Direct naar artikelinhoud
Interview

Geert Mak: ‘De euro is een heel gevaarlijk ding’

Geert Mak: ‘De euro is een heel gevaarlijk ding’

Terwijl hij een boek over een 17de-eeuwse kunstverzamelaar zat te schrijven, hoorde Geert Mak buiten de actuele gebeurtenissen schreeuwen. Daarop begon de auteur van de megaseller In Europa uit 2004 aan een nieuwe inspectietocht door ons continent, met één vraag in het achterhoofd: wat is er de afgelopen twintig jaar met ons gebeurd? Het resultaat heet Grote verwachtingen, en dan weet je meteen dat die niet allemaal zijn uitgekomen: ‘Wij denken dat de VS ons ook de volgende vijftig jaar zullen beschermen, maar we leven intussen in een heel andere wereld.’

Geert Mak (72) is een dapper man. Ik zou de plot van Charles Dickens’ Great Expectations niet durven samen te vatten. Hij doet het snel en in enkele zinnen, zo tegen het aperitiefuur in het tuinhuis van zijn Amsterdamse uitgeverij. “Het arme weesjongetje Pip wordt door toedoen van een onbekende weldoener ineens tot grote rijkdom en status verheven. Hij weet niet goed hoe hij daarmee moet omgaan, doet allerlei domme dingen, en uiteindelijk komt hij min of meer ten val.” Als je Pip vervangt door de Europese Unie, dan staat het triomfalisme dat de EU na de val van de Muur uitstraalde voor die grote verwachtingen. De domme dingen die het hoofdpersonage deed, zijn het roekeloze uitvegen van de grenzen in de Schengenzone, de uitbreiding met vele nieuwe leden in het oosten van Europa, en de gemeenschappelijke euro. Moet dat wel tot een droevig einde leiden? “Mijn boek eindigt toch een beetje met een gebroken hart.”

De grote verwachtingen van de Europese Unie werden gekelderd door twee schokken: 9/11 en de bankencrisis van 2008, met een recessie als nasleep.

“Al heel vroeg in de 21ste eeuw zorgde 9/11 voor een grote breuk in het optimisme, vooral omdat in Europa snel een reeks aanslagen volgde – iets wat vrijwel niemand had verwacht. Ja, er waren wel problemen met immigranten – hoe kan het ook anders als honderdduizenden mensen van achtergebleven gebieden in Marokko of Turkije naar moderne steden gesleept zijn? Maar opeens werd het immigratieprobleem een religieus probleem, en dan wordt het haast per definitie onoplosbaar. Het leidde tot angst voor immigranten, soms tot haat en tot allerlei uitbarstingen van racisme in landen waar die tot dan schaars waren gebleven. 9/11 was de trigger die een aantal onderhuidse spanningen blootlegde, en die door handige populisten politiek is geëxploiteerd. In Nederland heeft vooral na de moord op Theo van Gogh een kleine cultuurstrijd gewoed.”

Daar hebt u met enkele pamfletten aan deelgenomen. Hoe kijkt u daarop terug?

“Ik zat met de angst voor een herhaling van de Tweede Wereldoorlog: ik verdedigde het waardesysteem dat zo’n herhaling moest voorkomen. Ik zag te weinig dat het om een totaal nieuwe situatie ging en dat er in bepaalde sectoren van de islam echt wel problemen waren omdat de aanpassing aan de moderniteit niet lukte. Ik dacht dat we na één of anderhalve generatie wel van dat probleem verlost zouden zijn. Maar er zijn nog altijd jongeren die het jihadistische en salafistische gedachtegoed omhelzen, ook omdat moslims discriminatie blijven ondervinden. De Saudi’s spelen daar een zeer grote rol in: met massa’s geld, die het Westen voor hun olie heeft betaald, jutten ze de boel op. Uiteindelijk zal er wel een nieuw evenwicht komen en zullen die jihadisten teruggeschopt worden naar de hel, waar ze thuishoren, maar het zal langer duren dan ik had verwacht, tot mijn verdriet.

“Ik had wel gelijk te waarschuwen voor de neiging om te veralgemenen, terwijl het om excessen binnen de islam ging. Het is een godsdienst met talloze varianten. Voortdurend over dé moslims praten, dat vond ik een gevaarlijke ontwikkeling.”

