Direct naar artikelinhoud

Nijpend tekort aan cacao dreigt

Barry Callebaut, wereldwijd de grootste speler op de chocolademarkt, slaat alarm. Er dreigt de komende jaren een tekort aan cacao. Cacaoboeren produceren onvoldoende bonen om aan de stijgende vraag te beantwoorden.

Producerende landen als Ivoorkust kunnen wereldwijd stijgende vraag niet volgen

Barry Callebaut zette vijf jaar geleden een programma op om cacaoboeren in Ivoorkust te helpen om hun productie zowel op het vlak van kwaliteit als kwantiteit op te drijven.

“Weet u waarom het Belgische paviljoen op de wereldexpo in Shanghai zo succesvol is?” Het antwoord op de vraag die CEO Jürgen Steinemann van Barry Callebaut gisteren op een persconferentie stelde, liet zich snel raden: chocolade. “De Chinezen zijn gek op chocolade. Nu hun koopkracht is gestegen, kunnen ze zich chocolade veroorloven.”

Zijn bedrijf staat klaar om voluit te profiteren van deze evolutie. Gemiddeld verbruikt een Chinees vandaag 100 gram chocolade per jaar. Een schijntje vergeleken met de 5,5 kilogram die de Belg jaarlijks binnenspeelt. Maar gezien de omvang van de Chinese markt is pakweg een verdubbeling van de consumptie in China onmiddellijk big business voor Barry Callebaut, de leider op de markt van industriële chocolade.

De vraag uit opkomende markten zoals China, Brazilië, Rusland en Indonesië is de sterkste motor voor groei voor het bedrijf met hoofdzetel in Zürich. Zeventien procent van de omzet komt van opkomende markten en de verwachting is dat het aandeel in de komende jaren verder zal toenemen.

Maar aan die evolutie zit een stevige keerzijde. De productie van cacaobonen dreigt de stijgende vraag niet aan te kunnen. De voorbije jaren verkleinde de oogst van cacaobonen door tegenvallende weersomstandigheden in Ivoorkust, de belangrijkste producent. “Pas dit jaar verwachten we voor het eerst in vier jaar opnieuw een hogere productie”, zegt Patrick Hautphenne, de directeur van Barry Callebaut in ons land.

Maar de nieuwe oogst is onvoldoende om de voorraden op een geruststellend niveau te brengen. “De voorraden aan cacao blijven op een laag peil”, zei CEO Steinemann. “Met een beetje overdrijving kun je zeggen dat er een tekort aan cacaobonen is.”

Barry Callebaut zag de bui al enkele jaren geleden hangen. Het bedrijf, gegroeid uit het Belgische Callebaut en het Franse Barry, lanceerde in 2005 zijn ‘Quality Partner Program’, waarmee gepoogd wordt om de tegenvallende productie in Ivoorkust op te krikken. Het bedrijf stapte in zee met 47 lokale coöperatieven, waarbij 42.000 cacaoboeren zijn aangesloten. De boeren kregen opleiding over hoe ze hun productie konden verhogen en hoe ze de kwaliteit van hun bonen konden verbeteren. Om de boeren aan te moedigen, betaalt Barry Callebaut hun oogst vooraf en geeft het hen een extra premie. In ruil daarvoor moeten de boeren beloven dat ze geen kinderen aan het werk zetten.

“We zien dat het programma de eerste vruchten begint af te werpen. En wat goed is voor de boer is goed voor Barry Callebaut,” zei Hautphenne, die toegeeft dat zijn bedrijf het hele programma heeft opgezet puur uit eigenbelang. “We werken alleen met cacao. Voor ons bedrijf is dit van levensbelang. Zonder cacao is er geen chocolade.”

Barry Callebaut verwerkt ongeveer 15 procent van de wereldwijde cacaoproductie. Een tekort aan cacaobonen dreigt te zorgen voor een opstoot van de prijzen op de chocolademarkt. De prijs voor een ton cacao op de wereldmarkt bedroeg de voorbije tien jaar gemiddeld 1.000 pond. Door tegenvallende oogsten, maar ook door speculatie liep die prijs de voorbije jaren op tot boven de 2.500 pond. Vandaag zit de prijs tegen de 2.000 pond per ton. En dat willen ze bij Barry Callebaut zo houden. “We hebben alle belang bij stabiele prijzen”, zegt Steinemann. “Volatiliteit is niet goed voor onze business. Als de prijzen te fel stijgen, daalt de consumptie.”

Om de duurzaamheid van hun business te bestendigen wil Steinemann alle belangrijke spelers op de cacaomarkt bijeenbrengen. Naast de belangrijkste cacaoproducerende landen (Ivoorkust, Ghana en Indonesië) zouden de belangrijkste aankopers van chocolade en producenten van chocolade, alsook enkele niet-gouvernementele organisaties, samengebracht kunnen worden. “Er zijn rondetafels voor palmolie en voor soja. Waarom organiseren we geen rondetafel voor cacao? Met de vijftien belangrijkste mensen uit de sector kunnen we ervoor zorgen dat ook in de toekomst de productie van cacao verzekerd blijft.”