Direct naar artikelinhoud

Wanneer twee uitersten elkaar tegenkomen...

lDe verkiezingsuitslag kan op twee manieren bekeken worden. Verbeke kiest de positieve blik.

Alain Verbeke ziet kansen voor een onderhandelde oplossing

De verkiezingsuitslag biedt historische opportuniteiten. Niet om België op te doeken, maar om voor alle Belgen tot een efficiënter en verantwoordelijker bestuur te komen. De kiezers geven een ongezien duidelijk signaal. Eerder conservatief en nationalistisch rechts in Vlaanderen, progressief en Belgisch links in Wallonië. Negatief bekeken drijft dat resultaat de tegenstellingen in het land nog meer op de spits. Een meer positieve blik leert dat deze diametrisch tegengestelde extremen mogelijkheden bieden voor een onderhandelde oplossing.

Vooreerst is er duidelijkheid. Langs beide kanten is er voor het eerst sinds lang één enkele partij die als winnaar zijn verantwoordelijkheid moet opnemen. Ook de PS kan zich niet verstoppen achter de rug van de andere Franstalige partijen en moet zijn nek uitsteken. Dat leidt de blik automatisch meer naar de overkant van de tafel, en maakt frontvorming langs de eigen kant minder makkelijk.

Daarnaast zijn de extreme verschillen tussen de beide blokken meer een voordeel dan een nadeel. Vaak gaat men er van uit dat het gemakkelijker is om een deal te maken als de partijen gelijklopende belangen hebben. Die intuïtie klopt niet altijd. Het zijn veeleer verschillen in voorkeuren en belangen die tot een akkoord kunnen leiden: trading on differences. Naast niet-competitieve gelijkenissen, schaalvoordelen, verminderen van transactiekosten, biedt met name het vinden van verschillen tussen partijen het grootste potentieel voor waardencreatie.

Ten eerste beschikken partijen over verschillende middelen, waarmee zij een ruil kunnen organiseren. Men zoekt naar iets wat de ene relatief onbelangrijk vindt en de ander relatief belangrijk. En ook al willen beiden hetzelfde, de verschillen in relatieve waardering kunnen een deal faciliteren. Nog een verschil ligt in het anders inschatten van de toekomst. Dit is de basis voor contingencycontracten, gesloten op basis van een verschillende inschatting van variabelen. Ook als partijen de toekomst identiek inschatten, dan nog hebben zij vaak een verschillend risicoprofiel. Onderhandelaars kunnen toegevoegde waarde creëren door het risico te alloceren bij de partij die meer risicotolerant is, tegen een redelijke prijs. Er zijn ook verschillen in voorkeur van timing.

De lange crisis heeft veel weg van een klassiek game of chicken. Twee wagens rijden frontaal naar elkaar toe. Als niemand wijkt, wordt het een clash/crash. Een chauffeur gooit zijn stuur uit het raam. Hij kan en zal niet wijken. De ander geeft toe. Tot op vandaag hebben Vlaamse politici nooit het stuur weggeslingerd. De Vlaamse dreiging was nooit geloofwaardig. Sinds 13 juni is dat wellicht anders. Het is alsof Vlaanderen op verkiezingszondag het stuur uit het raam heeft gekieperd en bereid is om in volle vaart op de Franstalige wagen in te beuken: het bestuurssysteem grondig hervormen of chaos.

Die kordaatheid moet echter ingebed zijn in een ruimer plan.

In elke onderhandeling spelen er drie dimensies. Er is de dimensie van de inhoud van het conflict. Daarnaast die over werkwijze en procedure. Waarmee beginnen we? Wat is de verdere agenda en volgorde? Wie zit aan tafel? Hoe wordt gecommuniceerd, intern en naar de buitenwereld toe? De derde onderhandeling gaat over het opbouwen en onderhouden van relaties. Tussen onderhandelaars onderling, onderhandelaars en hun eigen achterban, onderhandelaars en de achterban van de andere partijen, met de media, etc.

Een vastberaden Vlaamse houding kan maar tot resultaten leiden in combinatie met de twee andere sporen. Van kapitaal belang zijn de relaties. N-VA en PS, De Wever en Di Rupo moeten elkaar dringend leren kennen. Het wantrouwen en de desinformate zijn groot. Zij moeten massaal investeren in de verstandhouding met elkaar. Bouwen aan vertrouwen. Respect tonen voor de ander. Empatisch luisteren. Dat zijn essentiële randvoorwaarden voor een echte dialoog. Er is geen bezwaar tegen een Vlaamse houding die toont dat het menens is. Maar die moet gepaard gaan met een empatisch begrip voor de bekommernissen van de Franstaligen.

Wil een akkoord echt haalbaar, en vooral duurzaam zijn, dan is oprecht wederzijds respect nodig. Dat is een volgehouden inspanning die niet mag versagen. En daar moeten ook de media bij helpen. Het werken aan vertrouwen en respect, verdraagt het oog van de camera niet. Dat moet in alle rust en discretie gebeuren. Van objectieve verslaggever is de media vandaag te veel een participant, een trendsetter geworden. Het is hoog tijd dat ook de media, langs beide kanten van de taalgrens, bijdragen tot een de-escalatie van het conflict.