Door nog een keer door Europa te trekken, kunt u goed de gevolgen van de bankencrisis van 2008 schetsen, want statistieken zeggen veel, maar niet alles.

“Die statistieken kan ik thuis ook uitprinten, dankzij het internet. Maar als je op het terrein gaat rondlopen, krijg je toch een ander verhaal. Neem de werkloosheidscijfers in Spanje. Die zien er inmiddels veel beter uit. Maar mensen kunnen er alleen het hoofd boven water houden met twee of drie rotbaantjes die samen niet meer dan 800 euro per maand opleveren. Dat zie je in heel Europa: de zekerheid van een fatsoenlijke baan is weggevallen. Mensen houden er het vervreemdende gevoel aan over inwisselbaar te zijn, en die vernedering doet velen verlangen naar nieuwe bewegingen en de pseudozekerheid die populisten garanderen.”

Terugblikkend op de crisis van 2008 noemt u als mogelijk belangrijkste economisch effect dat de euro toen de kans heeft gemist om de dollar op te volgen als standaardmunt.

“Dat zeggen tal van economen. De euro stond er in 2007 enorm goed voor. Het Braziliaanse topmodel Gisele Bündchen wilde toen niet meer in dollar betaald worden, alleen nog in euro. Dat was in 2008 meteen voorbij. De euro heeft zich wel op een wonderbaarlijke manier overeind gehouden. De wereldmarkten hadden een fundamenteel vertrouwen behouden in de gigantische Europese economie waar de euro op steunde.”

“De euro is voorbij”, zei u in 2012 in Humo.

“Het is een heel gevaarlijk ding, en op elk moment kan er een nieuwe crisis losbarsten. Als Matteo Salvini (rechts-nationalistisch kopstuk van de Italiaanse partij Lega, red.) de volgende verkiezingen wint in Italië en hij doet wat hij heeft beloofd, dan kan er een eurocrisis uitbreken in vergelijking waarmee de Griekse crisis kinderspel was.”

Uit de crisis van 2008 valt voorts vooral te onthouden dat de banken die ze veroorzaakt hebben, niet aangepakt zijn. Sterker nog: ze hebben er stevig aan verdiend.

“De bankencrisis staat symbool voor een enorm moreel falen. De Ierse thrillerauteur Tana French schreef midden in de Ierse crisis een column die me altijd zal bijblijven: als schrijfster van misdaadromans herkende zij in de bankiers misdadige karakters die geen moraal kennen en nooit de gevolgen van hun daden onder ogen willen zien. In Ierland werd een hele generatie bedreigd. Jongeren durfden geen kinderen meer te krijgen en de werkloosheidsgraad was waanzinnig hoog, en toch kwam de bankenwereld ermee weg.

“Dat heeft ook elders het wantrouwen van burgers tegenover de elite flink gevoed. De Britse zakelijke elite, bijvoorbeeld, heeft terecht voor een brexit gewaarschuwd – ‘Jongens, pas op, wij zullen fabrieken moeten sluiten!’ – maar in de ogen van de gewone man hadden ze geen gezag meer.”

Het gevaar voor een bankencrisis is niet geweken, denkt u, want het cocaïnegebruik, ‘een van de diepere oorzaken achter de bankencrisis van 2008’, is nog toegenomen.

“Ik twijfel er niet aan: de bankencrisis was ook een cocaïnecrisis. (lacht) Ik kan het niet bewijzen, maar ik ben er wel van overtuigd dat het zo was. De hardheid van de bankiers, dat altijd maar doorgaan met een stalen blik zonder enige verantwoordelijkheid te voelen voor de gevolgen van hun daden, dat ken ik heel goed van mijn vrienden die aan de coke zijn gegaan. De hoeveelheid cocaïne die in die jaren in Amsterdam-Zuid werd gebruikt, kon je zelfs in het rioolwater meten.”

De bezuinigingspolitiek na de bankencrisis noemt u ‘een van de grootste zelf toegebrachte rampen uit de geschiedenis’.

