Direct naar artikelinhoud

Pech, altijd weer dikke pech

Topterrorist. Neef van de broers El Bakraoui. Ooit samen met de actuele nummer 1 van IS opgesloten in een kamp in Irak. Brein achter de aanslagen van 22 maart. Oussama Atar heeft op zijn minst alle schijn tegen. Maar wie is hij echt? Douglas De Coninck

De memo dateert van 21 december 2006. De auteur is Tom C. Korogolos, de Amerikaanse ambassadeur in Brussel. Het document kwam in 2010 boven water met een stortvloed van diplomatieke lekken op WikiLeaks.

Korogolos laat zijn oversten in Washington weten dat hij is gecontacteerd door de familie van de dan 22-jarige Brusselaar Oussama Atar. Die zit al drie jaar opgesloten in kampen van het Amerikaanse leger in het zuiden van Irak. Eerst in Abu Ghraib, daarna in Cropper en Bucca. De memo laat zien dat er vanuit de ambassade is rondgebeld om te achterhalen waarom: 'It appears he has been convicted by an Iraqi court for entering the country illegally'.

Oussama Atar is overgedragen aan het nieuwe Iraakse regime dat hem voor de snelrechtbank heeft gebracht. Hij heeft eerst 25 jaar gekregen, in beroep 10 jaar.

Voor het niet hebben van een visum.

Korogolos lijkt de mening te delen dat Oussama zo'n pechvogel is geweest die midden in de Golfoorlog op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Hij stuurt Washington nog een vertaling van de brief die hij ontving van de advocaat van de familie Atar. Hij schrijft: 'Hoewel ze erg bezorgd is, heeft de familie op dit moment niet de intentie om de zaak in de openbaarheid te brengen'.

Mondje dicht

De memo dateert uit een periode waarin de wereld met afgrijzen kennisnam van de beelden, eerst op CBS News. Van een man, neergezet op een steen met een kap over zijn hoofd. Van gevechtshonden die zijn losgelaten op naakte gevangenen. Van de jonge Lynndie England die een gevangene als een hond aan een leiband achter zich aan sjort of met haar vriend poseert voor een piramide van naakte mannen. De beelden en de latere getuigenissen over elektrische schokken en verkrachtingen dateren allemaal uit de periode dat Oussama in Abu Ghraib zat.

"Achteraf hebben we het pas beseft", zegt Asma Atar, zijn zus. "Men zei de hele tijd: beloof, zwart op wit, dat Oussama nooit met de media zal praten. We snapten het eerst niet. Als je die beelden ziet, dan begrijp je het wel. We zijn tot in 2010 blijven geloven dat als we maar hard genoeg discretie beloofden, we de kans op Oussama's terugkeer naar België konden vergroten."

Uit deze periode, najaar 2010, dateren de deze week op sociale media tot summum van naïviteit uitgeroepen tussenkomst van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V), de steun van Amnesty International en politici als Zoé Genot (Ecolo), Ahmed El Khannouss (cdH) en Jamal Ikazban (PS). 'Politici lobbyden voor topterrorist.'

Doeltreffend was dat lobbywerk anders niet. Oussama werd begin 2003 gevangengezet en het duurde tot zondag 16 september 2012 voor hij landde op Zaventem. Van zijn 10 jaar voor visumfraude heeft hij 9,5 jaar gezeten. De hele rit, net niet.

"Ik zie hem nog voor mij zitten, in mijn kantoortje", zegt Vincent Lurquin, zijn latere advocaat. "Een hoopje ellende. Fysiek getekend. In 2011 was er een bericht gekomen dat hij een tumor had op zijn nier. Dat hij binnen de week moest worden geopereerd. Nu wordt er geroepen dat Oussama iedereen voor de gek heeft gehouden door die ziekte te veinzen. Oussama had niet de mogelijkheid om wat dan ook te veinzen. Niemand geraakte in die kampen tot bij hem. Hij zat daar in een totaal isolement. Zijn twee jaar jongere broer Yassine is in 2010 nog in zijn eentje naar Irak gereisd, zonder succes."

Asma: "Dat bericht over die kanker kwam van een diplomaat in Jordanië die kennis had gekregen van een vluchtig medisch onderzoek. Wij namen dat voor waar aan, ja. We hadden verder geen info. Ik denk dat die diplomaat geschandaliseerd was door wat Oussama was overkomen. Zoals iedereen. In 2010 sprak niemand over wapens. Niet de Amerikanen, niet de Irakezen. In de documenten was uitsluitend sprake van het niet hebben van een visum."

