Direct naar artikelinhoud

De vluchtroutes van dictators na hun carrière

De afgetreden Egyptische president Hosni Moebarak zou in Sharm el Sheikh zitten, of volgens geruchten al gevlucht zijn naar Dubai. Waar vonden andere dictators een toevluchtsoord?

Jean-Claude ‘Baby Doc’ Duvalier vluchtte in 1986, na vijftien jaar presidentschap in Haïti, naar Frankrijk. Aanvankelijk leidde hij een luxeleven, dankzij de miljoenen die hij uit de staatskas had weggesluisd. Hij pendelde tussen een luxueus appartement in Parijs en een riante villa in Cannes. Maar na zijn scheiding in 1993 raakte hij aan lager wal. Hij werd achtervolgd door schuldeisers en mensenrechtenactivisten, die hem wilden aanklagen voor de misdaden tijdens zijn presidentschap. Ten einde raad keerde hij begin 2011 terug naar Haïti, in een poging 3,4 miljoen euro op een geblokkeerde Zwitserse rekening los te krijgen. Het plan mislukte. De 60-jarige Duvalier werd in Haïti opgepakt.

De Oegandese dictatorIdi Amin overspeelde zijn hand toen hij in 1978 een oorlog begon met buurland Tanzania. Veldmaarschalk Al Hadj Idi Amin Dada, Heer van Alle Dieren Van het Land en Vissen in de Zee, Overwinnaar van het Britse Rijk in Afrika in het Algemeen en Oeganda in het Bijzonder, curieus genoeg ook wel bekend als ‘de Koning van Schotland’, moest een jaar later het veld ruimen voor oprukkende Tanzanianen en Oegandese vrijheidsstrijders. Hij vertrok eerst naar Libië, maar verhuisde eind jaren tachtig naar Saoedi-Arabië, waar hij in 2003 in Mekka overleed. Onder zijn bewind werden naar schatting 300.000 Oegandezen gedood.

Charles Taylor,president van Liberia sinds 1997, werd in 2003 door het Sierra Leonetribunaal aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden tijdens de burgeroorlog in buurland Sierra Leone. Na Slobodan Milosevic werd Taylor hiermee de tweede machthebber die nog terwijl hij aan de macht was in staat van beschuldiging werd gesteld door een internationaal gerechtshof. Taylor trad af en vluchtte naar Nigeria, waar hij een tijdlang woonde. Toen de Nigerianen dreigden hem uit te leveren aan Sierra Leone, verdween hij. Hij werd aan de grens opgepakt en zit nu in Den Haag in de cel, in afwachting van de uitspraak in zijn proces.

Ferdinand Marcos, sinds 1965 president van de Filipijnen, moest in 1986 na een revolutie vluchten. Bondgenoot Amerika vloog hem naar Hawaï, waar hij in 1989 op 72-jarige leeftijd overleed. Zijn drie laatste jaren in Honolulu baadde hij in luxe. Hij had tijdens zijn presidentschap de nodige staatsgelden weggesluisd en nam op zijn vlucht nog eens 24 koffers met goudstaven mee. Na zijn dood duurde het vier jaar voor hij op de Filipijnen mocht worden begraven. Zijn weduwe Imelda Marcos, berucht van de schoenen, had meer problemen. Zij kreeg de ene na de andere rechtszaak tegen zich aangespannen voor oplichting en diefstal. Meestal werd ze vrijgesproken.

De sjah van Perzië eindigde in 1979 in - saillant in het licht van de huidige gebeurtenissen - Egypte. Mohammed Raza Pahlavi had toen al een hele rondreis achter de rug. Zijn eerste stop na het vertrek uit Teheran was ook al Egypte, waar hij in Aswan hartelijk werd ontvangen door president Sadat. Daarna woonde hij in Marokko en Mexico, waarna hij naar de VS vertrok voor medische behandeling. Vervolgens leefde hij een tijdlang in Panama. Dat land moest hij halsoverkop verlaten toen een diplomaat van de lokale Iraanse ambassade op de deurmat verscheen met een dik pak papier vol uitleveringsverzoeken. Hij trok opnieuw naar Egypte, waar hij op 27 juli 1980 overleed, 60 jaar oud.