“Dat is de conclusie van Adam Tooze, die in Crashed, een pil van zeshonderd bladzijden, als eerste historicus de financiële crisis heeft beschreven. Amerika zat ook in de problemen, maar na een paar jaar was het weer op de been dankzij een herstelbeleid. In Europa heeft dat door het bezuinigingsbeleid, vooral onder druk van de Nederlandse en Duitse politici, zeker vier jaar langer geduurd. Je moet als een goede huisvader of -moeder de tering naar de nering zetten, zeiden ze voortdurend, terwijl elke eerstejaarsstudent economie wéét dat een staatshuishouding iets anders is dan een gewoon huishouden. In tijden van recessie moet je juist geld úítgeven om de economie draaiende houden, besparen doe je beter in tijden van overvloed.

“Die bezuinigingspolitiek was dubbel stom omdat het om een eenmalige tegenslag ging: er was even heel veel geld nodig om de banken overeind te houden. Die inspanning spreid je over een paar jaar, daar hoef je niet het hele systeem voor overhoop te halen. Je haalt je kinderen niet van de sportclub en gaat niet soberder eten omdat je wasmachine kapot is, als je het dan toch in huishoudelijke termen wilt vatten.

“Liberalen en neoliberalen hebben de bezuinigingen gebruikt als dekmantel om de overheidssector te doen krimpen. Nu zitten we met de gevolgen: zelfs op het spitsuur zie je nauwelijks nog politie, scholen worstelen met een enorm lerarentekort, bejaarden verkommeren door een gebrek aan zorg. Het merkwaardige is dat het neoliberalisme zich niet als een ideologie heeft gepresenteerd: het ging zogezegd om objectieve waarheden, om cijfers die geen alternatief toelieten. Dat heeft ervoor gezorgd dat we de grote maatschappelijke debatten, zoals die in de jaren 70 en 80, ontwend zijn. Alweer iets waar de populisten voordeel uit gehaald hebben.”

Wie zijn de grote Europese leiders als u de afgelopen twintig jaar overschouwt? De Duitse bondskanselier Angela Merkel? De Franse president Emmanuel Macron?

“Die moet zich nog bewijzen, maar als je ziet wat er in Frankrijk op het spel stond toen extreemrechts oprukte, is Macron toch wel een bijzondere leider. Angela Merkel verdient alle respect, maar ze is ook wel goed in platitudes. Ze kan heel lang zwijgen, om vervolgens iets algemeens te zeggen waar iedereen een diepe wijsheid in vermoedt, terwijl die er misschien niet is. Ze straalt wel degelijkheid en integriteit uit. Op een moment dat Europa een kordate schooldirectrice nodig had, was zij er. Haar bezuinigingsbeleid heeft de oplossing van de crisis erg vertraagd, maar haar grote verdienste is dan weer dat ze heeft voorkomen dat de Oekraïnecrisis zou oplaaien tot een buitengewoon conflict tussen Oost en West.”

Geert Mak: ‘De euro is een heel gevaarlijk ding’

Haar houding in de immigratiecrisis in 2015 wordt haar als een minpunt aangerekend.

“Het is een groot misverstand dat de vluchtelingenstroom pas op gang gekomen zou zijn toen ze zei: ‘Wir schaffen das.’ Die stroom begon al in juli 2015, en de Hongaarse premier Viktor Orbán heeft haar een smerige streek geleverd door snel alle immigranten die hij in Hongaarse kampen kon vinden naar Oostenrijk te lozen. Toen die in grote groepen arriveerden, hebben Oostenrijk en Duitsland hun grenzen geopend, en er ontstond zo’n jubelcultuur dat Merkel ze bijna niet meer kon sluiten. Het was een kortstondige euforie: de oorlog woog nog altijd op de schouders van de Duitsers, kort daarvoor waren ze nog het zwarte schaap in de Griekse crisis, en nu konden ze eindelijk het lichtende baken van Europa spelen.

“Dat gebeurde eind augustus 2015, en pas in september zei Merkel dat ze het wel zouden klaren. Niet vanuit een hoeragevoel, maar meer vanuit lijdzaamheid. Ze wilde geen nieuwe Muur, geen prikkeldraad. De vluchtelingenstroom is uiteindelijk gestopt doordat de winter kwam, doordat Macedonië en Hongarije de route versperden, en door een buitengewoon dubieuze deal met Turkije.”

U citeert de Duitse filosoof Peter Sloterdijk: “Er bestaat geen morele plicht om jezelf te gronde te richten.” Intussen worden mensen die drenkelingen redden of vluchtelingen helpen als misdadigers beschouwd.