De eerste vrije dag van Oussama, terug bij zijn ouders in Brussel, begint op maandag 17 september 2012 met indringend belgerinkel om 6 uur 's ochtends. Federale politie. Hij wordt een hele dag lang ondervraagd door onderzoeksrechter Claire Bruyneel en mag rond achten 's avonds naar huis.

Asma Atar: "Oussama is op zijn achttiende met een medisch hulpkonvooi naar Irak vertrokken, waar Saddam Hoessein toen vreselijke misdaden pleegde. Hij wou de mensen gaan helpen. Dom, naïef. Zeker. Nu was hij terug, tien jaar van zijn leven kwijt. Maar om de haverklap stond de politie weer voor de deur. Ondervraging. Nog eens een ondervraging."

Het testament

Het is de logica zelf dat de Belgische inlichtingendiensten Oussama Atar van dichtbij bleven volgen. Toen hij in Camp Bucca zat, zat daar ook Abu Bakr al-Baghdadi, de actuele nummer 1 van Islamitische Staat. Van bij de eerste lijst van terreurverdachten bij het antiterreurorgaan OCAD staat de naam van Oussama Atar erop. Natuurlijk, zegt een bron dichtbij het OCAD: "Er zijn er ook niet veel met zo'n parcours".

Oussama lijkt na zijn terugkeer nochtans vastbesloten om zijn verleden achter zich te laten. Hij heeft zich een uitkering en een flatje weten te fiksen in Anderlecht. Hij gaat op zoek naar werk, maar bij een eerste buitenlandse vakantie gaat het alweer mis. Hij wordt op zaterdagavond 30 december 2013 door de politie in de boeien geslagen in de Tunesische badstad Hammamet.

"Hij was daar gewoon op vakantie", verdedigt Hamsa nogmaals haar broer. "Ze hebben hem bij een politiecontrole opgepakt omdat zijn naam nog ergens op een lijst van op te sporen personen stond. Nu lees je in de kranten: 'Betrapt met wapens en jihadisten'. Maar dan moet u mij eens uitleggen hoe het komt dat Tunesië hem na een dag heeft laten gaan."

Oussama keert na zijn vakantie gewoon terug naar België. Wordt opnieuw ondervraagd. En opnieuw.

"Op een dag was hij het kotsbeu", zegt Asma. "Hij is vertrokken. Waar naartoe weten wij niet. Ik kan wel ergens begrijpen dat hij voor zichzelf heeft besloten dat hij in België, waar hij is geboren, nooit een normaal leven zou kunnen leiden."

En toch. Begin dit jaar, kort na de aanslagen in Parijs, houdt het OCAD grote kuis in zijn lijst. Er komt een nieuwe interactieve lijst met zo'n 800 te volgen personen. Er worden ook oude namen gewist. Eén ervan is die van Oussama Atar.

Bron dicht bij het OCAD: "Omdat er máánden op die man is gewerkt en er volstrekt niets verdachts binnenkwam. Over Atar hadden wij sinds zijn terugkeer uit Irak niets, helemaal niets. Je kunt mensen ook niet levenslang op zo'n lijst laten staan."

Eindelijk. Na al die jaren was Oussama Atar niet langer black listed.

En toen werd het 22 maart 2016.

'Yassine, als ik je iets heb misdaan, dan vraag ik je om vergiffenis. Want ik hou van je. Het is nu zover. We gaan tot de actie over. Allah heeft het zo beslist. En nu heb ik maar één wens. Dat je me achterna komt, zo snel als mogelijk.'

Het is de stem van Ibrahim El Bakraoui (29), enkele uren voordat die zich zou opblazen in de vertrekhal in Zaventem. Het geluidsfragment is aangetroffen op een pc die net voor het vertrek naar Zaventem is achtergelaten naast een vuilnisbak in de Max Roosstraat in Schaarbeek, waar de kamikazes hun reistassen vulden met TATP. El Bakraoui heeft op zijn pc meerdere testamenten ingesproken, met boodschappen voor vrienden en familieleden. Tot Oussama Atar richt hij zich niet, wel tot zijn jongere broer Yassine Atar (30). De Atars zijn neven van de El Bakraoui's. Groeiden op in dezelfde wijk in Laken.

