Direct naar artikelinhoud
Hoogbegaafdheid

Laurent (9) heeft binnenkort universitair diploma op zak: ‘Ik wil nieuwe harten kunnen maken. Dan kan ik oma en opa voor altijd laten leven’

Als hij aan het werk mag op de unief, is Laurent het gelukkigst.Beeld Photo News

Hij is negen en haalt binnenkort zijn bachelor in ‘Electrical Engineering’. Nooit eerder was er een jongere jongen - of meisje - die voor mekaar kreeg wat Laurent Simons doet. ‘Hij is uiteraard de jongste’, zegt professor Peter Baltus (59) van de Eindhovense universiteit. ‘Maar hij is ook drie keer slimmer dan de beste student die ik al heb ontmoet.’

Een jongen struint met forse pas door de gangen van de TU/e, de Technische Universiteit van Eindhoven. Hij klopt aan bij een professor en vraagt of hij de badge even mag lenen voor de werkplaats op de negende verdieping. Aan bureaus zitten overal twintigers voor opengeklapte laptops. Ze kijken verstrooid op als de jongen hen passeert. Ze denken waarschijnlijk dat hij de zoon is van een professor, die een paar uur mee mag komen naar het werk van mama of papa. Niets is minder waar. Hij is, net als zij, een student. En niet zomaar eentje: hij studeert binnenkort af, als bachelor Electrical Engineering. Sterker nog, waar zijn medestudenten daar drie jaar voor nodig hebben, heeft Laurent Simons de klus in minder dan een jaar geklaard. “Ik ben in maart begonnen. En nu is mijn eindproject voor het bachelordiploma bijna klaar”, zegt hij.

Iets mis in de hersenen

Dat Laurent, geboren in Oostende maar met z'n ouders verhuisd naar Amsterdam, nu al afstudeert, is een logisch gevolg van de snelheid waarmee hij door zijn studies vloog. Hij was zes toen hij naar het middelbaar ging, zeven toen hij - om de verveling op school te bestrijden - aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam een onderzoekstraject mocht starten, acht toen hij aan de Sint-Jozef Humaniora in Brugge zijn diploma wiskunde-wetenschappen haalde. Tussendoor had hij zomercursussen voor hoogbegaafde kinderen gevolgd - steevast als de jongste cursist ooit. Laurent is, dat had u al begrepen, een genie: hij heeft een IQ van 145. Het is waarschijnlijk veel hoger, maar de test die hij ooit aflegde, eindigde op dat getal. “Er moet iets misgegaan zijn in zijn hersenen toen hij nog in de buik van zijn moeder zat. Gelukkig in positieve zin”, zegt zijn vader Alexander lachend.

En nu heeft Laurent dus zijn universiteitsdiploma, goed drie jaar nadat hij voor het eerst naar de middelbare school ging. Hij komt binnenkort in het ‘Guinness World Records’-boek, als jongste ooit die een bachelor behaalde. Waar andere studenten acht tot twaalf weken nodig hebben om een vak onder de knie en in hun hoofd te krijgen, doet Laurent het in één week. “En tussendoor moet ik nog papers schrijven. Daar werk ik soms wel twee of drie dagen aan”, zegt Laurent. “Het laatste ging over de motoren en generatoren in een auto. Vond ik wel makkelijk, eigenlijk.”

Zijn vader Alexander pikt in: “Maandag is hij op de unief voor zijn bachelorproject. Dinsdag is lab-dag, dan zit hij de hele dag daar. Woensdag is studiedag en blijft hij de hele dag thuis werken. Donderdag is het vragenuurtje en kan hij bij de prof terecht, vrijdag is tentamendag. En in het weekend doet hij niks. Dat is heilig voor hem.”

Laurent: “Dan speel ik met de honden van oma - Duitse herders. We hadden Joe al, en sinds deze week nog een puppy erbij: Sammy.”

