat ze allemaal een rol zullen spelen. Maar alles bij elkaar zullen dergelijke factoren waarschijnlijk zwaarder doorwegen dan je denkt."

Effecten meten heeft ontluisterende gevolgen. De invloed van opvoeding, bijvoorbeeld, is in dit soort studies ongeveer nul. Dat is zo voor seksuele oriëntatie, maar geldt voor veel menselijke trekken: of je ordelijk bent of chaotisch, optimistisch of neerslachtig. "Opvoeding heeft een veel kleinere rol dan velen denken", zegt De Block. "De andere omgevingsinvloeden verklaren heel vaak meer dan 50 procent van de variatie."

Overgangsritueel

Homoseksualiteit als in mensen die seks hebben met partners van hetzelfde geslacht, is al duizenden jaren bekend. De wetenschappelijke fascinatie gaat in de westerse wereld bijna even ver terug. In het gay friendly oude Griekenland schreef Aristoteles al over een anatomische afwijking waarbij mannen sperma in hun billen zouden ophopen. Een stevige penetratie kon hen van die opstopping afhelpen. Met de opkomst van de psychiatrie in de achttiende eeuw verschoof de aandacht naar de 'zieke geest'. De laatste twintig jaar staat het biologische weer centraal, met behulp van scanners en speekselstalen.

De eerste keer dat werd onderzocht welke rol de genen spelen, waren de resultaten fenomenaal. De Duits-Amerikaanse psychiater Franz Kallmann (1897-1965) bestudeerde homoseksuele tweelingen. Zij hebben exact hetzelfde genetische materiaal en zijn dus een interessante groep. Alle onderzochte tweelingen - veertig stuks - hadden seks met mannen. "Dat betekende dus een 'overerfbaarheid' van 100 procent", zegt De Block. "Maar die onderzoeksgroep was zeer klein."

Het is een terugkerend probleem bij dit soort onderzoek, dat homomannen overigens veel interessanter vindt dan lesbische vrouwen - of minder complex. Omdat de onderzochte groep zo klein is, zijn de resultaten statistisch gezien niet zo krachtig. "Bij dergelijke studies is de kans groot dat de gevonden effecten worden overschat", zegt De Block.

In Groot-Brittannië poken recente bevindingen een pittig debat op tussen voor- en tegenstanders van de allesbepalende genetica. Beide kampen beweren te strijden voor meer gelijke rechten, al graaien zij naar argumenten in totaal verschillende takken van de wetenschap.

Journalist Simon Copland schrijft op de website van The Guardian dat seks vandaag veel meer is dan het uitwisselen van lichaamsvochten: "Het is een essentieel onderdeel van onze identiteit." Zo hebben homo's, lesbiennes en biseksuelen, maar ook transmensen, een plek opgeëist in onze maatschappij. Als het allemaal om genen draait, zo vraagt Copland zich af, waarom vinden we homoseks dan terug als overgangsritueel bij bijvoorbeeld een stam in Papoea-Nieuw-Guinea, waar jongens de oudere mannen oraal bevredigen, en dat privilege later doorgeven? Waarom werden vrouwen in de renaissance voluptueus afgebeeld, en in Victoriaans Engeland ingesnoerd? "Onze seksuele lusten en idealen zijn gebaseerd op plaats en tijd."

Voor Copland is alles context. Het is gevaarlijk om mee te gaan in het genengeloof, vindt hij. "Het lijkt een duwtje in de rug voor gelijkheid, maar seks wordt zo beperkt tot eigenschappen en gedrag, dat genetisch wordt verklaard."

We kunnen net leren van onze genen, reageert Qazi Rahman van het Instituut voor Psychiatrie aan het Londense King's College. "Het begrijpen van onze fundamentele biologische natuur zou ons nog vuriger moeten maken in het promoten van de rechten van holebi's".

