Tekort pleeggezinnen groter dan ooit: ‘De kennis over pleegzorg blijft verrassend beperkt’

Jan Brocatus (tweede van rechts) bij de lancering van de campagne Studio100steboven. 'Campagnes dienen ook om het concept pleegzorg bekender te maken.' © Studio 100
Jeroen de Preter

De behoefte aan pleeggezinnen was in Vlaanderen nooit groter dan vandaag: bijna 1000 kinderen en jongeren wachten op zo’n gezin. Voor die forse en snelle stijging bestaan verschillende verklaringen.

Vlaanderen telt vandaag bijna 5500 pleeggezinnen, die samen meer dan 7100 kinderen en jongeren in moeilijke thuissituaties en – in sommige gevallen – volwassenen met een beperking opvangen. Het goede nieuws: het aantal pleeggezinnen neemt al jaren toe. Het minder goede nieuws: de behoefte aan die gezinnen is vandaag groter dan ooit. Op dit ogenblik wachten 980 kinderen en jongeren op een geschikt pleeggezin. Bij een vorige telling, in 2017, waren dat er nog geen 600. Vooral voor jongeren en broers en zussen die het best niet van elkaar gescheiden worden, blijkt het bijzonder moeilijk om een pleeggezin te vinden.

Waarom die wachtlijst plots zo veel langer is geworden? Het registratierapport van Pleegzorg Vlaanderen dat Knack kon inkijken, geeft een paar indicaties. Zo laat het zien dat de pleegzorg in bijna 70 procent van de gevallen wordt opgenomen door mensen uit het sociale of familiale netwerk. Het aantal van die ‘netwerkpleegzorgers’ nam de afgelopen jaren fors toe. Een stuk minder vlot loopt de werving van de zogenoemde ‘bestandspleegzorgers’: de gezinnen die zich spontaan als kandidaat aanbieden en in de regel geen deel uitmaken van het familiale of sociale netwerk van het kind waarvoor ze, na een screening, de zorg opnemen. Dat bestand is, ondanks alle inspanningen, de afgelopen jaren niet groter geworden.

Te weinig mensen weten dat je kinderen ook kunt helpen door bijvoorbeeld alleen tijdens weekends voor hen te zorgen.

Jan Brocatus Pleegzorg Vlaanderen

Die stagnatie valt samen met een sterke stijging van de vraag naar pleegzorg. Sinds 2014 is het aantal pleegzorgsituaties met 24 procent toegenomen. Dat heeft minstens deels te maken met het beleid. Als kinderen en jongeren vandaag uit huis geplaatst worden, wordt pleegzorg als eerste oplossing overwogen. Mogelijk heeft die grotere vraag ook te maken met een toename van zorgwekkende situaties binnen de Vlaamse gezinnen, al is dat volgens Pleegzorg Vlaanderen onmogelijk met zekerheid te zeggen. ‘Wij hebben geen weet van onderzoek dat zo’n tendens zou bevestigen’, zegt coördinator Jan Brocatus. Wellicht wijzen de grotere vraag en de langere wachtlijst er ook op dat de weg naar jeugdhulp makkelijker wordt gevonden.

‘Verder hoop ik dat het te maken heeft met een betere kennis, binnen de hulpverlening, van wat pleegzorg kan zijn. Pleegzorg is in principe altijd tijdelijk. Vroeger ging men er bijna per definitie van uit dat het om langdurige opvang ging. Vandaag staan ook kinderen en jongeren op de wachtlijst die voor kortere duur opvang nodig hebben. Dat de mogelijkheden van pleegzorg beter bekend zijn, is op zich goed nieuws. Maar het maakt de wachtlijst wel langer.’

Waar moeten die kinderen en jongeren in afwachting heen?

Jan Brocatus: Sommigen komen terecht in een voorziening of verblijven daar nu al. Maar op de wachtlijst staan ook kinderen die al een pleeggezin hebben voor bijvoorbeeld het weekend of in crisissituaties en voor wie we een oplossing zoeken op lange termijn.

In 2017 voerde Pleegzorg Vlaanderen nog campagne met de Rode Duivels. Hebben zulke opvallende acties dan geen effect?

