Direct naar artikelinhoud

Seks, drugs en 'pump and dump'

Beursmakelaar Jordan Belfort was een financieel roofdier. Zot van glorie, geil van geld. En dus gebruikte hij de titel The Wolf of Wall Street voor zijn autobiografie. In zijn gelijknamige, epische meesterwerk schetst regisseur Martin Scorsese een hallucinant beeld van de exuberante, door seks en drugs voortgestuwde levenswandel van deze wolf in schaapskleren.

In een van de eerste scènes van The Wolf of Wall Street zien we Jordan Belfort (fenomenale vertolking van Leonardo DiCaprio) coke snuiven uit de bilnaad van een of ander hoertje. De toon is meteen gezet: dit wordt een verhaal waarin buitensporige seks en excessief drugsgebruik een belangrijke rol zullen spelen. Even later richt het personage van Jordan Belfort zich voor de eerste keer rechtstreeks tot de camera. Om ons te vertellen dat zijn levensverhaal niet daar, maar natuurlijk al veel eerder begonnen is. Om aan te kondigen dat hij later in de film, al dan niet via voice-over, nog wel meer opheldering zal verschaffen. En, last but not least, om meteen te demonstreren dat hij over de gave van het woord beschikt en ook voldoende charme uitstraalt om het publiek voor zich in te nemen.

Jordan Belfort werd in 1962 geboren in de Bronx, als zoon van een boekhouder en een advocate. Hij groeide op in Queens en ging aan de American University biologie studeren. Aanvankelijk ging hij de transportsector in. Maar Belfort vond dat de winstmarges in die sector te klein waren. Hij ging dan maar aan de slag als beursmakelaar in Wall Street, waar hij bij verschillende firma's, zoals L.F. Rothschild, D.H. Blair en F.D. Roberts Securities, de knepen van het vak leerde. De toekomst zag er rooskleurig uit voor de ambitieuze jongeman, maar dan was er die Zwarte Maandag in september 1987. De beurs crashte, met een massale ontslaggolf in Wall Street tot gevolg.

Vlotte verkoopspraatjes

Maar Jordan Belfort had de smaak van de fast buck goed te pakken en begon dan maar in Long Island met zijn eigen makelaarskantoor, waarvoor hij de respectabel klinkende naam Stratton Oakmont bedacht. Zijn wapen: de telefoon. Zijn strategie: vlotte verkoopspraatjes om goedgelovige, kleine beleggers waardeloze aandelen aan te prijzen, tegen een forse commissie. Het bedrijf groeide en bloeide. Op een bepaald moment telde Stratton Oakmont meer dan duizend personeelsleden, die tweemaal daags door hun (sekte)leider met motivational speeches werden opgepept. Het geld stroomde binnen.

Een van de typische (en onwettige) tactieken waarmee Belfort en zijn vennoten mooie sier maakten, was het pump and dump-systeem. Aandelen, waarvan zij er zelf een pak in handen hadden, werden keihard aangeprezen tot ze veel hoger stonden dan ze eigenlijk waard waren. En dan snel gedumpt. Een van de meest beruchte voorbeelden in dat verband was de beursgang van schoenenkoning Steve Madden, die daarvoor later trouwens ook in de gevangenis zou belanden. Die totaal onverantwoordelijke en immorele werkwijze wordt in de film door Belfort zelf uitgelegd. Grotendeels toch, want hij stelt de kijker al meteen gerust: hij wil niet te technisch worden. Het enige wat we moeten onthouden, is dat zijn bedrijf bij zo'n beursgang in enkele uren tijd maar liefst 23 miljoen dollar verdiend had. En dat het allemaal illegaal was.

De geruststelling dat er niet te veel beursjargon zal gebruikt worden, is trouwens essentieel voor de film. Het moet duidelijk maken dat Martin Scorsese en zijn scenarist Terence Winter, bekend van The Sopranos en Boardwalk Empire, niet zozeer geïnteresseerd waren in een financiële thriller, dan wel in een exuberante karakterstudie van een man die, gedreven door hebzucht en gulzigheid, een life in the fast lane begon te leiden. De excessen en de consequenties die daaruit voortvloeiden, waren hallucinant. Van dwergwerpen op kantoor als vorm van groepsbinding, over een delirische seksorgie in een privévliegtuig op weg naar Las Vegas om daar te trouwen, tot het doen zinken van een reusachtig jacht door het tegen alle waarschuwingen in toch een storm te doen invaren.

Het kon niet blijven duren. Ondanks alle excessen was Belfort een kleine vis in de grote vijver van het financiewezen, maar zijn buitenissige levensstijl én de toenemende klachten van bedrogen beleggers moesten wel de aandacht van de autoriteiten trekken. Belfort werd uiteindelijk aangeklaagd wegens beursfraude en witwasserij, maar kon zijn veroordeling in 2003 beperkt houden tot een twintigtal maanden door meteen ook zijn vennoten aan de galg te praten.

Voorschot

In de gevangenis besloot hij zijn wedervaren aan het papier toe te vertrouwen, waarbij hij zich naar eigen zeggen liet inspireren door de lectuur van The Bonfire of the Vanities van Tom Wolfe en de schrijfstijl van de journalistieke legende Hunter S. Thompson. Uitgeverij Random House had er naar verluidt een voorschot van 1 miljoen dollar voor over, gevolgd door een nog groter bedrag voor de filmrechten.

Jordan Belfort is inmiddels weer op vrije voeten en verdient nu een ongetwijfeld goedbelegde boterham met het geven van motivatiespeeches en het verkopen van dvd's met verkoopspraatjes. Hij moet wel nog een bedrag van zo'n tien miljoen dollar aan schadevergoedingen terugstorten, maar die betalingen laten blijkbaar op zich wachten.