Direct naar artikelinhoud

Schrijvershuis zkt. toekomstdroom

Het Herman Teirlinckhuis in Beersel sluit op 1 januari de deuren. Reden: de dalende belangstelling. Ook elders in Vlaanderen worstelen gemeenten met hun schrijvershuizen. Wie wil er nu nog zitten op het bed van Stijn Streuvels of mijmeren in de voutenkamer van Cyriel Verschaeve?

Wie pakweg het Goethehuis in Weimar bezocht of het Mark Twain House in Hartford (VS), weet dat er een wonderlijke aantrekkingskracht uitgaat van schrijvershuizen. Wandelen door de kamers die ooit door een beroemde auteur werden bewoond, voegt een dimensie toe aan het leesplezier. Een blik op het bed waarin Goethe lag toen hij zijn laatste adem uitblies, zal zelfs de koudste kikkers niet onberoerd laten.

Ook in Vlaanderen kan je een tiental schrijvershuizen bezoeken. Het Letterenhuis in Antwerpen hanteert een strikte definiëring. "Enkel huizen waar de schrijver in kwestie is geboren of waar hij een hele tijd heeft geleefd en gewerkt, en waar uiteraard nog relicten van zijn bestaan worden bewaard en getoond, erkennen wij als schrijvershuizen", zegt directeur Leen Van Dijck.

Vlaanderen telt minder dan tien echte schrijvershuizen. Opvallend is dat er weinig huizen van onze 'grootste' auteurs toegankelijk zijn voor het publiek. Zo zijn (geboorte)huizen van Van Ostaijen, Walschap, Elsschot, Boon of Claus private woningen.

Nieuwe bestemming

De voorbije maanden werd er actie gevoerd tegen de beslissing van de gemeente Beersel om het Herman Teirlinckhuis vanaf 1 januari te sluiten. De woning van een van Vlaanderens meest toonaangevende auteurs was sinds 1981 een museum en werd daarna ook een kunstgalerie. Wegens financiële redenen en dalende belangstelling, een paar tientallen mensen per maand, besloot Beersel het museum te sluiten. De renovatie zou 400.000 euro kosten.

Ook elders in Vlaanderen staan de schrijvershuizen onder druk. Zo besliste de stad Lier om het Timmermans-Opsomerhuis een nieuwe bestemming te geven. De museale werking rond schrijver Felix Timmermans en schilder Isidoor Opsomer wordt naar de bovenverdieping verbannen. Beneden zal de toeristische dienst van de stad zijn intrek nemen.

En in Brugge was er heel wat te doen over de vernieuwde opstelling van het Guido Gezellemuseum. Dat sloot een tijdje de deuren en in 2010 mocht Gwij Mandelinck er Poëzie in Dubbeltijd organiseren. Daarvoor moesten de oude klassieke meubels wijken en plaatsmaken voor moderne kunstwerken. Vooral tegen het werk van de Koreaanse kunstenaar Koo Jeong-A (door de lokale pers als 'witte drollen' omschreven) kwam veel protest.

In 2011 ging het museum opnieuw open en toen verstomde de kritiek. In de vernieuwde opstelling staat niet zozeer de figuur van Gezelle centraal als wel zijn oeuvre. Vijf thema's worden in verschillende ruimtes belicht: natuur, religie, taal- en volkskunde, vriendschap, en traditie en vernieuwing. Rond elk thema zijn teksten en objecten samengebracht.

Ook het Lijsternest, het huis van Stijn Streuvels in Ingooigem, sloot in 2009 de deuren, maar de provincie West-Vlaanderen wil er nu een schrijversresidentie van maken en heeft daar een budget van 240.000 euro voor uitgetrokken. Tijdens de zomer zal het huis een pitstop zijn langs het fiets- en wandelnetwerk. Omdat het huis, de inboedel en de bibliotheek beschermd zijn, is het Lijsternest nog een van de meest authentieke schrijvershuizen van Vlaanderen.

In de voutenkamer

En wat doe je met het optrekje van een van de meest notoire collaborateurs uit de Vlaamse geschiedenis: Cyriel Verschaeve? De priester-schrijver is nu zo goed als vergeten maar was na de Eerste Wereldoorlog een centrale figuur in onze letterkunde. In de jaren dertig en tijdens de oorlog kantelde hij in de collaboratie. Hij werd in 1946 bij verstek tot de doodstraf veroordeeld, maar toen was hij al gevlucht naar het Oostenrijkse Solbad Hall. Daar werd zijn stoffelijk overschot in 1973 tijdens Operatie Brevier door een commando van de Vlaamse Militanten Orde (VMO) opgegraven. Hij werd onder een plaat gewapend beton begraven in Alveringem. Ook vandaag nog is het graf een bedevaartsoord voor neonazi's en rechtse extremisten.

Het Cyriel Verschaevehuis zal binnenkort de deuren opnieuw openen. Coördinator Leo Bonte: "De klemtoon komt nu te liggen op de rol die Alveringem speelde tijdens de Grote Oorlog. Het huis krijgt een plaats in de grote '14-'18-herdenking. We hebben Cyriel Verschaeve niet in een hoekje geduwd. De kapelanij waar hij woonde was een belangrijke plek tijdens de oorlog en ook daarna. Veel beroemde gasten kwamen Verschaeve in zijn voutenkamer bezoeken."

Ook de zwarte bladzijden van de Verschaeve-biografie worden belicht. "We gaan in op zijn rol in de collaboratie en op Operatie Brevier van het VMO. Enkel door te tonen wat er precies gebeurd is kunnen we met het verleden in het reine komen", zegt Bonte.

Het Vlaams Fonds voor de Letteren, dat het letterenbeleid gestalte geeft in Vlaanderen, is niet bevoegd voor de schrijvershuizen. Die vallen onder het erfgoedbeleid. Directeur Koen Van Bockstal, die de petitie tegen de sluiting van het Herman Teirlinckhuis mee ondertekende, hoopt dat er kan worden nagedacht over "additionele functies van schrijvershuizen". "Men zou ze geheel of gedeeltelijk ter beschikking kunnen stellen van auteurs of vertalers."

Van Bockstal dringt aan op overleg. "Schrijvershuizen vormen het levend geheugen van onze literatuur. Er zijn alles bij elkaar niet zo heel erg veel schrijvershuizen in Vlaanderen en dus moeten we er zorgzaam mee omspringen. Sommigen beweren dat het relicten van een afgesloten tijdperk zijn en dat sluiting niet te vermijden is als men naar de teruglopende publieke belangstelling kijkt. Dat is uiteraard een reductionistische redenering, waarbij louter marktdenken primeert."

Op het kabinet van minister Schauvliege wijst men op de procedures. Vlaanderen kan de schrijvershuizen pas subsidiëren als ze erkend worden als landelijk archief. Tot dan blijven het de gemeenten en de provincies die voor de kosten zullen opdraaien.