Spanningen tussen VS en Rusland lopen op
Met steeds meer nieuwe bewijzen proberen de VS de Russische verklaring voor de gifgasaanval onderuit te halen. De spanningen tussen beide grootmachten lopen zo verder op.
Bij de gifgasaanval op 4 april in Khan Sheikhoun, in de provincie Idlib, vielen minstens zeventig doden. Ooggetuigen, dokters en videobeelden wezen in de richting van een aanval met saringas door het regime. De VS wachtten niet op onderzoek, maar bestookten twee dagen later al een Syrische luchtmachtbasis.
Rusland nam van in het begin zijn Syrische partner in bescherming. Volgens hen bombardeerde de Syrische luchtmacht een munitiedepot van de rebellen in de oostrand van de stad en kwam het gas daardoor vrij.
'Per ongeluk' gedood
Om de Russische claims te weerleggen, deelde het Witte Huis vier pagina's die tot dan geclassificeerd waren. Bovendien zouden VS-militairen vlak voor het incident communicatie hebben onderschept tussen het Syrische leger en chemie-experten.
Dat wil niet per definitie zeggen dat de VS op voorhand van de aanval wisten. Het duurt vaak even om de grote hoeveelheid onderschepte communicatie in Irak en Syrië te verwerken. Maar de VS willen ermee aantonen dat ze zeker van hun zaak waren. De Syrische president Bashar al-Assad noemt de gifgasaanval "voor 100 procent verzonnen" en de foto's van dode kinderen "in scène gezet".
Tegelijkertijd drijft het de spanningen met Rusland op, want de chemici zouden volgens de VS weleens Russen kunnen zijn. "We weten dat ze chemie-experten in Syrië hebben", vertelde een Amerikaanse legerchef op een briefing in het Pentagon.
Ondertussen beschuldigt het Syrische leger de VS van een luchtaanval op een opslagplaats van gifgas van de terreurgroep Islamitische Staat. De Syrische staatstelevisie meldt dat die aanval in Deir ez-Zor honderden doden als gevolg had. De door de VS geleide alliantie, waar ook België deel van uitmaakt, ontkent het bericht in alle toonaarden.
Wel moest de Internationale Coalitie toegeven dat het deze week met een luchtaanval achttien Syrische rebellen "per ongeluk" om het leven bracht. De Coalitie dacht dat het om een gevechts-positie van IS ging, maar het bleek een bastion van de Syrische Democratische Strijdkrachten.