Direct naar artikelinhoud

Op berenjacht in het hoge Noorden

De Morgen trok met Steven Coppens naar Scandinavië op zoek naar beren, maar zag alleen kraanvogels, elanden en vossen. Voor het programma Dieren in nesten van Chris Dusauchoit slaagde Steven er wel in om enkele beren te spotten en te filmen.

Het veertiende seizoen van Dieren in nesten lanceert een nieuwe rubriek met 'berenspotter' Steven Coppens (1979). Steven is de broer van Dieter Coppens (De poolreizigers, The Road Ahead, Hello Goodbye) en neef van Staf (De beste Belg, Just the Two of Us) en Mathias (Beauty & de Nerd, All You Need Is Love).

We trokken samen met Steven naar het piepkleine Zweedse dorp Lofsdalen. Een dorp volledig ingesloten door bergen, ongeveer 700 meter boven de zeespiegel. Op zoek naar beren. "Ik ben een bezig baasje. Een wijnhandel is niet echt compatibel met veel vrije tijd. Op zoek naar de volledige rust kwam ik hier terecht. Nu ja, Scandinavië had ik als kind samen met mijn drie broers en ouders al een paar keer verkend. Ja, de Coppensen zijn echte natuurmensen. Wij woonden in de bossen rond Zoersel en trokken ook geregeld naar de Ardennen. Daar hebben we met de hele familie een vakantiehuisje gebouwd. Eigenhandig. En 's nachts, na het kampvuur, gingen we everzwijnen zoeken. In Scandinavië zochten we dan nog interessantere beesten. Je moet je dat inbeelden: kamperen met vier jongens. Mijn ouders hadden daar speciaal een camionette voor omgebouwd. Ja, voor ons moeder moet al dat testosterongeweld niet altijd even makkelijk zijn geweest. Ik vond dat grote gezin heerlijk. Ik heb zelf drie kinderen. Mijn broers Dieter en Roeland ook. Mijn broer Jeroen heeft er zelfs vier!"

Burn-out

Na een fikse wandeling bereiken we de top van de berg. "Het uitzicht boven de boomgrens is ronduit adembenemend. Toegegeven, ik heb die rust ook nodig. Enkele jaren geleden ben ik volledig gecrasht. Je moet weten dat ik naast de wijnhandel ook nog een traiteurszaak had. Ik liep mezelf volledig voorbij. Dat heb ik eigenlijk veel te lang gedaan. Als jonge gast combineerde ik al honderd en een jobkes. Met mijn spaarcentjes begon ik mijn traiteurszaak Aan tafel. Voor mijn burn-out had ik echt niet veel slaap nodig. Soms werkte ik zelfs drie dagen aan een stuk zonder slaap. Hard werken en waarom? Om aan mijn vader, oudere broers, of de maatschappij - wie weet - te bewijzen dat ik als slechte student wel iets kon bereiken? Ik weet het niet, maar feit is wel dat ik op een dag thuiskwam en ben beginnen te bleiten. Echt bleiten.(lacht) Drie weken ben ik bij manier van spreken van de kaart geweest. Dan heb ik besloten mijn leven anders in te richten. Daarom dat ik graag naar hier kom. Voor de rust en voor de dieren. En om te kunnen vliegvissen. Een mens moet niet leven om te werken, wel werken om te leven. Trouwens, wat work-life balance betreft kunnen we nog wel wat leren van de Noren en Zweden. Nu ja, al dat harde werken zit bij ons in de genen."

Steven wijst naar een hoopje... verse berendrol. Eigenaardig is die drol hier niet. In de provincie Härjedalen voelen maar liefst twaalfhonderd beren zich thuis. Concreet betekent dat één beer per tien inwoners. Wandelaars - en dit is inderdaad het aards wandelparadijs - met een klein hartje dragen hier dan ook een berenbel. "Hoewel dat niet hoeft, want een beer is banger van de mens dan omgekeerd", stelt Steven me gerust. "Trouwens, volgens de mensen hier wordt elke stap die je in het bos zet door minstens vijftig paar ogen gevolgd. Mijn fascinatie voor beren is heel geleidelijk gegroeid. Niet vergeten dat ik als kind ik in de Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming zat. (lacht) Door de jaren heen leer je dan wel waar je op moet letten. Zo duidt een opengetrokken boomstronk erop dat er een beer is langsgeweest. Op zoek naar wormen. Een beer is immers voor 90 procent herbivoor. En voor de rest is hij een 'vleesopportunist'.

