Direct naar artikelinhoud

De zaak-Aquino: proces van dertien in een dozijn

Is er een objectieve aanleiding voor alle commotie? Ronduit neen!

Dezer dagen zijn alle mediaschijnwerpers gericht op een Hasseltse strafzaak waarin bepaalde advocaten procedurekwesties voor de rechtbank aanvoerden. Het debat verglijdt echter stilaan naar een frontale aanval op deze advocaten zonder dat men nog oog heeft voor de essentie van de zaak.

Het is zeker niet onze taak om ons zonder dossierkennis uit te spreken over de inhoud van deze strafzaak. Maar als hoogleraar strafrecht, respectievelijk strafrechtadvocaat, voelen wij ons wel geroepen enige, weliswaar bescheiden, duiding te geven.

Wanneer vermeende daders vrijuit dreigen te gaan omwille van procedurefouten, is de neiging groot om de advocaten die deze fouten hebben blootgelegd in een slecht daglicht te stellen. De publieke opinie lijkt daarbij in een bepaalde richting te worden geduwd zonder ruimte voor nuancering, en erger nog zonder dat nog enige aandacht wordt besteed aan de kern van het probleem.

Spelregels

In een ideaalmodel congrueert recht met rechtvaardigheid, maar het is eigen aan een rechtsstaat dat spelregels worden uitgetekend en dit voor alle betrokken partijen. Wanneer ze niet correct worden nageleefd, dient er te worden opgetreden tegen de overtreder. Alle actoren dragen hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Rechtsregels dienen in een rechtsstaat te worden nageleefd ongeacht het achterliggende vervolgde strafbaar feit.

Toch mag de focus niet alleen worden gelegd op procedurekwesties en verdienen ook de vervolgde feiten alle aandacht. De voornaamste plicht van de advocaat jegens de cliënt blijft de toewijding die hem gebiedt de zaak volledig uit te spitten, zowel in feite als in rechte. Die verdediging moet uiteraard geschieden binnen de perken van de wet en zonder afbreuk te doen aan de eerbied en de loyaliteit t.a.v. de strafrechter.

De kernvraag vandaag is of er op dit ogenblik wel enige objectieve aanleiding is voor al die commotie? Het antwoord daarop is o.i. ronduit "neen!".

Het betreft hier immers een normaal verloop van een proces voor een correctionele rechtbank zoals er dagelijks tientallen zijn buiten de mediaschijnwerpers. Alle partijen (openbaar ministerie, slachtoffers, beklaagden) krijgen ruim de mogelijkheid om hun visie op de zaak uiteen te zetten, zowel wat betreft de feiten als de juiste toepassing van het recht op die feiten en op de procedure. Naar verluidt zou de verdediging van mening zijn dat de procedureregels (die essentieel zijn in een rechtsstaat waarvan de essentie is dat de overheid haar eigen regels naleeft) op grove wijze zouden zijn overtreden.

Mocht dit zo zijn, dan zou dit inderdaad een impact hebben op het eerlijke procesverloop en de rechtsgeldigheid van het verzamelde bewijs. Wat de impact daarvan zou zijn, is echter uitvoerig geregeld in internationale en nationale wetgeving en rechtspraak. Die wetgeving en rechtspraak zal door de onafhankelijke rechter moeten worden toegepast op de aangehaalde procedureargumenten. Het is dus de rechter die zal beslissen of een eerlijk proces nog mogelijk is, of bepaald bewijs uit het strafdossier moet worden geweerd, enz. ..., dan wel dat de procedure eerlijk verlopen is overeenkomstig de wet waarna in dat geval hij zal overgaan tot de beoordeling van de zaak te gronde.

Rechter oordeelt

Nu er te Hasselt grote media-aandacht is, lijkt iedereen zich nodeloos voorbij te hollen. Men reageert alsof de beslissing van de rechtbank er niet meer toe doet. De rechter is nochtans aangesteld door de gemeenschap en door haar betaald om in volle onafhankelijkheid te oordelen of voor zijn rechtbank een dossier is aangebracht conform de regels en principes een rechtsstaat waardig, en indien dat het geval is, om de grond van de zaak te beoordelen.

Misschien wordt het hoog tijd dat men wat respect betoont voor de rechtbank die de juiste beslissing moet nemen, d.w.z. deze die in overeenstemming is met de regels van de Belgische rechtsstaat. Hetzelfde geldt t.a.v. de actoren in zover zij loyaal het debat voeren. Het voortbestaan van die rechtsstaat moet immers hoog in het vaandel worden gedragen. Aan de gemeenschap te aanvaarden wat de rechter door haar benoemd zal beslissen.

Andere kwesties en vragen die de laatste dagen opdoken in de media, zoals de vraag of het wel rechtvaardig is of bepaalde beklaagden zich laten verdedigen door een batterij beweerderlijk duur betaalde advocaten, of bepaalde advocaten misschien beter de media wat meer zouden schuwen, enz. ... zijn in dit discours dan ook echt wel non-events.