Sporen van explosieven

Het was een politieman die de pc ontdekte. Een gelukje. Het ding lag er al uren. Het had evengoed door een dakloze of een schroothandelaar kunnen zijn opgeraapt en versjacherd voor de prijs van metaal.

Zodra de speurders het fragment horen, wordt Yassine Atar thuis gearresteerd.

"Wat wij eerst niet snapten, is hoe twee figuren als Ibrahim en zijn broer Khalid zo ver konden worden gebracht om zichzelf op te blazen", zegt een bron bij het onderzoek. "Zij waren klassieke criminelen, bezig met geld en alleen geld. Ergens een bom plaatsen, tot daar aan toe. Zich opblazen? We snapten het niet."

Nu leek het plots allemaal te kloppen. Leek er ook iets als een motief achter de aanslagen van 22 maart tastbaar te worden. Een vergelding, misschien, voor Abu Ghraib. Voor wat Oussama en zoveel andere moslimbroeders was aangedaan. In een van de processen-verbaal in het terreurdossier analyseert een speurder: 'De broers El Bakraoui keken op naar hun neef. Hij was hun mentor en heeft hen geradicaliseerd.'

Oussama Atar, het brein? Dat lijkt meer dan ooit het uitgangspunt. Als broer Yassine bij zijn arrestatie wordt onderworpen aan een medisch onderzoek, wordt het alleen concreter. Op zijn vingers en zijn haren zijn sporen aangetroffen van explosieven.

Eczeem

Veel van de verdachten die in de nasleep van

22 maart zijn gearresteerd houden hun lippen stijf op elkaar. Als ze al praten, doen ze dat met hun pro Deo werkende advocaten uit de gebruikelijke club van Brusselse correctionele pleiters: Sven Mary, Nathalie Gallant, Xavier Carette of Olivier Martins. Yassine Atar pakt het anders aan.

Zus Asma: "Hij zit nu al vijf maanden in totale afzondering. Hij blijft roepen dat hij met de aanslagen niks te maken heeft. Dat hij net zo verontwaardigd is als iedereen. Oké, de broers El Bakraoui zijn onze neven, maar veel contact hadden wij niet. Gewoon al door het feit dat ze allebei in de gevangenis zaten (Khalid, die zich opblies in Maalbeek, tot maart 2013, Ibrahim tot mei 2014, DDC). Ik kan het zelf ook niet vatten wat zij hebben gedaan. Dat ik hen als kleine jongens heb gekend. Ik ben er nog altijd kapot van."

Yassine Atar laat zich bijstaan door advocaat Marc Uyttendaele, een topper en echtgenoot van oud-justitieminister Laurette Onkelinx (PS). Uyttendaele liet een dubbele tegenexpertise uitvoeren op het product dat op het lichaam van Yassine is aangetroffen. Hij wil er zelf niet over communiceren voor hij de zaak heeft bepleit in de rechtbank. Zus Asma is minder geduldig: "Yassine heeft van jongs af eczeem. Hij gebruikt een speciale dermatologische shampoo. Het product dat voor explosief is gehouden, is een bestanddeel van zijn shampoo. Het is volgens beide tegenexpertises in zodanig kleine concentraties op zijn huid aangetroffen dat er geen enkele discussie kan zijn. U gelooft me niet? Nou, wacht maar af."

Het integrale geluidsfragment op de pc geeft aan dat Ibrahim en Yassine ergens ruzie over hadden. Wat Yassine in zijn verhoren ook blijft herhalen. Sinds Ibrahim in 2010 de hele buurt in Laken op stelten zette door met een kalasjnikov op een politieman te schieten, wou hij niks meer met hem te maken hebben.

Je kunt je afvragen of in de boodschap van El Bakraoui ("En nu heb ik maar één wens...") geen alternatieve betekenis kan schuilen. Subtiliteit was niet zijn sterkste punt. In andere audioboodschappen op de pc houdt hij pathetische pleidooien voor de onschuld van vrienden van wie juist wel is bewezen dat ze logistieke steun hebben verleend bij de aanslagen in Parijs en Brussel.

Aanslag op EK-fanzone?

De familie Atar-El Bakraoui is een grote familie. Er is ook nog een tak Benhattal.

