Direct naar artikelinhoud

Groeilanden gaan kopje-onder

Tot voor kort waren ze de locomotief van de wereldeconomie. Maar de voorbije maanden begint de motor van de BRIC-landen hard te sputteren. Beleggers hebben dat ook in de gaten en trekken hun centen terug uit Brazilië, Rusland, India en China.

Het lijken wel communicerende vaten. Aan de ene kant trekken de beurzen in de VS, Japan en West-Europa aan, aan de andere kant boeren de aandelenmarkten in Brazilië, Rusland, India, China en een reeks andere groeilanden achteruit.

In New York won de Standard&Poor's index bijna 13 procent sinds het begin van dit jaar. In Brussel klom de Bel20 10 procent hoger. Koploper is de Nikkei in Japan, die dit jaar een stijging van 25 procent liet optekenen. Tegelijk boert São Paulo 17 procent achteruit, Moskou 16 procent, Shanghai 9 procent en Bombay 7 procent.

De betere cijfers in het Westen weerspiegelen in de eerste plaats de prille heropleving in Japan, Europa en de VS. Voor het eerst sinds midden 2007 is de bijdrage van de westerse economieën aan de groei van de wereldeconomie groter dan die van de opkomende landen, meldt de krant Le Monde op gezag van het Amerikaanse hefboomfonds Bridgewater.

Voor de opkomende landen, die reeds enkele jaren gelden als locomotief van de wereldeconomie, is dat een nieuw gegeven met belangrijke financiële implicaties. Niet dat de economische bedrijvigheid in de BRIC-landen volledig is stilgevallen. Maar met "slechts" 7,5 procent groei in het tweede kwartaal zit China wel onder het beoogde groeicijfer van 7,8 procent in 2012 en 9,3 procent in 2011. India trekt aan de alarmbel nu de groei onder de 5 procent dreigt te vallen.

Rusland en Brazilië zijn er het slechtst aan toe. In Brazilië, dat af te rekenen heeft met politieke en sociale spanningen, zit de groei in het laatste kwartaal onder de 1 procent. Met een groei van 1,2 procent van april tot juni doet Rusland niet veel beter. Het is het slechtste kwartaalcijfer sinds 2009.

De verklaring voor het zwakke presteren is niet ver te zoeken. De groeivertraging in China zorgt voor problemen. De Chinese economie heeft minder grondstoffen nodig. Dat zet de prijzen onder druk. Opkomende landen die grondstoffen exporteren naar China hebben te lijden onder deze evolutie.

De belangrijkste oorzaak voor de ommekeer op de aandelenmarkten is evenwel niet daar te vinden, maar wel in de VS, waar de centrale bank heeft aangekondigd binnenkort een einde te maken aan haar monetaire "doping". Om de Amerikaanse economie weer vlot te krijgen pompte de Federal Reserve de voorbije jaren honderden miljarden in het systeem.

Dat geld vond makkelijk zijn weg naar de opkomende landen. Investeerders gebruikten de centen om daar nieuwe beleggingskansen te zoeken, met een flinke stijging van aandelenmarkten tot gevolg. Beleggers vonden een alternatief voor investeringen in staatsobligaties in industrielanden, die nauwelijks wat opbrachten. Ze gingen voor het snelle geldgewin in de opkomende landen en sloten de ogen voor de risico's die daaraan verbonden waren.

Kapitale vlucht

Nu de Amerikaanse centrale bank de geldkraan gaat dichtdraaien, zijn de BRIC-landen de eerste die die maatregel voelen. Het geld stroomt niet meer binnen. De groeilanden zien kapitaal zelfs wegvloeien. Volgens de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley bedroeg de 'kapitaalvlucht' van investeerders uit de groeilanden in de maand juni 14,9 miljard euro, een record. Nu zij hun centen terugtrekken, zakken de aandelenmarkten in.

Ook de obligatiemarkten dreigen in de klappen te delen. Het 'goedkopegeldbeleid' van de Federal Reserve heeft de rente op Amerikaanse staatsobligaties tot haast nul gereduceerd. Nu er een einde komt aan dat beleid, kan de rente weer stijgen. Voor investeerders wordt het dan opnieuw interessant om Amerikaanse staatsschuld te kopen.

Dat kan investeerders ertoe aanzetten om nog meer centen uit BRIC-landen terug te trekken, waardoor de opkomende landen nog meer in de kou komen te staan. Jim O'Neill, de vroegere econoom van Goldman Sachs die als eerste de term BRIC in de mond nam, ziet de groeilanden aan het kortste eind trekken. In The New York Times liet hij optekenen dat "de VS een van de grootste winnaars zullen zijn" van de ommekeer op de financiële markten.