Direct naar artikelinhoud

Hoogvlieger: onze pretparken

Ook al zijn de toegangsprijzen aan de hoge kant, toch trokken vorig jaar 4,6 miljoen mensen naar een Belgisch pretpark. In ruil voor een dagje vertier betaalt u ook veel voor een fletse hap. Het verzadigingspunt lijkt dan ook stilaan bereikt. 'Tijd om uit een ander vaatje te tappen.'

U plant dezer dagen een uitstapje naar Plopsa, Bellewaerde of Walibi? Weet dan dat u er niet alleen zult zijn. Attractieparken, waterparken, indoor speeltuinen en dierentuinen in Nederland, België en Luxemburg krijgen jaarlijks zo'n 46,6 miljoen bezoekers over de vloer. Dat blijkt uit een onderzoek van de Europese afdeling van de International Association of Amusement Parks and Attractions (IAAPA). De koepelorganisatie berekende voor het eerst de economische impact van de brede vrijetijdsindustrie.

Karen Staley, vicevoorzitter van IAAPA Europe: "België en Nederland nemen in Europees verband een bijzondere positie in. Niet alleen kennen deze landen relatief hoge bezoekersaantallen, het zijn ook landen met veel toeleveranciers voor de branche." Dat gaat dan over simpele broodjes voor de eetkraampjes tot plasticbedrijven voor het maken van wildwaterwagentjes.

Duizenden jobs

De IAAPA rekende uit dat de totale economische impact van alle attracties samen in de Benelux goed is voor 1,4 miljard euro. Het gaat om de bestedingen op locatie (toegang, eten en drinken), maar ook om indirecte bestedingen als gevolg van investeringen, inkoop en werkgelegenheid. De IAAPA rekende ook uit hoeveel jobs al die attracties opleveren: meer dan 18.800 volledige arbeidsplaatsen. Een flink uit de kluiten gewassen economische sector dus.

Het rapport focust daarnaast verder op de pretparken, die goed zijn voor 40 procent van de totale attractie- en vrijetijdssector. Dan spreken we over de Plopsaparken, Bellewaerde, Walibi of Bobbejaanland. Samen zijn die parken goed voor 4,6 miljoen bezoekers, en 114 miljoen euro aan directe inkomsten.

Vanwaar al dat geld komt? Wel, de toegangsprijs en het parkeerticket dat u ophoest, maakt het gros van de inkomsten uit. Die liggen met 61 procent van de inkomstenverdeling ook een pak hoger dan het Europees gemiddelde (55 procent) in de sector. In vergelijking met onze buurlanden zitten de entreetickets aan de hoge kant. Maar dat wil daarom nog niet automatisch zeggen dat de effectieve toegangsprijs te hoog is, stelt Rik De Keyser, directeur van het gespecialiseerde onderzoeksbureau WES Research & Strategy. "Die prijs moet je afzetten tegenover het aanbod."

Hotdog of wafel

Vergeleken met onze Europese buren is ons land inderdaad goed bedeeld met middelgrote parken, terwijl andere landen over een groter arsenaal aan kleinere parken beschikken. Het aanbod in een Plopsa of Bellewaerde aan attracties en variatie is ruimer, dus daar mag ook een iets hogere prijs tegenover staan.

En u zou het allicht niet vermoeden als u na afloop uw dagbudget bekijkt, maar de inkomsten die onze parken halen uit drank en eten ligt dan weer onder het gemiddelde. In ons land halen de parken zo'n 35 procent inkomsten uit hun eetkraampjes, terwijl dat in de andere landen ruim 40 procent is. "Het aanbod creëert de vraag", analyseert Rik De Keyser. "Op dat vlak zijn onze parken toch te eentonig en voorspelbaar. Voor een droge wafel of een fletse hotdog haal je niet enthousiast je geldbeugel boven. Mensen zijn bereid om te betalen, maar dan moet je hen wel iets beter voorschotelen."

Duitse of Nederlandse pretparken halen ook een mooie som binnen door logies (hotel), iets wat voorlopig bij ons nergens te bespeuren valt. Enkel Plopsa broedt op dergelijke plannen.

Desondanks zijn we een land van pretparkbezoekers. Van de goed 11 miljoen landgenoten bezochten liefst 4,6 miljoen Belgen vorig jaar een pretpark. Dat is 41 procent. Al zijn de ware kampioenen de Nederlanders. Liefst 79 procent van onze noorderburen was vorig jaar te vinden op een roetsjbaan of wildwaterbaan. Ons land telt 9 attractieparken, tegenover 23 in Nederland. Daaruit zou je kunnen besluiten dat er nog wel een markt open ligt? "Dat blijkt niet uit onze studie", zegt Rik De Keyser. "Er is geen stijging naar de vraag, de cijfers lijken eerder te stabiliseren. Anderzijds, het huidige aanbod is wat het is. Als er morgen een attractiepark komt dat uit de band springt in vergelijking met het huidige aanbod, dan is daar zeker een publiek voor. Alleen vergt zo'n park een gigantische investering."

Toch stelde Global Industry Analysts, een internationaal onderzoeksbureau, vorig jaar dat de pretparkindustrie in Europa eerder verzadigd is. De bezoekersaantallen zullen nog even stijgen, om uiteindelijk te stabiliseren op een hoog niveau.