Direct naar artikelinhoud

'Het land dat de sax uitvond, moet hem weer terugkrijgen '

Karel Goetghebeur voelde zich al tijden geïnspireerd door de levensloop van Adolphe Sax. Als ultiem eerbetoon aan de Belgische uitvinder van de saxofoon besloot hij het muziekinstrument weer door een Belgisch bedrijf te laten produceren. 'Banken, bier, het is al lang niet meer Belgisch. Het is tijd voor een omgekeerde beweging.' Lauren Heeffer

De levensloop van de in Dinant geboren Adolphe Sax leest als een tragische roman. Zo verloor hij niet alleen zeven broertjes en zusjes, hij ontsnapte zelf meermaals aan de dood. De in Brugge wonende Oostendenaar Karel Goetghebeur (34) heeft meer geluk in het leven, maar raakte wel gefascineerd door het turbulente verhaal van Belgiës meest beroemde uitvinder. De liefde voor de saxofoon dateert van toen Goetghebeur vier jaar was en een vriend van zijn ouders het onbekende glanzende gevaarte in zijn handen stak. "Ik zette mijn mond aan het mondstuk, blies erop... en er kwam geluid uit", vertelt hij enthousiast.

Maar wat beide heren het meest typeert, is hun ondernemersbloed. Sax was de zoon van een instrumentenbouwer, en is er net als Goetghebeur "een beetje ingerold". Zijn muzikaal talent, en zijn uitvinding, de saxofoon, werden opgemerkt door een Franse generaal en die haalde Sax naar Parijs. Daar richtte hij Adolphe Sax & Cie. op. Drie keer ging de man failliet door rechtszaken. "De problemen die we vandaag kennen, bestonden toen ook al. Maar ondanks alle tegenslagen, veerde hij telkens weer recht", zegt Goetghebeur.

"Adolphe Sax had een enorm doorzettingsvermogen. Hij stak zijn nek uit, was gedreven en had zijn eigen karakter. Typisch Belgisch."

Goetghebeur is de kleinzoon van een scheepsbouwer en kreeg de West-Vlaamse trotsvoorhet vakmanschap met de paplepel ingegeven. "Eigenlijk kon Adolphe Sax een West-Vlaming geweest zijn." Zelf heeft hij nogal een 'rare carrièreloop' gehad. Na zijn werk in de uitvaartsector en farmaceutica openende Goetghebeur in 2007 een eigen saxofoonwinkel. Hij verkocht er Taiwanese modellen. De zaken gingen goed, en twee jaar geleden werd de winkel zijn hoofdberoep.

Maar de euforie kon niet groter zijn toen hij hoorde dat de naam 'Adolphe Sax & Cie.' niet meer gepatenteerd was. Met het bedrijf op te richten worden er voor het eerst sinds 50 jaar weer Belgische saxofoons gemaakt. "Ik was al langer van plan om iets te doen rond Adolphe Sax. Veel Belgen weten zelfs niet dat de saxofoon een Belgische uitvinding is, zelfs al stond hij afgebeeld op het briefje van 200 Belgische frank. Laat het mijn roeping zijn: de Belg zijn saxofoon teruggeven door het merk nieuw leven in te blazen", vertelt Goetghebeur.

Samen met zijn technici trok hij naar Taiwan op zoek naar een bedrijf dat hun visie op de saxofoon wilde bouwen. "De meest gehoorde klacht van saxofonisten is dat hun vrij dure oefensaxofoons het slechts enkele jaren volhouden. Het is ook massaproductie geworden. Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar de traditionele wijze waarop saxofoons werden gemaakt is niet te vergelijken met sommige Chinese producten."

Zo is het metaal van de bekers van de Adolphe Sax & Cie.-saxofoon met de hand gevormd, en niet machinaal geperst. "Machinaal persen rekt de structuur van het metaal uit, en bepaalde delen worden dunner. Dat heeft gevolgen voor de klankresonantie en de klankkleur. Een muzikant zal dan zeggen dat de saxofoon 'blikkerig' klinkt." Het hele productieproces blijft in Taiwan en niet in China, want dat garandeert de beste kwaliteit volgens Goetghebeur.

De bedoeling is niet dat alles op de oude manier wordt gemaakt, want in navolging van Sax kiest Goetghebeur ook voor vernieuwing. "Veel saxofonisten zijn verliefd op oude modellen, maar die vingerzetting is niet comfortabel. Ons model is eigenlijk het oude model maar met een moderne applicatuur. Wij voorzien daarmee in de noden van saxofonisten."

Op termijn hoopt Goetghebeur de hele productie naar België te halen. "Mijn grootste droom is om ervoor te zorgen dat er binnen 10 à 15 jaar weer echte Belgische saxofoons worden gemaakt. Ik maak de omgekeerde beweging. Geleidelijk aan het productieproces uit de Aziatische landen naar België halen. Ze hebben al alles van ons afgepakt. Banken, bier, het is allang niet meer Belgisch."

"Het zal wel wat duurder zijn, de Belgische loonkosten zijn wat ze zijn, maar we streven ook geen massaproductie na." Hij mikt op een jaarlijkse verkoop van 50 modellen. Daarnaast blijft hij importeren uit Taiwan.