Westen pakt China aan
China staat een evenwichtige groei van de wereldeconomie in de weg, en dat stuit de Verenigde Staten en Europa tegen de borst. De Aziatische reus gebruikt goedkoop kapitaal als een wapen, maakt zich schuldig aan dumpingpraktijken en houdt zijn munt kunstmatig laag om zijn export te ondersteunen. Het Westen haalt fel uit naar China en denkt na over maatregelen.
De Amerikaanse minister van Financiën, Timothy Geithner, nam gisteravond het Chinese economische beleid scherp op de korrel. Volgens hem laat China zijn munt te weinig en te traag stijgen. ‘We onderzoeken de belangrijke vraag welke instrumenten ter beschikking staan om de Chinese autoriteiten aan te moedigen sneller te gaan.’
Geithner hamert erop dat China de yuan door continue wisselmarktinterventies kunstmatig goedkoop houdt, om zo zijn exporteurs te bevoordelen. China stapelt zo de handelsoverschotten met de rest van de wereld op. De goedkope yuan maakt het de VS ook moeilijk hun eigen forse handelstekort terug te dringen. “Door het wisselkoersbeleid te strak te houden, belemmert China de nodige aanpassingen om tot de evenwichtigere en sterkere groei te komen die we allemaal nodig hebben.”
Het glaciale tempo waarin de Chinese munt stijgt, leidt tot toenemende zure oprispingen in Washington. De VS zagen de voorbije maanden met lede ogen toe hoe hun bilaterale handelstekort met China weer fors oploopt. De VS voerden in juli voor 33,3 miljard dollar (26,2 miljard euro) in uit China, terwijl er in omgekeerde richting maar voor 7,3 miljard dollar Amerikaanse goederen en diensten hun weg naar China vonden.
Japan
Geithner verwijt China niet alleen via een goedkope yuan zijn exporteurs te bevoordelen op de afzetmarkten, maar bovendien ook nog eens de binnenlandse markt voor buitenlandse concurrenten af te schermen. “China combineert al geruime tijd de exportgedreven groeistrategie met maatregelen die de binnenlandse industrie beschermen”, zegt hij. Geithner stipt aan dat de overheid via staatsbedrijven Chinese ondernemingen goedkoop krediet ter beschikking stelt.
Ook Japan vindt dat zijn exporteurs lijden onder de kunstmatig goedkope Chinese munt. Woensdag kwam Japan voor het eerst in zes jaar tussen om de klim van de yen af te remmen. Aangezien China zijn munt nog grotendeels op de dollar afstemt, is de klim van de yen tot het hoogste peil in 15 jaar tegenover de dollar voor Japanse bedrijven ook nefast op de belangrijke Chinese afzetmarkt.
Europese bedrijven ondervinden ook steeds meer last van de Chinese handelspraktijken. Peking tekent voor helft van alle antidumpingonderzoeken die de Europese Commissie dit jaar al is begonnen. “China heeft steeds minder een loonkostenvoordeel. De lonen stijgen er. Maar het heeft wel een massa goedkoop kapitaal. Het is dus niet verwonderlijk dat er onderzoeken opgestart worden naar onrechtmatige subsidies”, stelt een bron in de Europese Commissie naar aanleiding van het antisubsidieonderzoek dat de Commissie begonnen is op vraag van de Leuvense datacommunicatiespecialist Option (zie inzet). Het gaat nog maar om het tweede dergelijke onderzoek dat Europa voert. Ook het eerste focuste op soortgelijke Chinese praktijken, met name in de papiersector.
Druk
China blijft daarmee de eerste verdachte in de internationale handel. Het land wil van die reputatie af. China is sinds 2001 lid van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), maar heeft er nog niet het statuut van ‘markteconomie’ verkregen. Dat maakt het andere WHO-lidstaten gemakkelijker antidumpingheffingen op te leggen.
Normaal gezien krijgt China dat statuut over enkele jaren, maar Peking wil het sneller. Europese en ook Amerikaanse politici kunnen daar echter moeilijk mee instemmen, omdat de druk van de westerse bedrijven te hoog is.