Direct naar artikelinhoud

Pancreaskanker kan pak minder dodelijk

Een snellere diagnose, betere afspraken over de behandeling en een grondige opvolging van de resultaten kunnen de overlevingskans van pancreaskanker doen stijgen. Dat blijkt uit het eerste vergelijkend onderzoek over de ziekte in Europa.

Pancreaskanker wordt de 'stille moordenaar' genoemd. Niet alleen wordt de ziekte vaak te laat ontdekt, ze maakt elk jaar ook duizenden slachtoffers. Want hoewel een zeldzame kanker, is het de op drie na grootste oorzaak van kankersterfte in Europa.

In België haalde de ziekte het nieuws met het overlijden van oud-premier Wilfried Martens en ex-operadirecteur Gerard Mortier. Ook communicatiespecialist Wim Schamp en oud-premier Jean-Luc Dehaene kregen de diagnose.

"Maar hoewel pancreaskanker bijna net zoveel slachtoffers maakt als borstkanker, wordt de ziekte genegeerd", zegt dokter Arne Björnberg. Hij werkte mee aan de Europese Pancreaskanker Index, het allereerste vergelijkend onderzoek naar de ziekte. Van de dertig landen haalt België een achtste plaats.

"Algemeen kan Europa beter", benadrukt Björnberg. "In vier op de vijf landen worden de resultaten van de behandelingen niet bijgehouden en is er geen consensus over de beste methode om de ziekte aan te pakken."

België is een van die landen. Want hoewel we hier geen al te slechte overlevingscijfers halen en een goede toegang hebben tot medicijnen, is vooral onze documentatie ondermaats. "Voor een heleboel indicatoren had België geen cijfers", zegt Björnberg. "Er ontbreekt een duidelijk, structureel beleid rond pancreaskanker."

Nochtans loont dat, benadrukt de Zweed. "De overlevingskans vandaag schommelt tussen de 3 en 8 procent. In landen met een goed uitgewerkt beleid is de overlevingskans dus dubbel zo hoog. Vroeger was de overlevingskans van longkanker amper 5 procent, nu is dat 17. Het heeft dus wel degelijk zin om hier op in te zetten."