Direct naar artikelinhoud

België geliefd doelwit voor bedrijfsspionage

De veiligheidsdiensten van België, Nederland en Luxemburg slaan de handen in elkaar om industriële spionage aan te pakken. Een unieke samenwerking die een ernstig probleem blootlegt. 'België is met een rist hoogtechnologische bedrijven een aantrekkelijk land voor bedrijfsspionage.'

Af en toe duikt er in de pers een bericht op over een geval van industriële spionage, maar toch kwam de onthulling van minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) deze week in het parlement als een verrassing.

"De Russische inlichtingendiensten zijn actief op ons grondgebied en hun activiteiten richten zich behalve op de klassieke politieke inlichtingen ook op het vergaren van informatie over militaire technologieën. Dat is vooral het werk van de Russische militaire inlichtingendienst GRU. De NAVO is het voornaamste politiek-militaire doelwit van de Russen. Toch tonen ze ook belangstelling voor technologieën met militaire toepassingen in handen van Belgische privébedrijven."

Ze vertelde dat de Belgische Staatsveiligheid en haar evenknieën in Nederland en Luxemburg in het grootste geheim een samenwerkingsverband hebben gesloten om economische spionage door Rusland en China tegen te gaan.

Het doet vermoeden dat het probleem omvangrijk is, al zijn daar amper of geen gegevens over.

De Staatsveiligheid probeert de bedrijfswereld al jaren te sensibiliseren voor Chinese en Russische spionage, maar krijgt slechts zeer gedeeltelijke informatie over incidenten. "Sommige bedrijven spelen geen informatie over incidenten door omdat ze ten onrechte vrezen dat de inlichtingendienst zich zal mengen in hun interne werking. Door de afwachtende houding van bedrijven zijn maar een beperkt aantal zaken bewezen."

Claude Moniquet, veiligheidsexpert bij het European Strategic Intelligence and Security Center (ESISC): "Het probleem is heel moeilijk in kaart te brengen. Bedrijven zijn zeer terughoudend om klacht in te dienen. Als ze dat doen, moeten ze toegeven dat ze tekortschieten in hun beveiliging en moeten ze ook vrezen klanten en partners te verliezen. Bij grote bedrijven komt de beurswaarde in het gedrang."

De meest gegeerde data bij bedrijfsspionage zijn volgens de Staatsveiligheid prototypes, fabricagegegevens, productspecificaties, strategische plannen, gegevens over klanten, financiële data en informatie over fusies en overnames.

Actieve Chinezen

De veiligheidsdienst ziet ook een belangrijke evolutie: steeds vaker zijn de opdrachtgevers niet regeringen, maar bedrijven en andere niet-gouvernementele organisaties. En ook belangrijk: de meeste en agressiefste gevallen komen van Rusland en China. De Nederlandse inlichtingendienst AIVD licht in zijn jongste verslagen een tip van de sluier over de werkwijze: "De Chinese overheid is actief bezig met het werven van Chinese onderzoekers en technici uit het buitenland om terug te keren naar China om van hun specifieke expertise en ervaringen gebruik te maken. In Nederland en omringende landen gaat het vooral om technici uit de hightechsector. Ze krijgen hoge beloningen en bijzondere privileges."

Claude Moniquet relativeert de nadruk op China en Rusland. "Volgens mij leidt het de aandacht af van het werkelijke probleem van bedrijfsspionage. Het gros van de gevallen komt van concurrenten in eigen land of in buurlanden. Maar het is duidelijk dat Rusland vindt dat de energiesector heel belangrijk is en dat het daar zoveel mogelijk in wil infiltreren. Hetzelfde geldt voor China, dat heel afhankelijk is van energie."

Wereldspelers

Of België een aantrekkelijk land is voor bedrijfsspionage? Claude Moniquet antwoordt zonder dralen bevestigend. "Kijk naar de niches in belangrijke industrieën en je vindt er telkens een Belgisch bedrijf in de top vijf van wereldspelers. Je hebt de grote bedrijven, zoals Besix en Belgacom, maar ook veel kleine, heel gespecialiseerde ondernemingen die aan de wereldtop staan in hun niche.

"Zo ken ik iemand die een procédé bedacht heeft om met vier kleuren te drukken op chocolade. Of een bedrijfje uit Temse dat wol op 60 graden kan wassen. Dat is technologie die tientallen miljoenen euro waard is en waar heel wat andere bedrijven in geïnteresseerd zijn. Het probleem is dat veel bedrijven zich onvoldoende bewust zijn van het gevaar. Daarom is het goed dat er nu een samenwerking komt tussen de veiligheidsdiensten. Alle beetjes helpen."