Koppig. Vooral bij 't eten

Wanneer hij over de honden praat, zie je goed dat Laurent, ondanks zijn waanzinnige verstand, een jongen van negen is. Zijn ouders letten er goed op dat hij dat ook blijft. Veel vriendjes van zijn eigen leeftijd heeft hij niet, ze zijn allemaal tussen elf en veertien. Het is immers niet makkelijk als je intellectueel op een niveau zit waar veel volwassenen nooit zullen geraken. Maar toch: emotioneel blijft hij een kind. “We merken het elke avond, hoor”, zegt zijn mama Lydia. “Hij is net zo koppig als een ander kind van negen als het avondeten niet naar zijn zin is - en dat is váák zo.” (lacht)

Zijn mentor, professor Peter Baltus (59), herkent dat. “In het begin van onze samenwerking was het raar, natuurlijk. Ik heb neefjes en nichtjes van de leeftijd van Laurent en dat contact is helemaal anders. Maar al snel merkte ik dat ik met hem kon praten zoals met elke andere student - soms zelfs béter. We hebben het over geavanceerde elektronica en ingewikkelde systemen en dat pikt hij heel snel op. Soms vergeet ik het gewoon dat hij nog zo jong is, tot plots de 9-jarige naar boven komt als na twee keer proberen het solderen van een chip niet goed lukt. Of als hij een kabel niet vastgedraaid krijgt omdat hij niet de kracht van een volwassene heeft.”

Kristalhelder

Dat een jongen met een ongelooflijk brein met een waanzinnige snelheid kennis verwerft, is één ding - dat kan te verklaren zijn door een fotografisch geheugen, bijvoorbeeld. Maar de studies die hij nu succesvol aan het afronden is, bewijzen dat het meer is. Professor Baltus: “Hij is de jongste student met wie ik ooit samenwerkte, uiteraard. Maar hij is ook drie keer slimmer dan de beste student die ik in mijn lange carrière heb ontmoet. Laurent is exceptioneel. Hij bereikt een niveau van diepgang, inzicht, verbanden leggen, oplossingen bedenken dat veel volwassen studenten nooit bereiken. Die kwaliteit wordt in deze fase van zijn studie steeds essentiëler. We komen nu aan de grenzen van de bestaande kennis: het wordt steeds belangrijker om nieuwe kennis, over technologie en wat we ermee kunnen doen, te genereren.”

Laurent is ook gewoon gelukkig nu. Dat straalt hij uit. De jaren dat hij als een speer door het lager en middelbaar onderwijs schoot, zijn voorbij. Voor het eerst heeft hij het gevoel dat hij echt iets doet met zijn intellectuele talent. “Ik vind het leúk in het lab. Veel leuker dan de gewone school. Hier kan ik dingen zelf maken. Electrical Engineering, dat is eigenlijk uitvinden”, zegt Laurent, en zijn ogen beginnen ervan te blinken. “Ik maak chips, met daarop kleine circuits die dingen doen. Voor mijn bachelorproef heb ik een printed circuit port gemaakt, waarop ik een brein heb gesimuleerd.”

Laurent ziet onze verbaasde blik. Een wát? Hij zucht even, want voor hem is het allemaal kristalhelder. “Kijk, als je zo'n chip hebt, kan je daar neuronen op plaatsen en verbinden. Dat is eigenlijk hetzelfde als je hersenen: dat is ook één grote cluster van neuronen die met elkaar verbonden zijn. Maar op zo'n chip kan je die neuronen sturen, en uitlezen wat ze dan precies doen. Dan kan je bijvoorbeeld testen wat het effect van medicijnen op een lichaam is en welk deel van de hersenen daardoor gestimuleerd wordt. Brain-on-a-chip, heet dat. Hersenen op een chip, dus.”

Professor Baltus grijnst. “We zijn dingen aan het doen die gewoon nog niet bestáán. Het is voor mij al geweldig om op zo'n terrein te experimenteren. Dat ik dat doe met een jongen van negen, maakt het nog uitzonderlijker.”

