Direct naar artikelinhoud

'Dit beeld heeft mijn carrière gered'

Een West-Vlaming die meer ziet in de Amerikaanse benadering van fotografie dan in de Europese. Fotograaf Carl De Keyzer reist de wereld rond terwijl hij eigenlijk liever thuis zou blijven. En dat allemaal dankzij één beeld.

Een autootje rijdt door een hoge golf. Vanachter de kleine raampjes zwaaien de passagiers naar de fotograaf. Zijn eerste werk, een zwart-witfoto die hij in 1985 maakte in India. De Keyzer had het beslissende moment waar hij op doelde nét gemist, maar daar kwam toevallig dit meesterwerkje uit voort.

"De straten stonden blank door de moessonregen. Het water kwam tot boven mijn knieën. Ik was eigenlijk meer bezig met het beschermen van mijn camera's dan met fotograferen toen er een hele legercolonne passeerde: vier of vijf grote vrachtwagens die heel hoge golven veroorzaakten. Een interessant beeld, dus ik haalde mijn camera boven. Maar op het moment dat ik mijn licht had ingesteld en mijn flits klaar stond, waren alle vrachtwagens al voorbij. Plots zag ik die kleine auto opduiken in die watermassa, dus ik druk af zonder te weten wat eruit zou komen. En daar was dat beeld."

Maar aan deze foto ging wel wat vooraf. De Keyzer groeide op in een beschermd Kortrijks milieu, studeerde Latijn-Wetenschappen aan een katholiek college en ging nadien zoals van hem werd verwacht naar de universiteit in Gent om veearts te worden. Drie maanden had hij nodig om te beseffen dat dat niets voor hem was.

"Gelukkig zat ik op kot met een filosoof, een psycholoog, een beeldhouwer en een schilder. 's Avonds zaten we vaak in de gemeenschappelijke keuken te babbelen. Toen zij de foto's zagen die ik in het weekend als hobbyfotograaf maakte, raadden ze me aan om naar de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te gaan. Maar voor mij was de academie de duivel in persoon. (lacht) Zo was ik opgevoed. Sint-Lukas leek me een betere optie, want dat werd vroeger gezien als de kunstschool voor de brave trutjes. Aan de academie zaten de alternativo's, de anarchisten, de wereldverbeteraars, de zotte pipo's."

"Maar mijn kotgenoten overtuigden me van het feit dat het aan de academie gebeurde. Toen ik in 1977 in volle punkperiode met mijn ouders de academie ging bekijken, waren de vloeren bezaaid met gasten met hanenkammen, kettingen en afgescheurde jeans. Mijn pa zei: 'gi komt hier ni binnen'."

"Uiteindelijk toch daar gestudeerd. En gelukkig maar, het was een openbaring. Ineens leerde ik over hedendaagse kunst en ik kreeg vakken als psychologie en filosofie. Dat heeft mij aan het denken gezet: tiens, er is nog iets anders dan die katholieke wereld."

"Al heeft het katholicisme me wel discipline bijgebracht. Daar dank ik de jezuïeten nu nog voor. Dankzij hen ben ik een harde werker geworden. Elk weekend reed ik met mijn scooter naar Noord-Frankrijk om beelden te maken van de tristesse die daar hing, dus elke maandag kwam ik op de academie met nieuw werk. Ik was een van de enigen die dat deden."

Rugzak vol moed

"Andere studenten hadden misschien meer talent dan ik, maar zij hadden niet die discipline. Zij dachten dat alles vanzelf wel zou komen, dat hun fantastische ideeën uiteindelijk tot grote kunst zouden leiden, maar dat bleek meestal niet het geval te zijn."

"Nadat ik afgestudeerd was, werkte ik een tijdje in de stijl van Henri Cartier-Bresson. Je weet wel, met een kleinbeeldcamera wachten op het beslissende moment. Maar dat heb ik al snel opgegeven omdat dat mijn ding niet was. Ik ben nogal ongeduldig, onrustig van aard. Ik had meer met de Amerikaanse stroming die veel dynamischer is. Een icoon van die stijl is mijn held William Klein, een fotograaf die graag werkt vanuit de chaos. Dus ging ik op zoek naar de plek waar de meeste chaos te vinden was. Dat bleek de Gangesvallei te zijn in India. Op aanraden van een vriend vertrok ik dus naar India om mijn nieuwe techniek uit te proberen."

