Direct naar artikelinhoud

Lernout naar cassatie, Hauspie niet

L&H-stichter Jo Lernout legt zich niet neer bij zijn veroordeling door het Gentse hof van beroep en trekt naar cassatie. Costichter Pol Hauspie gooit wel de handdoek in de ring en tekent geen cassatieberoep meer aan.

‘Het is niet eerlijk dat Jo Lernout even zwaar gestraft wordt als het ‘brein’ Pol Hauspie’, vindt Lernouts advocaat.

Het hof van beroep te Gent veroordeelde Jo Lernout en Pol Hauspie, de stichters van het gevallen taaltechnologiebedrijf L&H, eergisteren elk tot vijf jaar gevangenisstraf, waarvan drie jaar effectief, en een geldboete. Ze werden schuldig bevonden aan boekhoudfraude, valsheid in geschrifte en koersmanipulatie. Maar Jo Lernout trekt nu naar het hof van cassatie tegen het arrest. “Er zitten een aantal dingen in het arrest die niet door de beugel kunnen”, zegt zijn advocaat Luc Gheysens. Pol Hauspie volgt het voorbeeld van zijn spitsbroeder niet. “De straf is consequent met wat we hebben gepleit, met wat we verwachtten en hoopten”, zegt zijn advocaat Frank Van Leemput.

Nico Willaert en Gaston Bastiaens, de twee overige leden van het toenmalige topkwartet bij L&H, houden hun beslissing nog in beraad, net als nog enkele andere partijen waaronder het Gentse parket-generaal. De veroordeelde Thomas Denys, de gewezen advocaat van L&H, stapt naar wel cassatie.

Volgens de advocaat van Jo Lernout kan het niet dat zijn cliënt op dezelfde manier wordt gestraft als de andere twee toenmalige gedelegeerd bestuurders, Pol Hauspie en Nico Willaert. “Men moet differentiëren. Het hof noemde Hauspie het brein achter de feiten en toch krijgt Jo Lernout evenveel als hij. En daarmee wil ik niet zeggen dat die twee anderen zwaarder moeten worden gestraft, wel integendeel.”

Gheysens zegt ook dat “het absoluut niet waar is dat Lernout omzet heeft geboekt of heeft laten boeken met uitsluitend de bedoeling de koers op te drijven” en wijst erop dat L&H bij het boeken van de ‘luchtledige’ omzet in de beruchte taalbedrijfjes (LDC’s) gewoon de Amerikaanse beursregels volgde.

Maar het hoofdargument voor het hof van Cassatie wordt, zoals het hoort, puur procedureel en draait om de verhuis van de zaak-L&H van de rechtbank van eerste aanleg in Ieper naar het Gentse hof van beroep. Volgens Gheysens gebruikte het Openbaar Ministerie daarvoor een drogreden, namelijk het feit dat de intussen vrijgesproken beklaagde Dirk Cauwelier, een gewezen L&H-bestuurder, ook hulprechter was.

“Het Gentse hof van beroep had de strafvordering tegen Dirk Cauwelier onontvankelijk moeten verklaren wegens een manifest laattijdige inverdenkingstelling, zoals wel gebeurde met het juridische team van L&H”, vindt Gheysens. “Maar dat is niet gebeurd, omdat het hof zich dan onbevoegd had moeten verklaren. Plaats- vervangend handelsrechter Cauwelier is de reden dat het dossier bij het hof belandde en niet bij eerste aanleg in Ieper, wegens voorrecht van rechtsmacht. Het Openbaar Ministerie heeft hem erbij gehaald om ons een aanleg te ontnemen, goed wetende dat hij niets met de zaak te maken had. Dat laatste is nu bevestigd door het hof. Door het verdwijnen van die aanleg zijn onze rechten ernstig geschonden. Het manoeuvre van het Openbaar Ministerie wordt nu gewoon gehonoreerd door het hof.”

Het juridische gespin hoeft voor Pol Hauspie niet meer. Hij lijkt te berusten in zaak en tekent geen cassatieberoep aan. Zijn advocaat Frank Van Leemput: “Mijn cliënt heeft begrepen waarover het gaat, het is een vorm van verantwoordelijkheid nemen tegenover zichzelf en tegenover het gerecht. Het is een belevenis van de realiteit. Cassatie is voor sommigen meer emotie dan rede.”

Het valt nog af te wachten of Jo Lernout, Pol Hauspie en Nico Willaert de drie jaar effectieve celstraf die ze kregen, ook zullen moeten uitzitten. Normaal gezien krijgen Hauspie en Willaert in de komende weken een brief waarin zal staan dat ze zich in de dichtstbijzijnde gevangenis aan moeten bieden. Voor Lernout ligt dat anders: omdat hij nog in cassatieberoep is gegaan, wordt het uitzitten van zijn straf ook uitgesteld.

Maar ook van Hauspie en Willaert is het verre van zeker dat ze de cel in moeten. Ten eerste worden straffen tot drie jaar in de praktijk vaak niet uitgezeten, ten tweede hebben de drie al een drietal maanden voorhechtenis achter de kiezen. En ten derde komen ze eventueel in aanmerking voor een enkelband.