Hij verwijst naar onderzoeken naar de effecten van de geslachtshormonen, die inwerken op de foetus. Meisjes die door een fout in de bijnieren ter wereld komen met een piemel, worden later vaker lesbisch. Genetische mannen die geen penis hebben en door een operatie een vrouwelijk lichaam krijgen, vallen dan weer vaker voor mannen (en zijn dus homoseksueel). Ook spreekt hij over hersenonderzoek dat zou uitwijzen dat het brein van homomannen 'vrouwelijker' werkt en dat van lesbische vrouwen 'mannelijker'. Het ging wel om slechts twaalf mensen per 'categorie', en andere hersenwetenschappers, zoals Cordelia Fine, hebben aangetoond dat mannen- en vrouwenhersenen veel meer gelijkenissen dan verschillen vertonen.

Bekeren

Belangenorganisatie Çavaria vindt het debat niet relevant voor holebirechten. "We weten dat homoseksualiteit bestaat", zegt coördinator Yves Aerts. "Het doet er niet toe waarom. Voor ons is de enige vraag hoe we ermee omgaan."

Maar de vraag is wel belangrijk. Want als homo-zijn niet is aangeboren, wat is het dan wel? Een 'ziekte'? Een keuze? En kunnen we die 'manipuleren'? Voor alle duidelijkheid: niemand in onze contreien haalt het in zijn hoofd deze termen te gebruiken. Gelijke rechten voor holebi's zijn gebeiteld in wetteksten, het leeuwendeel van de bevolking vindt dat niet meer dan fair. Maar dat was niet altijd zo. En op sommige plekken in de wereld is het nog steeds niet zo.

In de middeleeuwen kregen, op basis van argumenten uit het Oude Testament, homo's een flink pak slaag of een dieet van water en brood om hun 'onnatuurlijke' neigingen eruit te krijgen. Alan Turing, de Britse wiskundige die een voorloper van de computer bedacht en tijdens de Tweede Wereldoorlog gecodeerde boodschappen van de Duitse vijand kraakte, werd in 1952 tot zijn grote verbazing gearresteerd voor homoseks. In plaats van een celstraf koos hij voor chemische castratie - pas in 2013 kreeg hij postuum gratie van koningin Elizabeth II.

Lobotomie en het toedienen van elektroshocks bij het bekijken van homo-erotische beelden werden tot in de late jaren 70 in Europa en de VS toegepast, ook al verdween homoseksualiteit als ziekte uit het psychiatrisch handboek DSM in 1974. De Wereldgezondheidsorganisatie schrapte seksuele oriëntatie als 'aandoening' pas in 1990.

Deze 'therapieën' deden meestal meer kwaad dan goed. Freud in 1920: "In het algemeen is het zo dat het bekeren van een homoseksueel tot heteroseksualiteit een hopeloze zaak is." Het omgekeerde vond hij "even nutteloos".

Vloeibaar

Groot was dan ook de consternatie toen psychiater Robert Spitzer in 2003 in het belangrijke tijdschrift Archives of Sexual Behavior schreef dat "in zeldzame gevallen" psychotherapie van een homo een hetero kan maken. Spitzer probeerde het artikel nog in te trekken en excuseerde zich een paar jaar later uitgebreid. Hij zei dat hij gewoon heel nieuwsgierig was naar hoe het dan wél zit. Het stimuleren van het 'bekeren' van homo's was allerminst zijn bedoeling. De anekdote was voor de Nederlandse wetenschapsjournaliste Asha ten Broeke de aanleiding om zelf op zoek te gaan naar wat zij de "grotendeels mislukte wetenschappelijke zoektocht naar biologische oorzaken van homoseksualiteit" noemt. Haar boek, Iedereen is bi, zou dit jaar nog verschijnen.

Nog steeds bestaat 'conversietherapie' in vele delen van de wereld, van duiveluitdrijvingen tot 'psychoanalyse' in voornamelijk christelijk-fundamentalistische kringen. Tofik Dibi, ex-politicus voor de Nederlandse groenen, geloofde lang dat zijn geaardheid te wijten was aan een djinn. In de islamitische cultuur worden deze geesten gezien als wezens die bezit van je kunnen nemen - en met rituelen eventueel uitgedreven.

