Direct naar artikelinhoud

Langverwachte roman van Michel Houellebecq verschenen

De buzz rond de Franse auteur en woelwater Michel Houellebecq bereikt dezer dagen zijn hoogtepunt. Zijn nieuwe roman La carte et le territoire is zojuist in een eerste druk van 120.000 exemplaren in de boekhandel gedropt.

De auteur zelf schuimt deze week ongeveer alle Franse actualiteitenprogramma’s en talkshows af, maar beheerste ook de voorgaande weken al ruimschoots de literaire debatten. Na zijn filosofisch getinte brievenboek met Bernard-Henri Lévy en zijn geflopte verfilming van zijn eigen La possiblité d’une île, was de honger naar een nieuwe Houellebecqroman kennelijk groot.

De vierhonderd pagina’s tellende roman voert Jed Martin ten tonele, een kunstenaar die in de weer is met Michelinkaarten. Ook Houellebecq zelf en talloze andere mediafiguren duiken op in de roman, waaronder ook collega-schrijver Frédéric Beigbeder. De Prix Goncourt nam het boek alvast blindelings op in zijn eerste selectie, samen met Amélie Nothomb en Virginie Despentes. Dit is een gepolijstere Houellebecq, ja, zelfs zonder seks, zij het dat er nog voldoende weerhaakjes aan zitten, zo is de algemene teneur. Pierre Assouline zegt dat de Goncourt hem bijna onmogelijk kan ontglippen, omdat de “goed gecomponeerde” en “prettig lezende” roman alles heeft om de jury te plezieren. Maar, voegt hij eraan toe, tegelijk is het boek redelijk onschadelijk.

Eerder deze week kwam Houellebecq in opspraak door een plagiaatbeschuldiging in het webmagazine Slate.fr. Houellebecq zou enkele definities rechtsteeks van Wikipedia in zijn boek hebben gesmokkeld, zonder bronvermelding. Zo nam hij onder meer beschrijvingen over van de stad Beauvais en de mug. Bovendien haalde Houellebecq ook de mosterd bij een reisgids met een hotelbespreking.

Houellebecqs uitgeverij Flammarion ging meteen in het verweer: “Het is een werkwijze die Houellebecq al eerder toepaste, en het gaat om korte citaten”, zo luidt de uitleg. Houellebecq zelf liet zich in een rokerig videofilmje gewillig interviewen door Le Nouvel Observateur. Quasi-onbewogen pareerde hij de aantiijgingen: “Veel schrijvers doen dit. Het patchwork is een gewone literaire techniek”, luidde het.

Uitgeverij Flammarion wrijft zich intussen in de handen over alle trammelant en drijft naar verluidt de prijs van de buitenlandse rechten steeds hoger op. Vaste Nederlandse uitgever De Arbeiderspers is nog steeds in onderhandeling over de vertaling. (DL)