Naar Amerika

Toen we Laurent drie jaar geleden de eerste keer ontmoetten, wist hij al wat hij later wou worden: “Hartchirurg of astronaut.” Dat laatste was een gekke jongensdroom, maar iets met harten, dat heeft Laurent nog niet opgegeven. Integendeel. Hij wil niet meer louter kapotte harten kunnen herstellen, hij wil er gewoon nieuwe maken. “Mijn doel als wetenschapper is levensverlenging. Mijn opa en oma zijn hartpatiënten en hen wil ik helpen. En voor altijd laten leven. Ik wil delen van het lichaam vervangen door techniek. Je kan alles namaken - ledematen, maar ook een lever, een hart, een nier - en dat in het lichaam plaatsen. Maar ik wil dat die techniek ook verbonden blijft met je brein. Zodat je op een dag een heel nieuw lichaam krijgt, maar toch met je eigen hoofd en je eigen bewustzijn er nog bovenop.”

Het klinkt allemaal als sciencefiction, en dat is het ook. Maar toch niet helemaal: het Franse bedrijf Carmat ontwikkelde al een kunsthart, dat in de borstkas ingeplant wordt en het échte hart helemaal vervangt. Er is slechts één draadje dat het lichaam verlaat en daarop moeten de batterijen aangesloten worden. Tussen 2013 en 2016 werden er vijf succesvolle transplantaties uitgevoerd, maar de patiënten overleefden er niet lang mee. “Nu zijn het gewone robots. Ik wil dat alles verbonden wordt met je bewustzijn.”

Sinds zijn afstuderen aan de middelbare school hebben Laurent en zijn ouders tientallen universiteiten bezocht - in België, Nederland, de VS en Duitsland. Uiteindelijk viel zijn keuze op de TU/e. Nu hij ook daar zijn diploma heeft behaald, begint de zoektocht opnieuw. “We praten met verschillende uniefs om hem daar zijn PhD (Doctor of Philosophy, variant op onze doctorstitel, red.) te laten halen”, zegt vader Alexander. “Er zijn al wat contacten, maar het komt er ook op aan een goede mentor te vinden. Ik denk dat we naar een systeem gaan dat hij de helft van de tijd in Eindhoven zit, en de andere helft op een Amerikaanse universiteit. Hoe goed het hier ook is, je kan niet om de VS heen als je iets hoogtechnologisch wil studeren. Je kan geen grote wetenschapper worden zonder de VS te kennen.”

Laurent heeft zijn keuze al gemaakt, al is die niet op de kwaliteit van de instelling gebaseerd: “Ik wil heel graag naar Amerika. Toch als het in Californië is. Daar is het mooi weer.”

Als een voetballertje

Wat de toekomst brengt, is hoogst onzeker. De situatie van Laurent is een beetje vergelijkbaar met een geweldig getalenteerd voetballertje: hij draagt alles in zich om grote dingen te bereiken, maar zeker weet je dat nooit. “We gaan gewoon mee met de flow”, zegt vader Alexander. “We willen maar één ding: dat Laurent gelukkig wordt. En dat hij later financieel onafhankelijk wordt - maar dat willen toch alle ouders? We proberen hem nu met niet te veel druk op te zadelen. Daarom willen we ook geen deals sluiten met grote bedrijven die in medische innovatie investeren. We zouden dat al kunnen - en het zou ons financieel ook helpen. Lydia en ik zijn allebei gestopt met werken, omdat het niet meer te combineren was. Je kan een kind van negen toch niet alleen met de trein van Amsterdam naar Eindhoven laten rijden? We hebben vroeger goed gespaard, dus dat lukt nog wel. We kunnen dat geen jaren meer blijven doen, maar liever nu wat op de kleintjes letten dan onze toekomst afhankelijk maken van het latere succes van ons kind. Ik ken mensen met een geweldig getalenteerde zoon die bij Feyenoord voetbalt: zijn héle familie rekent er nu al op dat hij later veel geld zal verdienen. Dat willen wij helemaal niet.”