Direct naar artikelinhoud

Het speeltje wordt te duur

Als de economieën in Zuid-Europa al dreigen te bezwijken onder de schuldenlast, hoe moet het dan met die emotionele economie van het voetbal waarin succes te koop is, of eigenlijk te koop was. De clubs klopten jarenlang aan bij de overheid en bij de banken, maar ook daar raakt het geld op. De instanties zijn de liefdadigheid moe, ze prikken de met emoties gevulde ballon van het voetbal door en trotseren de knal.

De zon in Athene kruipt bijna elke dag naar de staalblauwe hemel en doet dat nog steeds gratis. Aan menig Griekse voet kabbelt de schitterende zee. Ook al voor niks. Ja, sportverslaggever Antonis Oikonomidis van de krant Sportday probeert het leven van de lichte kant te zien, nadat hij eerst een inktzwart beeld heeft geschetst van het voetbal in Griekenland.

Het is het verhaal van faillissementen, omkoping, vluchtende topspelers. "Schulden maken is onderdeel van ons DNA. Griekenland heeft zich jarenlang gedragen als een grote voetbaleconomie, terwijl het een klein land is." Je zou de termen uit het gewone leven kunnen gebruiken: speculatie. Met voetballers. Op succes. Virtueel geld. Casinokapitalisme.

Maar het voetbal heeft, in tegenstelling tot de 'normale' economie, geen Europees noodfonds. Het voetbal klopte jarenlang aan bij de overheid en bij de banken, maar ook daar raakt het geld op. De instanties zijn de liefdadigheid moe, ze prikken de met emoties gevulde ballon van het voetbal door en trotseren de knal. Maar wat dan?

Al 5 Griekse profclubs opgedoekt

Het voetbal valt terug op zichzelf, op zijn eigen overlevingskracht. Dat valt niet mee, in een wereld van structureel te hoge uitgaven en megalomane voorzitters. In de lagere Griekse afdelingen zijn al vijf profclubs verdwenen.

Neem Panathinaikos, trots van Athene, dertig jaar beheerd door de puissant rijke familie Vardinogiannis. De dynastie heeft zijn handen van de club afgetrokken, maar niemand wil de aandelen. Niemand. Zelfs niet nu ze gratis zijn, want de schuld bedraagt zeker 50 miljoen euro. Het voetbal mag van iedereen zijn, straks is het van niemand meer.

Het budget van Panathinaikos is met 60 procent gedaald ten opzichte van vorig seizoen. Sterspeler Djibril Cissé is vertrokken. En Oikonomidis zelf? "Het valt niet mee", zegt hij. Veertig procent minder salaris sinds november. Nee, hij had geen keuze. Het was genoegen nemen met minder of ontslag. In de media zijn zeker duizend banen verdwenen. Griekenland telt elf sportdagbladen.

Voetballen in Zuid-Europa staat voor avontuur; zon, huis met zwembad, buiten eten als in België de gordijnen al zijn gesloten. Emotie, warmbloedigheid. Wie kan daarover beter vertellen dan man van de wereld Aad de Mos, in het seizoen 2009-2010 trainer van Kavala, een provincieclub uit het noorden van Griekenland?

Of hij zijn geld op tijd kreeg? "Heel netjes." Voorzitter Makis Psomiadis was jarenlang de grote sigaren rokende, door zijn financiële handel en wandel omstreden voorzitter van AEK Athene, totdat hij terugkeerde naar huis. Naar Kavala, waar hij de club kocht. Op een dag wilde hij beter zijn dan AEK, Olympiakos, Panathinaikos en PAOK, terwijl dat eigenlijk niet kan. Ja, hij kwam een eind, hij won sporadisch duels van de topclubs, en De Mos miste Europees voetbal op een punt.

De Nederlandse coach liep weleens met Psomiadis langs de terrassen in Kavala en dan wilden mensen met de president op de foto, of ze omhelsden hem. Ja, ook De Mos vond dat machtig mooi. Vader en zoon Psomiadis droomden hun ambities. "De zoon wilde het liefst op de bank zitten, naast mij. Dat kon ik niet accepteren." De Mos verdween na een seizoen.

"Het is een heel aparte wereld, tot en met geleid door emotie, met desnoods elk half jaar een andere voorzitter die geld meeneemt. De filosofie is gebaseerd op de volgende dag, op de volgende wedstrijd." Alles is toegestaan. Hoewel, alles? Kavala begint dit seizoen met acht minpunten, vanwege het aandeel in een omvangrijk omkoopschandaal. Psomiadis is geschorst.

In Spanje dreigen de clubs met een staking, omdat hun cao's niet zijn geregeld en talloze spelers geld tegoed hebben. De gezamenlijke schuld bedraagt 4 miljard. In Italië moet zelfs de beste club van het laatste decennium, Inter, toppers verkopen. Eto'o vertrekt naar Anzji, uit Dagestan in Rusland, Sneijder misschien naar United.

In Nederland, Duitsland en België liggen de clubs aan de ketting van een licentiesysteem, en zelfs dan is het soms moeilijk overeind te blijven. Dat systeem kennen de clubs in het zuiden niet. Voetbal is daar vrijbuiterij, avontuur, passie, uiting van machismo. Clubs kunnen het niet verkroppen als het gras bij de buurclub groener is. De Mos: "Ze willen altijd namen kopen. De club is hun speelgoed. Ze zijn verslaafd aan het spel."