“Van elke achttien mensen die de overtocht wagen, verdrinkt er één. Het is natuurlijk pervers dat je de mensen die hen willen redden als misdadigers behandelt. Dat ze verdrinken moet stoppen: dát moet het eerste streven zijn. Je moet de mensensmokkelaars de wind uit de zeilen nemen, en je moet dringend nadenken over een legale immigratiestroom. Vandaag kruipen veel mensen in die bootjes omdat de status van vluchteling de enige mogelijkheid biedt om in Europa te kunnen blijven. Europa heeft migranten nodig, de werkgevers in Duitsland waren stiekem best blij met die goed opgeleide Syriërs in de eerste golf van migranten. En dus moeten we een beleid ontwikkelen waardoor mensen hier kunnen komen werken, en ook kunnen terugkeren als ze dat willen.

“De EU moet ook miljoenen durven te investeren in antipropaganda. Breng bij die mensen duidelijk de boodschap over: één op de achttien verdrinkt, en voor de anderen is het enige perspectief vaak kraaltjes verkopen op één of ander strand.

“Op het Griekse eiland Samos zag ik de ellendige omstandigheden waarin mensen samenhokken, de ratten lopen tussen de tentjes. Vluchtelingen zijn er nauwelijks nog te bekennen, wel mensen die op een beter leven hoopten en niet verwacht hadden dat ze in die smerige troep zouden belanden. Ik sprak een jongeman die in Kaboel een IT-bedrijfje had; hij kwam niet vooruit en wilde het in Londen proberen. Wist hij veel dat hij niet verder dan Samos zou raken. Hij liet me zijn pasje zien: het eerste gesprek over zijn situatie was gepland voor juni 2021! Ik kon het niet geloven, ik heb er een fotootje van gemaakt. Als je al die misleide mensen eruit haalt, zal het probleem niet opgelost zijn, maar het wordt wel een stuk kleiner.”

Er kan snel een nieuwe migratiecrisis ontstaan, als je ziet wat er in Turkije en Syrië gaande is.

“De Turkse president Erdogan kan Europa ontzettend makkelijk chanteren en ermee dreigen dat hij weer Syrische vluchtelingen naar Europa laat vertrekken. Maar of hij dat ook zal doen? Het kost hem heel veel geld en goodwill.

“Europa moet nog iets anders onthouden: zoals Donald Trump vandaag de Koerden laat vallen, kan hij morgen de Baltische staten laten vallen. Amerika is een onbetrouwbare bondgenoot geworden, de NAVO staat op losse schroeven: dat is een fundamentele verandering. Nederland en België hebben de F-35-straaljager aangeschaft: dat is een typisch voorbeeld van kortzichtig geopolitiek denken. Behalve dat die F-35 een heel duur en verouderd ding is – je kunt er vooral de vorige oorlog mee winnen – maakt hij ons ook totaal afhankelijk van de VS. Bijna elke schroef moet worden aangedraaid door een Amerikaanse mechanicus. De aanschaf gebeurde op basis van een elementaire denkfout: dat Amerika ook de volgende vijftig jaar onze verdediging op zich zal nemen, terwijl we intussen in een heel andere wereld leven. Al sinds Bush jr. en Obama richten de VS zich niet langer op Europa, en onder Trump is die evolutie in een stroomversnelling gekomen.”

Misschien kan de noodzaak van een Europese defensie het eenmakingsproces versnellen. Geen grotere geldverspilling dan 27 aparte budgetten voor defensie, zegt Guy Verhofstadt.

“Ik ben het met hem eens dat we een Europees leger moeten hebben, dat hoort bij een gemeenschappelijke buitenlandse politiek. Breng je de budgetten samen, dan heb je een veelvoud van het Russische budget en overtref je zelfs dat van de Chinezen.

“Hoe dan ook, ik stel gewoon nuchter vast dat als ik vandaag onder de auto kruip die Europa heet, ik kapotte schokbrekers zie, losliggende leidingen, een rammelende stuurinrichting en nog veel meer. En dan denk ik: deze auto rijdt niet zo ver meer. Zonder reorganisatie past de EU niet meer bij de realiteit van de 21ste eeuw en zal ze uit elkaar vallen. Ze wordt door de omstandigheden, zoals de terugtrekking van de VS of de klimaatcrisis, tot handelen gedwongen. Dat heeft niets met grote idealen te maken, wel met overleven. De EU heeft een constructie nodig waarmee ze snel op gebeurtenissen kan reageren. Dat kan uitlopen op een federatie die minder thema’s behandelt – de hoofdlijnen en niet de kwaliteit van stokbrood en kaas – en misschien ook minder leden telt.”