Jawad Benhattal (29) werd begin dit jaar betrapt bij een grote sigarettendiefstal in Asse. De politie plaatste een tap op zijn gsm en kon elk telefoongesprek mee beluisteren. Een week of twee na 22 maart hoorden ze hem aan de telefoon vloeken: "Putain, nu moet ik elke maand 80 euro dokken voor die garagebox!"

Het onderzoek wordt overgedragen aan het federaal parket. Daar is men sinds 22 maart koortsachtig op zoek naar een mogelijke nieuwe safehouse van de terreurcel, zoals die er ook na Parijs een nieuwe wist te vinden. Jawad is een neef van de El Bakraoui's, dus dan klinkt het woord garagebox altijd verdacht.

Op zaterdag 18 juni, enkele uren voor het treffen België-Ierland op het EK, wordt het gsm-signaal van Jawad opgepikt aan de Antwerpselaan in Brussel. Jawad is aan het bellen met zijn oom Moustapha (46). Jawad legt hem uit hoe hij acht jaar geleden, toen de politie ook al eens achter hem aan zat, probeerde bij de stad Brussel een identiteitskaart te bemachtigen op naam van zijn neef Oussama ("die zat toch vast in Irak, ze zeiden dat hij nooit levend zou terugkeren").

De speurders interpreteren het gesprek anders. Ze zien er een teken in dat Oussama Atar onderweg is naar België. Dat Jawad voor hem valse papieren aan het fiksen is en er dus plannen moeten zijn voor een nieuwe aanslag. Maar waar? Het hele Rogierplein wordt die dag ontruimd, want daar is een fanzone voor de Rode Duivels met een groot beeldscherm. Jawad en Mustapha worden gearresteerd.

Explosieven worden niet gevonden. Wapens ook niet. Niks. Oom Mustapha legt de speurders uit dat hij als koper en verkoper van oude meubelen huurder is van een opslagplaats langs de Antwerpselaan. Dat hij daar geregeld komt. Dat hij er ook niets aan kan doen dat die plek zo dicht bij het Rogierplein ligt.

Het federaal parket minimaliseert achteraf de berichten over een "verijdelde aanslag" en houdt het erop dat het denkt dat Jawad en Mustapha Benhattal samen met een derde man, Samir Chahjouani (27), het terrein aan het verkennen waren.

Olivier Martins, de advocaat van Chahjouani, verklaarde aan Bruzz: "In de afgeluisterde gesprekken zitten geen aanwijzingen van schuld. Er zijn geen elementen die erop wijzen dat er een aanslag werd gepland of voorbereid. Er is niets concreets."

Het telefoonverkeer van Jawad laat zien dat hij in de dagen voor 18 juni verwikkeld was in een dispuut met een van de zes meisjes met wie hij simultaan een relatie trachtte te onderhouden. Een van de zes ontdekte de slip van een ander in zijn bed en aan de telefoon tracht Jawad met een uitleg te komen.

Een bron bij het onderzoek: "Niet bepaald het profiel van iemand die op het punt staat een aanslag te plegen. 's Ochtends is Jawad in Charleroi nog een partij autovelgen gaan ophalen. Die garagebox, waar het allemaal mee begon, is intussen gevonden. Ook weer niks. Gewoon een garagebox. Waar hij velgen stockeerde. Het hele verhaal van de aanslag op het Rogierplein is als een pudding in elkaar aan het zakken."

De laatste episode was een reeks huiszoekingen bij leden van de familie Atar, vorige week vrijdag.

Asma Atar: "Mijn moeder en ik zijn 's ochtends vroeg door mannen met getrokken wapens uit ons bed gelicht. Altijd dezelfde vraag: 'Waar is je broer?' Ik weet het gewoon niet. 's Avonds laten ze je gaan en dan stoot je op nieuwssites met jouw naam en die van je moeder: 'Terrorist'. Mijn moeder is zestig. Ik heb kinderen, ik heb een vaste baan als verpleegster. Wanneer stopt dit ooit?"

Als dit werkelijk allemaal één groot misverstand is, zou het dan niet stukken handiger zijn als Oussama naar België zou terugkeren en zich melden bij de politie?

De suggestie ontlokt zijn zus een cynisch lachje. "Na wat zijn broer en zijn neven is overkomen? Na wat hem zelf in Irak is overkomen? Vous rigolez?"