EU over Turkije: “We kunnen weinig doen”; maar is dat wel zo?

De EU staat in het Turks-Koerdisch conflict voor de zoveelste maal aan de zijlijn. “Wij kunnen weinig doen”, is wat we vaakst van onze politici te horen krijgen. Een Nederlands voorstel, om het geld dat kandidaat-EU-lidstaat Turkije nu al van Brussel krijgt in te trekken, haalde het niet. Dat het uiteindelijk nog tot een wapenembargo kwam, vonden sommige regeringsleiders al een hele prestatie.

Een week geleden dreigde diezelfde Erdogan er nog mee 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen op Europa los te laten als de EU haar kritiek op de Turkse operatie in Syrië niet inslikt. Bijna 4 jaar geleden sloten Turkije en de Europese Commissie een overeenkomst rond de migrantenproblematiek. Daarbij beloofde Turkije de terugname van illegale migranten die het land als transitroute hadden gebruikt. In ruil kreeg de Turkse regering van de Europese Unie een vergoeding van 6 miljard euro. Op manier kon de stroom vluchtelingen over zee naar Griekenland gevoelig worden verminderd.

Dat Turkije lid is van de Navo compliceert de ganse zaak nog meer.  De geografische ligging en de omvang van het land, maken het samen met de kwaliteit van zijn leger zo goed als onmisbaar. In de strijd tegen de Koerden kijkt de machtigste Navo-partner, de VS, voorlopig de andere kant uit. “We kunnen dus weinig doen”, luidt het in Brussel. Maar is dat wel zo?

EU is 10 keer belangrijker voor Turkije dan de VS

Een grafiek van de Atlas of Economic Complexity (universiteit van Harvard) maakt duidelijk in welke mate de EU belangrijk is voor Turkije. Jaarlijks vertrekken voor een kleine 77 miljard euro aan goederen vanuit Turkije naar de (voorlopig nog) 28 landen van de EU. (3,6 miljard daarvan was vorig jaar voor ons land bestemd.) De EU is daarmee 10 keer belangrijker voor Turkije dan de VS. Vooral Duitsland, dat 14,5 miljard euro daarvan voor zijn rekening neemt, heeft dus leverage over het land van president Erdogan.

De EU heeft al aangetoond niet bang te zijn om significante economische sancties op te leggen aan derde landen. Aan Rusland bijvoorbeeld, na de annexatie van de Krim in 2014. Ook toen dachten velen dat Duitsland zijn veto zou stellen, vanwege de potentiële gevolgen voor de Duitse industrie. Maar Duitsland deed dus gewoon mee.

Nu de EU-ministers van Buitenlandse Zaken sancties tegen het regime Erdogan overwegen, is het goed hen eraan te herinneren dat ze over meer mogelijkheden beschikken dan een halfhartig wapenembargo. Door er nu niet voor te kiezen om Turkije hard aan te pakken, bevestigen de 28 EU-landen ook dat ze de Koerden loslaten, hoe welgemeend dat wapenembargo ook is.

Meer