“Dertig jaar geleden dachten we dat Europa onze toekomst was. Vandaag geloven we dat wij Europa’s toekomst zijn”, zegt Viktor Orbán, die de EU stevig tegenwerkt van binnenuit.

“Viktor Orbán voert een regelrechte aanval uit op de grondslagen van de Europese Unie, en daar heeft Brussel geen gepast antwoord op. Het is toch absurd dat Europa zich zo laat attaqueren door iemand die zijn populariteit voor een groot deel koopt met Europees geld? Hongarije was jarenlang de grootste netto-ontvanger van subsidies per inwoner van de EU. Als je daar rondreist, kun je de corruptie duidelijk zien. Ook Polen heeft honderden miljoenen gekregen van de EU, maar je hebt er wél uitstekende wegen en een goed spoorwegnet. Hongarije ligt er sleets bij, daar is duidelijk veel geld naar elders gesluisd. Orbán is de man die altijd maar cadeautjes geeft. In het dorp waar ik logeerde, kregen de bejaarden voor twee maanden hout als de verkiezingen naderden. Hij is een volbloed populist met verhalen over God, het volk dat altijd door vijanden wordt belaagd, en de leider die zal beletten dat het nog eens slachtoffer wordt.”

De omslag is er wel radicaal. Een vroegere dissident als de schrijver György Konrád wordt nu verketterd.

“Het gaat erg ver. Gábor Demszky, begin deze eeuw burgemeester van Boedapest, kwam ik in Amsterdam tegen: hij kon niet terug naar Hongarije. Hé, dacht ik, dat is de eerste balling uit het eurogebied die ik tegenkom!”

2010 duidt u aan als het jaar waarin veel kantelt: Orbán begint aan zijn opmars en het verlies van Labour in het VK luidt de brexitperiode in, die ons vandaag bij Boris Johnson brengt.

“Boris Johnson wil wat graag Winston Churchill zijn, of spelen. Maar Churchill deed wel zijn huiswerk, en hoe! De kwaliteit van Johnson en zijn omgeving als onderhandelaars is daarentegen uiterst dubieus. Aan de ene kant zal hij wel de brexit binnenhalen die hij wil, aan de andere kant zet hij het voortbestaan van het hele Verenigd Koninkrijk op het spel. Dat zou Churchill nooit gedaan hebben.”

Over de Nederlandse populisten schrijft u zuinig. Thierry Baudet leidt vandaag toch de grootste partij van Nederland, Forum voor Democratie?

“Hij is als een raket omhooggegaan, ja, maar nu is het alweer wat minder. Marine Le Pen, Nigel Farage en Matteo Salvini, dat zijn heel belangrijke rechtse populisten. Thierry Baudet is dat niet, en Geert Wilders evenmin: zodra die onder de tram sukkelt of naar Amerika verhuist, is het voorbij met de PVV. Thierry Baudet bouwt wél een partij op, maar die raakt verdeeld. Lang niet iedereen daar lust zijn verhalen, of denkt: laat hem maar lullen, daar doen wij niet aan mee.”

In 2014 schreef u opmerkelijk genoeg nog een boek samen met Thierry Baudet, Thuis in de tijd.

“Ik vond en vind hem een interessante jongen. Het was een begin van een dialoog, maar het is niets geworden. Het idee was om eens uit de loopgraven te komen en rustig standpunten uit te wisselen. Ons vertrekpunt was hetzelfde: iedere mens heeft behoefte aan ruimte en ontplooiing, maar daarnaast heeft iedere mens ook een plek nodig waar hij zich veilig voelt en waar tradities kunnen spelen. Mij was het erom te doen de voedingsbodem voor nationalistische en populistische partijen weg te nemen. Voor Baudet lag dat anders: hij radicaliseerde en stichtte zelf een populistische partij. (lacht)

“Wat ik heel jammer vind, want ik vind het van groot belang dat er een serieuze, niet-xenofobe conservatieve beweging ontstaat – ook al ben ik zelf absoluut geen conservatief.”

Geert Mak: ‘De euro is een heel gevaarlijk ding’

Dan het liefst een beweging die de opwarming van de aarde niet ontkent.

