Direct naar artikelinhoud

'Na oorlog komt vrede. Daar vechten we voor'

Traangasgranaten, molotovcocktails en stenen vliegen over en weer. Kiev kreunt onder het geweld. Vrijwilligers van de eerste hulp draaien overuren. Ze toveren een pannenkoekenhuis om tot een veldhospitaal.

"Sorry! Pas op de plaats!" Een gemaskerde man duwt de rij wachtenden bij een klein koffiestandje in het centrum van Kiev aan de kant. De barista draait zich om. "De commandant wil koffie. Twee dubbele espresso's, een macchiato en een cappuccino, begrepen?" De koffie voor de strijders van het Onafhankelijkheidsplein gaat voor, en hoeft niet afgerekend te worden. Als de barista zou weigeren, zou zijn kleine auto met espressoapparaat en al in vlammen opgaan.

Al twee dagen is het oorlog in Kiev. In kleine, goed gecoördineerde groepen vechten duizenden Oekraïners een onuitputtelijke veldslag uit met de oproerpolitie. Traangasgranaten, molotovcocktails en stenen vliegen over en weer. De politie schiet met scherp, en ook de demonstranten hebben vuur- en jachtwapens ingezet.

Pas woensdagmiddag begint het te dagen. Nog nooit in de recente geschiedenis van Oekraïne vielen er zoveel slachtoffers. Zesentwintig mensen komen om het leven, onder wie tien politieagenten. Vele honderden raken gewond.

In een statement reageert president Janoekovitsj voor het eerst op de gewelddadigheden. Hij maant de demonstranten aan naar huis te gaan en beschuldigt de oppositie van "het organiseren van pogroms, brandstichting, moord en een poging tot staatsgreep".

Rechtvaardigheid

De vrijwilligers van de eerste hulp draaien overuren. Met gevaar voor eigen leven rennen ze in rood-witte hesjes tussen de barricades door om de gewonde demonstranten op te vangen. Het zijn halve hoopjes mens. Sommigen zijn al overleden, anderen bloeden dood. Niemand durft naar een ziekenhuis, de politie pakt sommige demonstranten daar alsnog op. Zwaargewonden worden afgevoerd in ambulances, de rest wordt behandeld in geïmproviseerde veldhospitalen.

In een paar minuten tijd toveren de medische vrijwilligers een pannenkoekenhuis om tot een chirurgische afdeling. Op de tafels liggen groene lakens, de artsen snijden desnoods zonder verdoving de granaatscherven uit de lichamen van de demonstranten. De menukaart hangt er nog, de beslagkom wordt een steriele wasbak.

"Ik heb hier vijftien à twintig mensen behandeld", legt anesthesist Konstantin uit. Waarom hij hier staat? "Dit is mijn werk. Ik genees mensen, ik kan niets anders." Veel tijd om te praten is er niet: wanneer er opnieuw traangasgranaten over het plein vliegen, laten tientallen zwaarbewapende demonstranten hun ogen behandelen met melk en water.

"Niemand weet hoeveel doden er in werkelijkheid zijn. Hoeveel lijken liggen er nog in dat pand?" Aleksander Kosjeljov (44) en Joeri Tigjibat (41) kijken toe hoe de onderste verdiepingen van het pand geplunderd worden. "We hebben al vijf jaar geduld met die Janoekovitsj, nu is het mooi geweest. Nu is het oorlog, na oorlog komt vrede. Daar vechten we voor."

Met grote houten knuppels houden ze de wacht op het Onafhankelijkheidsplein. "Leg het maar eens aan je kleinkinderen uit, dat je de kans had om het land te veranderen. Wij zijn trotste Oekraïners, we laten ons niet bestelen. Het gaat om rechtvaardigheid", leggen de twee vrienden uit. "Niet onverschillig zijn, elkaar helpen. Dat is de afgelopen tien jaar de nek omgedraaid, en daar vechten we voor."

Niemandsland

Het is al maanden onrustig in Kiev, maar voor het eerst ligt het leven in de stad grotendeels stil. De toegangswegen zijn afgezet, veel winkels, restaurants en cafés hebben de deuren dichtgespijkerd. Winkelstraten zijn leeg en verlaten.

De paar honderd meter tussen het Oekraïense parlement en het Onafhankelijkheidsplein is het domein van de oproerpolitie. De agenten worden met vuurwerk bestookt, krijgen stenen en molotovcocktails naar zich toe geslingerd en moeten op hun hoede zijn voor voorbijvliegende kogels. Op gezette tijden schieten ze terug met rubberen kogels, granaten of zelfs kalasjnikovs.

"Denk je dat wij hier graag staan?", vraagt een aanvoerder. "Wij hebben ook niet geslapen, kijk maar eens naar mijn mannen, ze zijn uitgeput. En wij worden hier ook doodgeschoten."