"Het was de eerste keer dat ik Europa verliet. Vol goede moed, met een rugzak en bijna zonder middelen zou ik proberen om daar drie maanden rond te komen. Een heel zware beproeving. Afzien van begin tot eind. De eerste nacht verbleef ik in een metalen hotel in Dehli, een barak zonder ramen met een ventilator die verschrikkelijk veel lawaai maakte: taktaktak, de hele nacht door. En superheet. Geen oog dichtgedaan. De dag erop besefte ik meteen: ik heb geen geld, het is hier veel te warm, hoe ga ik het hier in hemelsnaam drie maanden volhouden? Foto's maken, daar dacht ik zelfs niet meer aan."

Tot overmaat van ramp werd De Keyzer aan het einde van zijn reis ziek. "Ik had een zware zonnesteek opgelopen in combinatie met een voedselvergiftiging. Op dat moment logeerde ik bij een vrouw die één minikamer verhuurde als bed and breakfast. Met hevige koorts lag ik in mijn bed te ijlen. Ik herinner me nog levendig hoe ik midden in de nacht wakker werd, aan het koordje van de gloeilamp trok en zag hoe tientallen gigantische kakkerlakken over mijn naakt lijf liepen. Een scène uit een horrorfilm! Dat was niet van het ijlen, hé, dat was écht."

"Gelukkig ben ik heelhuids thuis geraakt. Mijn toenmalige vrouw is mij komen ophalen aan de luchthaven in Zaventem. Ik vloog in haar armen en zei: ik ga nooit meer op reis. Dat had het einde van mijn loopbaan kunnen zijn. Maar toen ik die foto's ontwikkelde, waren er een paar bij waar ik heel blij mee was. Dit beeld heeft dus mijn carrière gered, want daardoor ben ik nog een tweede en een derde keer naar India gegaan. Toen is er een uitgever op de proppen gekomen. En zo is mijn eerste boek ontstaan, India."

John Lennon in bad

Na dat boek kwam er al snel interesse van bladen als Rolling Stone en New York Times Magazine. "Maar daar was ik echt niet gelukkig. Van 1994 tot 1998 heb ik opdrachten voor hen gedaan in een poging om genoeg geld te verdienen om mijn eigen projecten te financieren. Maar zelfs die bekende tijdschriften betalen vreselijk slecht. Tenzij je natuurlijk Annie Leibovitz heet en een foto hebt van John Lennon in zijn badkuip."

"Ik moest dus elders geld vinden om mijn maanden vrijheid te garanderen. Want dat ik vooral onafhankelijk wilde zijn, werd me al snel duidelijk. Niemand - geen redacteur, museumdirecteur of kunstpaus - mocht bepalen hoe mijn leven er zou uitzien. Die vrijheid kun je bijna alleen als kunstenaar bekomen. Ik heb ze nog niet voor de volle honderd procent verwezenlijkt, maar toch voor een groot stuk."

"Voor die vrijheid gaan, vergt moed. Er is veel risico mee gemoeid en het heeft ook implicaties voor je persoonlijk leven. Maar als je ambitie groot genoeg is, dan ga je er toch voor. Dat is misschien zeer egoïstisch, maar het is de enige methode."

Door af en toe in opdracht te werken kan De Keyzer de vrijheid kopen om een paar maanden per jaar te reizen en aan zijn eigen projecten te werken. "Maar totale vrijheid zou voor mij eigenlijk zijn: niet meer op reis gaan en geen foto's meer maken. Gewoon thuis blijven en genieten. Ik ben veel liever thuis dan in het buitenland. De eerste keer wist ik van niets, maar toen ik de tweede en derde keer naar India vertrok, werd ik telkens op voorhand al ziek door pure stress, angst, onzekerheid. Ik doe dat écht niet voor mijn plezier."

"Die eerste foto heeft de rest van mijn leven bepaald. Als dat ene goeie beeld niet op mijn negatief had gestaan toen ik terugkwam uit India, had ik nadien nooit meer gereisd op zoek naar interessante projecten. Daar ben ik die foto natuurlijk eeuwig dankbaar voor. Of misschien vervloek ik hem net. Omdat hij ervoor gezorgd heeft dat ik de wereld heb rondgereisd, dat ik dikwijls om mijn moeder heb geroepen: ik wil naar huis! Maar al bij al heeft de fotografie me een rijker leven geschonken."