Direct naar artikelinhoud

Koning Gaultier stapt van zijn troon

Jean-Paul Gaultier geeft er de brui aan. Of toch bijna. Het enfant terrible van de Franse mode, intussen 62, concentreert zich voortaan op haute couture en parfums. Vanavond showt hij in Parijs zijn laatste prêt-à-porter collectie.

Het is niet helemaal gedaan met Gaultier. De ontwerper stopt met prêt-à-porter en accessoires en sluit zijn winkels in Frankrijk en Azië. Maar hij bewaart zijn couturelijn en blijft actief in de parfumbusiness. "Na 38 jaar," zo schreef Gaultier in een brief aan de media, "is de tijd gekomen om te stoppen met een aantal van onze activiteiten."

Hij noteerde dat hij de voorbije jaren zijn hart heeft verloren aan het veredelde maatwerk van de haute couture. "Daar kon ik mijn creativiteit en mijn passie voor onderzoek en experiment de vrije loop laten gaan." De wereld van de prêt-à-porter, daarentegen, zag hij de voorbije jaren veranderen tot iets onherkenbaars. "De commerciële beperkingen en het alsmaar snellere ritme van de collecties laten een ontwerper vandaag niet langer de vrijheid en de tijd die onmisbaar is om te herbronnen en met verse ideeën voor de dag te komen."

Gaultier had eerder al gesuggereerd, onder meer in een Franse tv-documentaire, dat hij misschien niet meer paste in de modebusiness van 2014. Hij stopte een paar seizoenen geleden al met mannenshows, en zijn recente damesdefilés waren één en al vergane glorie. Zoals zomer 2013, toen hij zijn modellen verklede als popsterren uit de jaren 80 (Hannelore Knuts speelde Annie Lennox, Karlie Kloss was Boy George). Een amusant, vrolijk defilé, maar tegelijk ook ontluisterend. De keizer had geen kleren meer. Of tenminste: hij had niets meer te zeggen over de mode van hier en nu, laat staan morgen.

Gaultier ploegde dapper voort, maar misschien was hij niet langer relevant. Niet echt een verrassing dat zijn zakencijfer in elkaar stuikte.

Uiteindelijk werd het lot van het merk Jean-Paul Gaultier toch vooral bepaald door financiële overwegingen. "Rekening houdend met de huidige staat van het bedrijf, hebben we verschillende mogelijkheden onderzocht", schreef hij. De zaak grotendeels stopzetten, leek de enige valabele oplossing.

Het is een moeilijke periode voor ontwerpers, groot en klein. Ze worden platgedrukt door zowel de luxemerken als de goedkope winkelstraatketens, om nog maar te zwijgen van een nieuwe generatie merken die zich daartussen positioneert, zoals Sandro en Maje.

Luxe als scheldwoord

Toen Gaultier zijn label begon in de late jaren 70 was luxe nog een scheldwoord (Karl Lagerfeld begon bij Chanel in 1983, en Louis Vuitton startte pas in de nineties met een modelijn), en was het aanbod van de winkelstraten beperkt en belegen. Dit was het pre-H&M- en pre-Topshoptijdperk; in onze contreien had je alleen het Nederlandse Mac & Maggie.

Gaultier behoorde met Claude Montana en Thierry Mugler tot een nieuwe, frisse lichting onafhankelijke créateurs in Parijs. Ze baanden de weg voor achtereenvolgens de Japanse avant-garde en de Belgen, te beginnen met Martin Margiela, die zijn carrière trouwens begon bij Gaultier.

Gaultier symboliseerde het nieuwe Frankrijk van 1981, toen het land met François Mitterrand en zijn modeminnende cultuurminister Jack Lang een cultuurschok kreeg toegediend. Hij werd zonder veel moeite het enfant terrible van de Parijse mode. Gaultier was een kapoen, een sympathieke deugniet die durfde, zonder ooit echt te choqueren. Hij stopte mannen in rokken, dweepte met kitsch en Madonna, en gooide met zijn mode een brug tussen de populaire Franse cultuur (berets en baguettes) en het multiculturele touche pas à mon pote-ideaal van de vroege eighties. Hij gooide Marlene Dietrich in een mixer met schrijver Jean Genet en pornoregisseur Jean-Daniël Cadinot.

De tragedie van Gaultier was dat hij vervolgens twintig jaar en langer dat etiket van kwajongen bleef dragen (hij was altijd de chouchou van de Franse moderedactrices). En dat hij, vanuit creatief oogpunt, nooit echt evolueerde.

Voor zijn avonturen in de haute couture, sinds 1997, kreeg Gaultier de voorbije jaren betere rapporten dan voor zijn gewone collecties. Dankzij een tachtigtal vaste klanten, wat in die sector een mooi aantal is, draait de afdeling naar verluidt break-even (het atelier heeft 25 naaisters in dienst).

Maar over het algemeen is couture toch vooral een marketinginstrument in dienst van de parfumbusiness van een merk. Dat is bij Gaultier niet anders. Volgens het Amerikaanse vakblad Women's Wear Daily vertegenwoordigt de parfumdivisie 80 procent van de omzet van Gaultiers bedrijf. De naam Gaultier moet dus in leven worden gehouden, en daar zijn coutureshows, met al hun praal en glamour en celebrities, natuurlijk uitstekend geschikt voor.

Hotel Gaultier?

En misschien is Gaultiers au revoir geen adieu. Misschien wordt de prêt-à-porter van het merk op termijn wel geherlanceerd.

Met Balenciaga is in het verleden precies hetzelfde gebeurd. Dat merk werd jarenlang met een couturecollectie aan een spreekwoordelijk infuus gehouden, om uiteindelijk te herrijzen in de prêt-à-porter.

Of het kan Gaultier vergaan als zijn tijdgenoten Claude Montana, die zijn dagen vult met ogenschijnlijk dronken wandelingen in de buurt van Palais-Royal in Parijs, Christian Lacroix, die theaterkostuums ontwerpt en treinen, en Thierry Mugler, die zich tegenwoordig Manfred laat noemen.

Gaultier liet al verstaan dat hij "bepaalde samenwerkingen" wil aangaan - hotelinterieurs, projecten met andere merken. "Dit is een nieuw begin," schreef hij in zijn brief. "Ik zal opnieuw creatief kunnen zijn, me uitdrukken, voluit, zonder beperkingen." Groggy, maar vol goede hoop.

De 10gezichten van l'enfant terrible

Gaultier (r) en Antoine de Caunes als prins Charles en Camilla Parker-Bowles, tijdens de British Comedy Awards, 1995.

Gaultier neemt het applaus in ontvangst na de ready to wear spring/summer show van Hermès, Parijs 2010.