'Bart is rijp voor een olympische medaille'
Bart Swings schaatst de records aan flarden, ook die van zijn assistent-coach Bart Veldkamp. Zaterdag was hij op de 5.000m ruim drie seconden sneller dan Veldkamp en zondag spurtte Swings naar een Belgisch record op de 1.500m, goed voor zilver. Veldkamp: 'Als je tweede kunt worden op een wereldbeker, kun je dat ook op de Spelen.'
In het skeeleren heeft Bart Swings medailles in overvloed. Goud, zilver of brons: de student ingenieurswetenschappen kan zelf de tel niet meer bijhouden. Maar in het schaatsen stond de Leuvenaar zondag pas voor het eerst op een internationaal podium. Zilver op de wereldbeker in het Russische Kolomna, op een zucht van het goud. Op de 1.500m dan nog, een afstand die hem eigenlijk minder op het lichaam is geschreven dan de 5.000 of 10.000m. Swings is nu eenmaal geen krachtpatser, hij moet het meer op techniek doen.
"Een dijbeen van een 1.500m-schaatser is even breed als de twee van Swings", glimlacht Veldkamp. "Maar kracht is niet allesbepalend. Techniek is minstens even belangrijk. Bart haalt een hoog rendement. De eerste keer dat ik hem zag schaatsen, merkte ik dat hij alle vermogen in zijn lijf op het ijs kon overzetten. Dat is niet elke schaatser gegeven. Dat gevoel voor techniek haalt hij uit het inlineskaten. We zijn nu nog aan zijn techniek aan het werken en het sterke is dat hij die veranderingen heel goed kan uitvoeren. Hij bewaart de rust. Bart is natuurlijk een winnaar in hart en nieren. Dat is regel 1 om succesvol te zijn."
Vraag is uiteraard hoe succesvol Swings kan zijn. Zijn vorige trainer Marc Otter stelde eerst top tien als doel voor de Spelen van Sotsji 2014 - Swings is overigens de eerste Belgische atleet die zijn olympisch ticket voor Sotsji al beet heeft - maar stelde dat later bij naar top drie. Veldkamp: "Eén zwaluw maakt de lente niet, dat weet Bart als de beste, maar als je tweede kunt worden op een wereldbeker, dan kun je ook tweede worden op de Spelen. 1:45.77 is een serieuze tijd. Ook al schaatst hij tot Sotsji geen enkele keer meer op het podium, hij heeft wel bewezen dat hij op een goede dag een medaille kan pakken. Dat beseft de concurrentie ook wel. 'Verrek, daar heb je die Swings weer'. Maar dat hoort bij de sport.
"Maak nu geen Eddy Merckx van hem. Belgen doen dat zo graag. Daar zijn veel renners van naar de kloten gegaan. Bart is heel realistisch in wat hij kan. Hij mag geen stappen overslaan."
Wat die dan zijn? "Zijn hoofd koel houden, tactisch en technisch blijven werken en een budget creëren zodat hij probleemloos kan sporten. Hij moet zijn niveau aanhouden én hij heeft nog een groot groeipotentieel. Ik zeg niet dat hij in twee weken tijd twee seconden sneller zal zijn, maar er zit een patroon in. Het zal voor Bart ook een uitdaging zijn om keuzes te maken. Volgend jaar is het WK inlineskaten in België - dat is heel verleidelijk -maar tegelijk staat hij wel voor een olympisch jaar."
Nog een keuze die zich opdringt: de afstand. Veldkamp: "Bart is een schaatser die de drie afstanden aankan, zeker de 1.500m en 5.000m. Hij is snel en beschikt over een goed uithoudingsvermogen. De 10.000m is een mentaal volwassen afstand, dan kom je jezelf een paar keer tegen, dat is veel moeilijker. Op korte afstanden heb je minder lang concentratie nodig. Het zou kunnen dat de 10.000m voor Bart de moeilijkste afstand wordt. Maar hij heeft tijd om beter te worden."