Het bestraffen, genezen of wegranselen van homoseksualiteit is meer dan een erfenis van het verleden of van bijgeloof. 'Conversietherapie' is slechts in vijf Amerikaanse staten formeel verboden, en dan enkel voor minderjarigen. Oegandees president Museveni tekende vorig jaar zijn beruchte 'Kill the gays bill' na wetenschappelijke consultatie: is homoseksualiteit "een genetische fout", of een bewuste keuze? Er bestaat geen "exacte determinant" voor homoseksualiteit, zei het Oegandese team. Wel zorgt "toenemende westerse invloed" er volgens deze wetenschappers voor dat geaardheid in Oeganda een keuze is geworden. "Nu ben ik ervan overtuigd", zei Museveni. "Zij maken een keuze, een keuze die anderen zou kunnen beïnvloeden." De wetten die homoseks met veertien jaar cel bestraffen, zijn eerst verworpen door de rechtbank en daarna herschreven. Het woord homo komt er niet meer in voor. Er staat nu 'onnatuurlijke seks'.

Ook geneticus Jean-Jacques Cassiman doet het allesbepalende homogen af als flauwekul. Seksuele oriëntatie is volgens hem, zoals alle gedragingen, "zeer complex". Dat reduceren tot een paar genen zal niet lukken. "Laat staan dat je het kunt aanpassen. Als er al ruimte is om het resultaat te beïnvloeden, en ik ben daar voor alle duidelijkheid geen voorstander van, zit het in de omgevingsfactoren. We weten een heel klein beetje over seksuele oriëntatie, en het genetische speelt vast een rol."

Hij spreekt liever van "een seksueel continuüm", met aan het ene uiterste de macho en aan het andere de homo. De meeste mensen zitten er ergens tussenin. Dat seksualiteit vloeibaar is, weten we behalve van het explosief puberende kindsterretje Miley Cyrus ("Ik ben panseksueel") uit de studies naar vrouwelijke seksualiteit (bij mannen is dit onduidelijker). Zeker naarmate vrouwen ouder worden, is de kans groter dat zij verliefd worden of seks hebben met andere vrouwen. Het toont vooral aan hoe weinig we nog weten over het verband tussen genen en lust. "Pas op termijn zullen we beter begrijpen dat wat er gebeurt geen keuze is", zegt Cassiman, "maar een biologisch proces." Dat sluit de vrije wil niet uit. "Je wordt geboren met een bepaalde aanleg, dan moet je er nog mee aan de slag. Je kunt talent hebben voor muziek, maar kiezen om te gaan voetballen."

Een glas gaan drinken

Juist daar gaan termen als 'aangeboren' of 'natuurlijk' hinderen, stelt De Block. "Ze insinueren dat voor wie je valt onveranderlijk is, en geen keuze. Je hebt geen wetenschappelijk onderzoek nodig om dat te achterhalen. Vraag het een willekeurige homoseksueel op straat, en het antwoord zal waarschijnlijk klinken: neen, het is geen keuze. Homo zijn is niet zoiets als beslissen of je wel of niet een glas gaat drinken met vrienden. Dan kun je namelijk altijd neen zeggen. Je kunt wél zelf beslissen of je seks met iemand hebt, of niet. Of je je aansluit bij een gay sportclub, of liever alleen naar de film gaat."

We kloppen ons graag op de borst voor holebirechten, verwijzen naar onze vooruitstrevende wetgeving en pioniersrol. Maar diep vanbinnen schuilt nog achterdocht en twijfel, gevoed door het keuzedebat. In de laatste Vlaamse bevraging onderschrijft de grote meerderheid dat 'holebi's mogen leven zoals zij dat willen'. Tegelijkertijd vindt een op de drie dat homo's 'niet zo overdreven' moeten doen. De Vlaming maakt toch een onderscheid: wat je niet kunt kiezen (verliefdheid, geaardheid) wordt aanvaard. Hoe de homo zich gedraagt (wel of geen pluim in zijn achterste), kan hij zelf bepalen. Dus kan hij het even goed achterwege laten. Toch?