"In het dorp passeren de beren ook geregeld, daarom dat alle afval bijvoorbeeld in containers zit die met kettingen worden afgesloten. Vorig jaar hebben ze in deze provincie vijfenzeventig beren geschoten. Je moet natuurlijk wel de beren angstig genoeg houden dat ze zich niet te veel in de dorpen laten zien. Een beer schieten is trouwens nog niet zo simpel. Zelfs met een schotwonde kan hij nog uithalen. Er zijn hier bijna nooit meldingen van beren die mensen hebben aangevallen. Er is wel eens een jongetje geweest dat hier tijdens het skiën per ongeluk in een berenhol was beland. Moeder beer heeft toen haar kleintjes 'beschermd'. De jongen is er gelukkig goed van afgekomen. Maar dat verhaal is echt wel uitzonderlijk. Het is een beetje een loterij of je een beer kunt spotten. Mijn neef Mathias zag er al een op zijn eerste wandeling hier. Hij belde mij direct in paniek: 'Wat moet ik doen?'" (lacht)

De anaalklier van bevers

Steven krijgt telefoon. Bjorn - "die heeft hier ergens een weekendhuisje" - belt om te zeggen dat er verse berenafdrukken op een afvalcontainer staan, drie kilometer verderop. We stappen naar de wagen en parkeren ons verdekt. Het wachten wordt echter niet beloond. Ter compensatie biedt Bjorn ons beverhjell aan, een drankje getrokken uit de anaalklier van bevers. Even intrigerend als walgelijk. De pruimtabak (ook zo'n Scandinavische hobby) laten we ook wijselijk aan ons voorbijgaan.

Trots toont de man ons enkele foto's die hij vorige week nog van enkele beren heeft getrokken. "In Canada zag ik wel dertien beren in drie weken tijd. Daar moet je al helemaal geen moeite doen. Daar gooien ze hamburgers uit de auto om beren te lokken. Zo raken die geconditioneerd. Ik vind het juist intrigerend dat wij in Europa ook veel beren hebben. Maar je moet er wel iets meer moeite voor doen."

Of het dan geen gigantische gok was om een cameraploeg mee te zeulen? Wat als de beren zich niet lieten 'kieken'? "Ja, dat was inderdaad een probleem. Die crew is hier vijf dagen geweest. Achteraf vertelden ze dat het een van hun moeilijkste opdrachten ooit was. Wij hebben hier urenlang muisstil in een hoogzit gezeten. Dan vliegt de mensengeur over de beren heen en slaan ze - in principe toch - niet op de vlucht. Maar zo'n filmploeg maakt wel wat lawaai. Hoe hard je er ook op let. We hebben twee uur lang een beer vlakbij gehad. We konden hem horen, maar niet zien. Uiteindelijk heb ik er vier gespot, maar we hebben er maar één kunnen filmen. Op de laatste dag!"

Steven neemt me mee naar de plek waar ze de beren toen gezien hebben. Vandaag geven ze echter niet thuis. Ik pols hem of zijn televisieavontuur naar meer smaakt? "Het is eens iets anders, maar echte ambities heb ik toch niet, hoor. Hoewel, ze mogen mij altijd bellen voor een nieuw avontuur. Maar het is waar, mijn werk in de wijnhandel en mijn gezin slorpen al genoeg tijd op. Het is ook niet zo dat er een soort Coppensplan achter zit. Dit hele project is heel toevallig ontstaan. Ik was tijdens de trouwreceptie van mijn broer Dieter met iemand over beren aan het babbelen. Dat bleek dan de regisseur van Dieren in nesten te zijn. En van het een kwam het ander. Het was wel een leuke ervaring. Zo moesten we bijvoorbeeld nadat we de beer gefilmd hadden nog enkele beelden opnieuw 'schieten'. Want ja, de verrassing van 'hé, daar is de beer', die stond natuurlijk niet op tape. (lacht) Voor we naar Zweden zijn gekomen, hebben we trouwens een proefopname gemaakt in de Ardennen, bij de Planckaerts. Zien of ik wel op beeld pakte."