Direct naar artikelinhoud

'Ik ben mijn eigen vijand'

Romeo Castellucci serveert ook in 'The Four Seasons Restaurant' weer dreigende toneelbeelden, maar een deel van het publiek in Avignon verliet na een half uur de zaal. 'The Four Seasons Restaurant' is opvallend sober maar niet minder enigmatisch. Zoals de man zelf.

Antwoorden hoef je van hem niet te verwachten, daar moet je vooral zelf naar zoeken. De Italiaanse regisseur Romeo Castellucci houdt de geesten van zijn gesprekspartners én toeschouwers graag lenig. Zelf zou hij het liefst achter zijn werk verdwijnen - zoals de priester uit The Minister's Black Veil achter zijn sluier en Empedokles uit The Fours Seasons Restaurant in de Etna.

In een van beelden verzadigde wereld komt u met een sobere voorstelling, alsof dat uw antwoord is op die verzadiging.

Romeo Castellucci: "Ik ben niet bezig met het geven van antwoorden op de wereld - al onttrekt hetgeen ik maak zich daar natuurlijk niet aan. Maar 'cultuur is kiezen', zoals de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace ooit zei, en in deze junk culture zonder referentiepunten is kiezen inderdaad de kunst. De basisstructuur van The Four Seasons is bewust heel eenvoudig, gebouwd op twee energieën. Enerzijds is er de ervaring van een kosmische storm, de chaos van een zwart gat, daar waar elk beeld uiteenspat. Anderzijds is de kern van de voorstelling er een van rust, harmonie en gratie, waar de actrices Hölderlins onvoltooide tragedie De dood van Empedokles naspelen. Abstractie staat tegenover menselijke aanwezigheid...

...zoals de wereld van het spirituele tegenover die van het lichamelijke, in Hölderlins werk én in het uwe.

"Ja, de poëzie van Hölderlin was een openbaring voor mij. Ik was eigenlijk aan het werken rond de schilder Mark Rothko, die in 1958 een aantal bestelde doeken weigerde te leveren aan het Four Seasons Restaurant, omdat hij de sfeer in het etablissement te pretentieus vond. Door zijn werk aan het oog van de wereld te onttrekken verbrak hij het contrat social, net zoals Empedokles dat doet in Hölderlins tragedie. De filosoof Empedokles, voortdurend op zoek naar verzoening tussen mens en god, stelt zich met die zoektocht buiten de wet en wanneer hij verbannen wordt springt hij in de Etna - hij laat zichzelf verdwijnen, zoals Rothko met zijn schilderijen zichzelf laat verdwijnen en de priester dat doet achter zijn sluier. Het zijn alle drie revolutionaire, esthetische aktes van een grote schoonheid - het soort poëzie dat gewelddadig is, dat breuken veroorzaakt."

U sluit deze cyclus af met een herneming van een beeld uit The Minister's Black Veil, waarbij een eenzame figuur in een helse storm met een vlag zwaait. Beeld van triomf of van overgave?

"Beide. (glimlacht) Het zal altijd beide zijn. Het is zeker een revolutionair beeld, maar het blijft ambigu. Zoals alles ambivalent is, twee gezichten heeft - een gezicht dat blootgesteld is aan de zon, en een deel dat in het donker blijft. Het is de taak van de toeschouwer om dat te ontdekken."

U legt wel erg veel in the eye of the beholder.

"Ja, want de toeschouwer is het begin van alles. Hij die daar zit met zijn hart, hoofd, lichaam, herinneringen, zijn geleefde leven, zijn verwachtingen - hij is het begin van elke uitwisseling. Zonder hem is er niets. Zijn interpretatie creëert mee de voorstelling."

Voor veel mensen is zwart kleur van dood en rouw, u hanteert het als een scheppend principe - u begint The Four Seasons Restaurant met een geluids-opname van het zwarte gat.

"Zwart is in dit geval geen kleur, maar een ruimtelijke dimensie, waarin alles begint. Het is een duister dat het licht in zich draagt, het duister van de creatie - zoals bij het begin van Genesis, of in de buik van een zwangere vrouw. In die dimensie kan je binnenstappen van zodra het zaallicht uitgaat en de black box een feit wordt. Zwart vernietigt niet, het schept juist alle mogelijkheden. Om die reden werden de schilderijen van Rothko steeds zwarter, en liet de schilder ze dicht tegen de grond plaatsen: zodat ze drempels konden worden waarover je zou kunnen stappen, mogelijke openingen naar een andere wereld."

Waar belandt 'hij die binnentreedt' dan?

"Ah! Dat is een private en intieme kwestie, die ieder voor zichzelf moet beantwoorden. Voor Rothko was het belangrijk alleen voor een schilderij te staan, in zijn volle omvang, zodat het hele lichaam van de toeschouwer het schilderij zou kunnen lezen, en het schilderij de toeschouwer."

U stond voor het eerst in Avignon met de creatie Julius Caesar, in 1998, en sindsdien bent u er nauwelijks weggeweest. Welke evolutie heeft de trouwe Franse toeschouwer in uw werk kunnen onderscheiden?

"Dat is moeilijk te zeggen... zelf ben ik bijziend, ik zit te dicht op m'n werk. Ik denk dat de inhoudelijke thema's uit m'n werk zich verdiept hebben, en ik hoop van harte dat de vorm van elke creatie anders is geweest, want ik wil steeds nieuwe vormen ontwikkelen. Kijk, het enige wat ik echt probeer te cultiveren is de contradictie. Als er ergens een vijand bestaat voor mij dan ben ik dat zelf, in de angst om mezelf te herhalen, zelfgenoegzaam te worden, te makkelijk tevreden. Ik wantrouw steeds mijn eigen werk, en daarom besteed ik meer tijd aan het weggooien dan aan het scheppen ervan."

U vernietigt uzelf, zoals Rothko, Empedokles en de priester.

"Ja. Want ook ik moet uiteindelijk verdwijnen. (glimlacht)"