“De klimaatcrisis komt voort uit een teveel aan vooruitgang en een oprechte conservatief kan daar alleen maar vraagtekens bij zetten. Kijk maar naar de kleine ChristenUnie in Nederland, die weliswaar standpunten over abortus en homo’s heeft die ik absoluut niet deel, maar die voorts allesbehalve xenofoob is en goed op de wereld wil passen, vanuit het protestantse idee van het rentmeesterschap.”

Voor een boek over Europa gaat het in Grote verwachtingen vaak over Donald Trump. Omdat hij het icoon is van de barre tijdgeest?

“Tekenend voor Donald Trump vind ik zijn absolute minachting voor de democratische instellingen en voor het gewone regeringswerk of het courante diplomatieke werk. In Syrië merk je weer eens dat het hem geen donder interesseert wat voor consequenties zijn beleid op lange termijn heeft. En je kunt net hetzelfde zien in het gedrag van Boris Johnson of Matteo Salvini – als minister van Binnenlandse Zaken bracht die negentien dagen op zijn kabinet door, de rest van de tijd voerde hij campagne. Zo wordt het democratische systeem ontmanteld.

“Het is nu wel mooi om te zien dat democratieën zich beginnen te verweren. Het Britse Lagerhuis trekt aan de noodrem en in het Amerikaanse Congres komt eindelijk het verzet tegen Trump op gang. Hij maakte het in het Syrië-dossier zo bont dat men zich ook in Republikeinse kringen grote zorgen begint te maken. Niet omdat ze plots geplaagd worden door hun geweten, maar omdat ze wel op het juiste moment het zinkende schip willen verlaten.

“Wat mij sterk benieuwt, is hoe het precies zit met die merkwaardige band tussen Trump en het Kremlin. Soms vangen we er een glimp van op, zoals op die persconferentie na een gesprek van twee uur tussen Trump en Poetin, waar niets over werd gemeld – buitengewoon ongebruikelijk voor zo’n belangrijke top. Ik hoop nog mee te maken dat daar duidelijkheid over komt.”

Dan zal dat best vóór 2030 gebeuren, want dat is zowat uw limiet, gezien de gemiddelde levensverwachting van een goed opgeleide Nederlandse man.

(lacht) Heb je zitten berekenen hoelang ik nog meekan?”

Het viel me op hoe vaak u in uw boek die jonge historicus opvoert die in 2069 alles zal weten waar u nu naar moet raden.

“Natuurlijk ben ik ontzettend jaloers op iedereen die 40 jaar of jonger is. Niet op de verwarring, het verdriet en de hormonen, godzijdank wordt dat allemaal wat minder. Maar ik ben wel pathologisch nieuwsgierig.

“Er is veel tegelijk aan het schuiven gegaan. Het westerse overwicht is aan het verdwijnen, China komt eraan. Tegelijk verdwijnt het overwicht van het westerse denken, de hele verlichtingstraditie die in de loop van drie eeuwen is opgebouwd. Het idee van de gelijkwaardigheid tussen mensen en het respect voor minderheden en de rechtsstaat zijn niet langer vanzelfsprekend. Wat betekent rechtvaardigheid vandaag, of een begrip als waarheid? Ook dat is grondig veranderd door het internet, een omwenteling die even revolutionair is als de uitvinding van de boekdrukkunst.

“Na 1945 is, onder leiding van de Amerikanen, een internationaal systeem gebouwd met allerlei verdragen om de verhoudingen te stabiliseren: de Verenigde Naties zijn zo ontstaan, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Unie, en er zijn afspraken gemaakt over mensenrechten en wapenbeheersing. Dat hele bouwwerk wordt nu met een geweldige vaart afgebroken. Omdat ik van een oudere generatie ben, valt het me op met hoeveel luchthartigheid dat gebeurt, en weet ik hoe riskant het is. Ik herinner me hoe bang wij in de jaren 70 en 80 waren dat er per ongeluk een kernoorlog kon uitbreken. Tal van verdragen waren veiligheidskleppen om dat te beletten. Die veiligheidskleppen zijn intussen weg, maar de ongerustheid daarover moet blijkbaar nog komen.”

Geert Mak – Grote verwachtingen. In Europa 1999-2019, Uitgeverij Atlas Contact

© Humo