Direct naar artikelinhoud

Wat met de 400.000 single senioren in 2030?

In 2030 zullen in Vlaanderen naar schatting 1,6 miljoen 65-plussers wonen, van wie meer dan één op de vier geen partner (meer) heeft. Om dat op te vangen, zijn er dringend maatregelen nodig. 'Les één: stop met doemdenken en met rusthuizen bij te bouwen.'

Met steeds rassere schreden komt de vergrijzingsgolf aanzetten. Vlaams Parlementslid Rob Beenders (sp.a) dook in de databank van de Studiedienst van de Vlaamse regering om een beeld te schetsen van hoe grijs Vlaanderen over vijftien jaar zal zijn. Het aantal 65-plussers zal stijgen van 1,2 naar 1,6 miljoen. Het aantal alleenwonende senioren zal fors toenemen tot 442.000.

"Overheden en bedrijven moeten daarover gaan nadenken. Oudere alleenwonenden zijn een bijzonder kwetsbare groep als ze zorgbehoevend zijn. Ze hebben meer nood aan externe hulp en zorg dan leeftijdsgenoten die op hun partner kunnen rekenen", zegt Beenders. "Daarom verhuizen alleenstaande senioren ook sneller naar een residentiële voorziening dan wie samenwoont. Dan vrees ik voor de betaalbaarheid van de rusthuizen, zorginstellingen of serviceflats."

De stijging is niet overal even sterk. In grote steden neemt het aantal alleenstaande senioren mondjesmaat toe, terwijl in Limburg, de Noorderkempen en aan de kust het aantal 65-plussers met meer dan 30 procent zal stijgen.

Volgens professor sociale gerontologie Dominique Verte (VUB) moeten we twee dingen vooral niet doen: doemdenken en als gekken rusthuizen gaan bijbouwen. "Ik krijg de kriebels van iedereen die de vergrijzing als een groot monster voorstelt. Maar het is wel dringend tijd om er werk van te maken. Niet door rusthuizen te bouwen. Ik hoor en lees berichten dat er 300.000 rusthuisbedden moeten bijkomen, maar dat is onzin. In het Brusselse alleen al staan meer dan duizend rusthuisbedden leeg. Je kunt natuurlijk een 65-plusser niet verbieden om er te gaan wonen, maar de boodschap is om de woonzorgcentra te behouden voor wie echt zwaar hulpbehoevend is. De rest moet met omkadering thuis geholpen worden."

Om zo lang mogelijk thuis te kunnen wonen, moeten er meer middelen vrijkomen. "Ik denk aan poetshulp, familiehulp en allerhande mensen die karweitjes komen opknappen. Dat moet allemaal veel gestroomlijnder. Nu is het een wildgroei van privé, overheid, de mutualiteiten, het systeem van dienstencheques en blijven de grenzen tussen alle sectoren overeind. Iedereen spreekt voor zichzelf. Op veel plaatsen zijn al die bedrijfjes elkaar aan het beconcurreren, terwijl een groot collectief model pas écht zou werken."

Professor Verte wil ook meer stimulansen voor medische zorg op afstand. "Polshorloges of chips die de medische toestand van ouderen opvolgen. Uit onderzoek blijkt dat mantelzorgers (mensen die thuis voor hun partner of familie zorgen, IVDE/SS) doorgaans veel situaties even adequaat inschatten als een dokter of verpleegster. Zet in op die mantelzorgers en maak het hen wat gemakkelijker. Geef die mensen een opleiding, hoe ze ouderen kunnen tillen zonder hun eigen rug naar de verdoemenis te helpen bijvoorbeeld. Zet een systeem op poten zodat mantelzorgers ook eens op verlof kunnen. Dat zorgt er allemaal voor dat ouderen veel liever en langer thuis blijven wonen."

Samenhuizen

Ook wat betreft collectieve huisvesting voor ouderen, waardoor ze zoals studenten maar dan op late leeftijd gaan samenhuizen, loopt ons land achter volgens Verte. "In de Scandinavische landen en Nederland is dat in de jaren 80 al opgekomen en is het intussen mainstream. Zo help je senioren uit hun isolement.

"Al vermoed ik wel dat in de toekomst steeds meer 65-plussers die alleen komen te staan toch nog een nieuwe partner gaan zoeken. Vroeger was dat een groot taboe en bleven de mensen alleen, maar nu zie ik toch steeds meer initiatieven die ouderen weer koppelen."