De zon in het zuiden gaat nog steeds voor niets op, maar het voetbal dreigt in de schaduw te blijven. Wat valt er nog te kiezen als het geld op is? Alleen de oliebaronnen hebben geld, en investeringsmaatschappijen met onduidelijke bedoelingen. Onderhandelingen slepen voort, in heel Europa.

Ontslagen vallen, behalve bij de rijken die het voetbal hebben ontdekt. Nigel de Jong zegt doodleuk dat het Manchester City van Vincent Kompany eigenlijk nog drie of vier spelers moet kopen om écht mee te doen voor de prijzen. Misschien dat sjeik Mansour naar hem luistert.

Steen door de ruit

Ook in Spanje was het voetbal ongenaakbaar, als volksvermaak nummer één. Wie durfde het voetbal pijn te doen. De overheid? Vergeet het. De banken? Niet echt. Frank Van den Wall Bake, marketingman: "Als banken in Barcelona geen leningen verstrekten, haalden de klanten gewoon massaal hun geld weg, of konden ze een steen door de ruiten verwachten."

Maar als diezelfde banken nu omvallen? Dan wordt het toch een ander verhaal, hoewel de sport altijd zal blijven, desnoods op kleinere financiële schaal. Van den Wall Bake: "In moeilijke tijden floreert de sport. Mensen zoeken iets positiefs om zich te verlossen van stress. Geef het volk brood en spelen."

Ja, zeggen de clubs, wij hebben Messi of Ronaldo, die vertegenwoordigen honderden miljoenen. "Maar wil een bank een voetballer als onderpand?", vraagt bestuurslid Maarten Fontein van de ECA zich af, het Europese forum van clubs.

Barcelona en Real Madrid hebben het relatief eenvoudig, als grootste clubs van Zuid-Europa. Zij verdelen 70 procent van de tv-gelden in Spanje. De rest moet het doen met 30 procent. Barcelona en Real zijn bovendien meer dan voetbalclubs. Het zijn instituten, instrumenten ook van de politiek, van respectievelijk het centraal gezag en het streven van Catalonië naar zelfstandigheid.

Dat draagt ook een gevaar met zich mee. Fontein: "Het is veel meer dan een sportieve strijd. Het is een ratrace. Real is dé ploeg van het verleden. Barcelona is de laatste jaren veel succesvoller geweest. Die achterstand moet en zal Real weer inhalen. Dat kost ontzettend veel geld."

Financial fair play

Fontein wijst op het systeem van financial fair play, dat de komende jaren in de testfase zit en vanaf 2015 definitief wordt ingevoerd. Het houdt in dat clubs niet meer mogen uitgeven dan ze verdienen uit recettes, sponsors en tv-gelden. Schuld hebben mag, maar met mate. Maar wat is met mate? Manchester United had 826 miljoen schuld, na de laatste telling van 2009. Barcelona 442 miljoen, Liverpool 370 miljoen.

Fontein geeft Arsenal een pluim voor goed beleid. Budget van 258 miljoen, 127 miljoen uitgekeerd aan salarissen. Vijftig procent. Geen verlies. Maar Arsenal wint dus nooit meer een prijs en loopt frustraties op. Onlangs, in Brazilië, vertelde Robin van Persie over zijn hunkering naar succes die elk jaar groeit. Hij is ongeveer de enige ster die blijft. De competitie begint en Fabregas vertrekt naar Barcelona. Nasri gaat naar Manchester City.

Fontein: "Chelsea incasseerde 245 miljoen, tegen 200 miljoen aan uitgegeven salarissen. Manchester City, 144 miljoen inkomsten tegen 153 miljoen aan lonen. City geeft dus meer aan salarissen uit dan er binnenkomt." Dat mag straks niet meer, maar nu nog wel.

Wenger walgt van de transferbedragen. Hij wil ze wel ontvangen, maar niet uitgeven. Hij wil niet meedoen aan het bijna virtuele spel met geld. De voorzitter van Napoli, Aurelio de Laurentiis, vraagt doodleuk 100 miljoen voor zijn gewilde aanvallers Hamsik en Cavani. Per stuk.

Talloze clubs doen mee aan de gekte. Alleen wie niet meer kan meedoen, springt van de carrousel. In 2009 maakten de ruim 770 clubs in de hoogste klassen van Europa 1,2 miljard verlies, twee keer zo veel als een seizoen daarvoor. Bijna 65 procent was uitgegeven aan salarissen, hoger dan de gezonde norm van 50 procent.

De burger met een hypotheek is ook schulddrager, maar ook zijn schuld kan niet onbeperkt blijven groeien, net als die van een land. Een club moet jaarlijks aan zijn verplichtingen kunnen voldoen: salarissen, andere vaste lasten, aflossing, rente. Maar ach, de manieren om het systeem van financial fair play te omzeilen zijn al genoemd: achtergestelde leningen; of de vedette die een miljoen van de club krijgt en de rest van een sponsor. De tijd zal het leren.