Direct naar artikelinhoud

Adrie Koster: ‘Doodzonde dat we deze match niet konden winnen’

Twee op twaalf en vijf punten achterstand op leiders PAOK Saloniki en Dinamo Zagreb. Ook Adrie Koster had geen rekenmachine nodig om te beseffen dat het Europese avontuur voor Club Brugge voorbij is. En dat tegelijkertijd de druk op zijn persoon steeds hoger wordt. ‘Maar ik voel niet meer druk dan anders.’

“Goed, we zijn er dus niet in geslaagd om potten te breken tegen dit Dinamo”, startte Koster zijn perspraatje. “Net als in de uitmatch vind ik dat we ook nu de betere kansen hebben gecreëerd - zeker voor rust -, alleen hebben wij ze niet afgemaakt. Die goede mogelijkheid voor Geraerts moet de 1-0 zijn. Bij de tegengoals zagen we er verdedigend niet goed uit. Bij de 0-1 gaan we met twee man naar de bal. Tussendoor hadden we nog een goede kopkans met Perisic en moet Geraerts gewoon een penalty krijgen. Dat zijn beslissende momenten die mee het eindresultaat bepalen. Bij de 0-2 wordt Donk geblokt door een tegenstander waardoor Biscan vrij kan inkoppen. Daarna zijn we achterin één op één gaan spelen. Maar de aansluitingstreffer bleef uit en je zag dat naarmate de tijd vorderde het geloof wegebde. Zo blijven we toch met een kater zitten. We hebben in deze Europese campagne niet kunnen brengen wat we vorig seizoen wél kunnen brengen hebben. Dat is doodzonde.”

Had u het gevoel dat u zonder Vargas en Odjidja met gelijke wapens kon strijden?

“Ja. Die jongens zijn er niet bij en dan moet je daar ook niet naar omkijken. We hebben met de jongens die er wel bij waren gegeven wat we konden. Maar dat is helaas niet genoeg gebleken om de match naar ons toe te trekken.”

Woensdag zei u nog dat Kouemaha heel belangrijk is voor het team omdat hij als geen ander een bal kan bijhouden. Dat is er toch weer niet uitgekomen.

“Ik vond dat hij net als de hele ploeg aarzelend begon, maar daarna waren er toch ook goede momenten van zijn kant. In zijn totaliteit hebben we niet datgene kunnen brengen om ons te kwalificeren. Dat is de realiteit en dat moet je niet op één man afwentelen.”

Was het vanavond gewoon niet te weinig wat Club bracht?

“Nou, zij maken de doelpunten wel en wij maken de doelpunten niet. Dat is het verschil. Ik denk dat het in deze poule kwalitatief allemaal heel dicht bij elkaar ligt.”

Voelde u voldoende steun van de spelers op het veld?

“Ja, dat heb ik zeker gevoeld. Er is geen enkel moment geweest waarin ik niet meer de steun gehad van de spelersgroep en dat heb je ook vanavond op het veld kunnen zien. Er is niemand die zijn best niet gedaan heeft of er geen zin in had. Men heeft er het beste van willen maken.”

Dit is een ferme tik. Zondag is er direct al Anderlecht...

(pikt direct in) “Dat klopt, gelukkig maar, we moeten blij zijn dat we dit weer heel snel van ons af moeten voetballen.”

Maar het zal toch niet simpel zijn om de kopjes weer omhoog te krijgen.

“Wij zullen dit inderdaad heel snel van ons af moeten zetten. We zullen het morgen (vandaag, red.) verwerken door middel van training en dan verder opbouwen naar Anderlecht.”

Dit was voor het bestuur match twee van de waarheid, Standard is een gelijkspel, nu werd verloren.

(rustig) “Elke match is voor ons belangrijk. Ik kijk nooit zo ver vooruit, dat heeft geen zin, ik kijk match per match. Dat moeten we doen en dat zullen we blijven doen.”

Voelt u nu meer druk?

(nipt van zijn cola) “Niet meer dan anders.”

Hebt u de steun van de supporters gehoord die ‘Adrie Koster’ scandeerden?

“Dat doet je goed als trainer, het kan ook anders zijn. Je bent er blij mee aan de ene kant, het is beter dan dat ze je weghonen, maar het is gewoon jammer dat we deze match niet konden winnen. Daar ben je mee bezig als trainer.”

Hebt u het geroep op sportmanager Luc Devroe gehoord?

“Neen.”