Direct naar artikelinhoud

Plan van Francken oude wijn in nieuwe zakken

Terwijl meerderheid en oppositie applaudisseren voor lessen 'omgaan met vrouwen' voor asielzoekers, krijgt staatssecretaris Theo Francken (N-VA) tegenwind van zijn eigen administratie. 'We geven al jaren die begeleiding en dat werkt perfect', klinkt het bij Fedasil.

Geen onvertogen woord viel er tijdens het vragenuurtje in het federaal parlement, dat voor een groot stuk in het teken stond van de vreselijke massa-aanranding op oudejaarsnacht in Keulen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Francken (N-VA) had 's ochtends aangekondigd dat hij zou inzetten op extra cursussen in asielcentra. Daarin moeten mannen respect voor vrouwen worden aangeleerd. Meerderheid en oppositie drukten hun steun uit.

Een ander geluid bij Fedasil, de instelling die instaat voor de organisatie van de asielcentra. Daar wordt verbaasd gereageerd op de demarche van Francken. "We geven al jaren dergelijke begeleiding", zegt Mieke Candaele, directeur communicatie. "En dat werkt perfect."

Viriele mannen

In het asielcentrum van Kapellen wordt bijvoorbeeld al zes jaar met Powerpoints gewerkt (zie kaderstuk). Volgens de plaatsvervangend directeur Britt De Herdt zijn er onder de asielzoekers 'veel jonge viriele mannen' die in het land van herkomst strikt gescheiden zijn gehouden van vrouwen. De cursus moet duidelijk maken wat niet door de beugel kan.

Elk centrum in ons land biedt gelijkaardige begeleiding aan, maar ze zijn vrij om de vorm ervan te bepalen. "In de praktijk geeft elk centrum in ons land al jaren intense sociale begeleiding", zegt Candaele. De begeleiding gebeurt op het moment dat de vluchtelingen arriveren, maar ook later tijdens het verblijf. De sessies gebeuren in groep en individueel. "Dan gaat het over de regels, waarden en normen in onze maatschappij. Natuurlijk wordt er op dat ogenblik ook gehamerd op de gelijkheid man en vrouw en de acceptatie van andersgeaardheid. Maar als de staatssecretaris die verschillende praktijken beter op elkaar wil afstemmen, dan gaan we daar zeker aan meewerken."

De begeleiding meer uniform maken, is net wat Francken wil. "Er zijn heel wat nieuwe centra moeten opengaan, tegelijk werken we met nieuwe partners, zoals de privéspelers. Het is logisch dat we dat allemaal nog eens op punt zetten", zegt zijn woordvoerder Katrien Jansseune.

Tegelijk wil hij een betere focus op de gelijkheid man-vrouw. Nu waaieren de onderwerpen nog te breed uit. De beslissing om dat te doen dateert van ruim een maand geleden. Toen organiseerde collega-staatssecretaris voor Gelijke Kansen Elke Sleurs (N-VA) nog een persconferentie daarover, aan de zijde van Francken.

Dat het nieuws nog eens opgegooid wordt in de nasleep van de gebeurtenissen in Keulen, kan vragen doen rijzen. Francken geeft zelf aan dat hij gewoon op een vraag van een journalist heeft geantwoord, maar hij had ook kunnen zwijgen.

De staatssecretaris legt niet expliciet de link met Keulen, maar de associatie is wel duidelijk. De suggestie dat alle vluchtelingen potentiële verkrachters zijn, blijft sluimeren. Over zulke dramatische en emotionele materie, durft niemand de tackle in te zetten. Een faux pas is snel gemaakt. Alleen de PS reageerde ongemeen fel. Franstalig minister voor Gelijke Kansen Isabelle Simonis bestempelde het voorstel van Francken als "nauwelijks verholen racisme". Maar kritiek uit die hoek, is enkel koren op de molen voor N-VA.

Keerpunt

Toch betekent dit, ongeacht wat de feiten in Keulen uitwijzen, een mogelijk keerpunt in het asieldebat in ons land. Dat beseft ook Jean-Pierre Luxen, de grote baas van Fedasil. "We hebben al aan de bevolking duidelijk moeten maken dat onze centra niet vol terroristen zitten. Ook voor de vluchtelingen zelf heeft die beeldvorming een enorme impact gehad. Hen proberen we daarin te begeleiden. De incidenten in Keulen geven opnieuw een weinig fraai beeld."

Met Francken heeft Luxen een correcte relatie. "We voeren altijd een open en constructief debat, ook over de lessen zullen we het hebben op onze wekelijkse vergadering. Maar als topambtenaar plooi ik me altijd naar de politieke autoriteit."