Direct naar artikelinhoud
Subsidies

Waarom zijn cultuursubsidies belangrijk?

Scène uit 'Haroun' van theaterhuis Het nieuwstedelijk.Beeld rv Boumediene Belbachir

De cultuursector ervaart de besparingen van cultuurminister Jan Jambon (N-VA) als een bedreiging voor de toekomst van het veld. Tegelijk gaan er heel wat stemmen op die het nut van cultuursubsidies in twijfel trekken. Waarom wordt cultuur gesubsidieerd? En wat levert dat op?

“De argumenten om kunst te subsidiëren zijn nogal pover”, schrijft econoom Andreas Tirez van de denktank Liberales in deze krant. Hij citeert daarbij een participatiesurvey van de Universiteit Gent uit 2014, waaruit blijkt dat een aanzienlijk deel van de samenleving geen cultuur consumeert, omdat het de mensen “gewoon niet interesseert”.

“Ik zeg niet dat alle subsidies voor cultuur op de schop moeten”, verduidelijkt Tirez aan De Morgen. “Voor kunst in het publieke domein, bijvoorbeeld, kun je geen inkomsten vragen, dus is het logisch dat de overheid daar de markt corrigeert. Ook subsidies voor cultuureducatie vind ik verdedigbaar. Maar als een theater niet uit de kosten komt, vind ik het niet vanzelfsprekend dat zoiets met subsidies wordt gecompenseerd. Er zijn immers geen aangetoonde voordelen voor niet-gebruikers, voor mensen die niet naar het theater gaan.”

Daarmee zet Tirez het debat andermaal op scherp, zeker nu Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), tevens bevoegd voor Cultuur, stevig bespaart op cultuursubsidies. Op Facebook reageerde theatermaker Stijn Devillé van Het nieuwstedelijk door te wijzen op de noodzaak van subsidies om het marktfalen te compenseren. Sectoren als cultuur, onderwijs of gezondheidszorg kunnen omwille van dat marktfalen rekenen op steun van de overheid, voert Devillé aan, als de overheid “het belangrijk vindt dat die bepaalde voorziening blijft voortbestaan.”

Lees ook:

Standpunt: De Vlaamse cultuursector is een bron van jaloezie in het buitenland. Voor de Vlaamse regering zou het een bron van trots moeten zijn

Niet de hele sector kan zelfbedruipend zijn, omdat livevoorstellingen een running cost hebben – acteurs en muzikanten moeten elke avond opnieuw betaald worden – en niet elke voorstelling groot genoeg is om avond na avond uit de kosten te komen. “Kleinschaliger projecten kunnen niet zomaar op de markt spelen”, stelt Devillé. In De Standaard stelde Merlijn Erbuer, zakelijk leider van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, dat ticketprijzen verhogen ook niet zo eenvoudig is. “Boven de 40 euro haken mensen af, merken we.” En dus moeten subsidies de prijzen democratisch houden.

Maar voor Tirez is het “niet vanzelfsprekend dat iemand die niet naar het theater gaat, mee het ticket financiert van wie wel naar het theater gaat”. Ook econoom Paul De Grauwe (London School of Economics) pleitte eerder al om meer rekening te houden met het bereik van cultuur, en “subsidiëring meer dan vandaag het geval is afhankelijk te maken van het aantal bezoekers dat een kunstenhuis aantrekt” (DM 6/4/11).

Gezondheid

De vraag is dus: waarin ligt de waarde van cultuur voor de samenleving? In 2014 voerde de Universiteit van Groningen een onderzoek naar ‘de waarde van cultuur’. Op verschillende sociale domeinen stelden de onderzoekers meetbare effecten vast, onder andere dat cultuurparticipatie cognitieve en communicatieve vaardigheden bevordert. Daarnaast kunnen culturele ervaringen ook kennis bijbrengen en zelfreflectie stimuleren.

Maar een van de meest opvallende vaststellingen was dat cultuur ook een positief effect heeft op de gezondheid. “Uit onderzoek blijkt dat wie regelmatig aan cultuur participeert, aangeeft zich gezonder te voelen, sneller van een ziekte te genezen en mentaal meer weerbaar te zijn”, vertelt cultuursocioloog Pascal Gielen (Universiteit Antwerpen), die meewerkte aan het onderzoek. “Dat geldt zowel voor cultuur die je sociaal beleeft, zoals een theatervoorstelling, maar ook cultuur die je in je eentje beleeft, zoals het lezen van een roman. Cultuur blijkt zelfs belangrijker te zijn voor de gezondheid dan andere factoren, zoals je financiële situatie.” Een onderzoek van de Europese afdeling van de World Health Organization kwam dit jaar tot dezelfde conclusie.

Gemeenschaps- en identiteitsvorming worden vaak ook als een van de grote voordelen van cultuur gezien. “Cultuur draagt inderdaad bij aan de sociale cohesie”, duidt Gielen. “Maar cultuur verbindt niet alleen, het verdeelt ook. Mensen die cultuur consumeren, halen daar een sociale identiteit uit. Er ontstaat een wijgevoel. Maar zo onderscheiden ze zich ook van mensen die dat niet doen.” Al is er ook een uitzondering op die regel. “Mensen die deelnemen aan experimentele of uitdagende kunst, staan vaker open voor andersdenkenden.”

Opbrengst

Blijft de vraag: krijgt de overheid ook financieel iets terug van de cultuur die ze subsidieert? Onderzoek van Flanders DC, het kenniscentrum voor ondernemen in de creatieve sector, en het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) bracht aan het licht dat de creatieve sector in 2016 goed was voor 6,3 procent van alle werkzame voltijdse equivalenten in Vlaanderen. In datzelfde jaar gaf de Vlaamse regering 0,39 miljard euro aan het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Dat is 2,4 procent van de totale uitgavenbegroting. Uit datzelfde onderzoek bleek bovendien dat de creatieve sector in 2016 goed was voor 5,6 procent van de bruto toegevoegde waarde van Vlaanderen, een som van 12,5 miljard euro.

Het is een argument dat vaker terugkeert. In 2014, toen toenmalig cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) de vorige kaasschaaf aankondigde, berekende het Vlaams Theaterinstituut dat hun totale subsidie van 90 miljoen euro een opbrengst van 230 miljoen opleverde. Zelfs zakenblad Trends pleitte toen voor subsidiëring. “Voor elke euro belastinggeld die in cultuur wordt gestoken”, is de redenering, “vloeit 2 tot 3 euro terug naar de Belgische economie.”