Direct naar artikelinhoud

Beurzen dekken soms amper vijfde van studiekosten

De studiebeurzen en -toelages die uitwonende kinderen van minder vermogende Vlamingen ontvangen, zijn te weinig om alle studiekosten te dekken.

Leefloners en werklozen met een minimumuitkering hebben bijvoorbeeld recht op een volledige studietoelage. Als hun kind op kot studeert, kunnen zij hiermee gemiddeld 75 procent van de kosten betalen. Dat percentage daalt voor ouders die een maximale invaliditeitsuitkering ontvangen tot tussen de 45 en 64 procent, afhankelijk van het aantal kinderen in het gezin. Zo toont het onderzoek van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (UAntwerpen) aan.

Alleenstaande ouders met een gemiddeld loon, het dubbele van het minimum, ontvangen geen toelage als zij slechts één student ten laste hebben. Als er een tweede of derde studerend kind is, zijn er wel tegemoetkomingen, maar die vangen amper 19 tot 33 procent van de totale studiekosten op.

"Onze analyse wijst erop dat de overheidstegemoetkomingen onvoldoende hoog zijn", klinkt het. "Om deze studenten tot studeren aan te sporen, lijkt het aangewezen om de financiële drempels weg te werken. Zo dient men zowel de bedragen van de studietoelagen te verhogen, alsook de minimuminkomensgrenzen zodat gezinnen met een inkomen onder en net boven de armoederisicogrens recht zouden hebben op een maximale studiebeurs."

Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen): "Dat de regering plannen maakt om de inschrijvingsgelden te laten stijgen is onbegrijpelijk. De factuur komt bij studenten en hun ouders terecht, terwijl dit studie dat dit nefast is voor de democratisering van ons onderwijs."