Brocatus: Toch wel. Dat het aantal bestandspleegzorgers stabiel blijft, betekent niet dat er geen gezinnen bij komen. Ons bestand kent sowieso een uitstroom, onder meer vanwege de veroudering van de pleeggezinnen. Bovendien zijn die campagnes er niet alleen om pleeggezinnen te vinden. Ze dienen ook om het concept pleegzorg bekender te maken bij het grote publiek. Uit marktonderzoek dat we de voorbije zomer uitgevoerd hebben, blijkt dat de kennis over pleegzorg verrassend beperkt is. Voor je kunt gaan werven, moeten mensen natuurlijk wel weten waar het precies over gaat. En die bewustmaking is ook belangrijk voor wie onrechtstreeks betrokken is, zoals leerkrachten die pleegkinderen in hun klas hebben.

Uit uw registratierapport blijkt dat de informatiemomenten van Pleegzorg almaar drukker worden bijgewoond. Opmerkelijk genoeg resulteert dat niet in een groter bestand.

Brocatus: Dat heeft er vooral mee te maken dat we mensen sneller naar die infomomenten toeleiden. Dat geeft de mogelijkheid om nog veel nadrukkelijker te wijzen op de vele engagementen die je kunt opnemen, ook als alleenstaande. Nog veel te weinig mensen weten dat je kinderen, jongeren of volwassenen ook kunt helpen door bijvoorbeeld alleen tijdens weekends of schoolvakanties voor hen te zorgen.

Wordt de werving ook niet bemoeilijkt doordat pleegzorg niet hetzelfde is als adoptie? Een pleegouder moet er rekening mee houden dat het kind waarvoor hij of zij zorgt op een dag opnieuw bij zijn wettelijke ouders intrekt.

Brocatus: Dat is zo. Ik ontmoet weleens mensen die me zeggen: ‘Dat zou ik wel willen doen.’ Tot je hun vertelt dat pleegkinderen op een dag weer kunnen vertrekken. Dan zeggen ze: ‘Nee, als dat kind bij mij komt wonen, moet het ook blijven.’ Zo werkt het dus niet. Kandidaat-pleegouders moeten beseffen dat de wettelijke ouders altijd in beeld blijven.

Idealiter gaat het over een gedeeld ouderschap. Uiteraard is dat niet gemakkelijk. Als pleegouder ga je je aan zo’n kind hechten, en hopelijk zal ook het omgekeerde gebeuren. Dat is zelfs uitdrukkelijk de bedoeling. Een terugkeer naar de eigen ouders kan dan pijnlijk zijn voor pleegzorgers. Ik wil wel benadrukken dat zoiets niet van de ene op de andere dag gebeurt; er is altijd een overgangsperiode. Bovendien biedt het statuut van pleegouder vandaag de mogelijkheid om, binnen bepaalde voorwaarden, in contact te blijven met het kind.

Het statuut van de pleegouder is de afgelopen jaren duidelijk verbeterd. Zo hebben zij nu ook recht op zes weken pleegouderverlof.

Brocatus: En er zijn nog verbeteringen mogelijk. Het pleegouderverlof is nog niet te vergelijken met het gewone ouderschapsverlof. Mensen die gekozen hebben voor de voltijdse, langdurige zorg van een pleegkind mogen in het jaar dat ze starten een soort onthaalverlof van zes weken opnemen. Maar soms volstaat dat niet. Ik hoor pleegzorgers weleens zeggen dat ze de verlofrechten die ze hebben opgebouwd voor hun eigen kinderen gebruiken om tijd te maken voor hun pleegkind. Dat wil toch zeggen dat er iets niet klopt.

Voor mensen die voor tijdelijke, ondersteunende pleegzorg kiezen, is er nog helemaal niets voorzien. Ik begrijp dat het niet mogelijk is om hun zes weken verlof te geven. Maar met wat creativiteit moet het toch mogelijk zijn om het ook voor hen wat gemakkelijker te maken om de stap te zetten.

In cijfers

5500: er zijn vandaag bijna 5500 Pleeggezinnen in Vlaanderen

980: kinderen en jongeren staan op de wachtlijst

24%: sinds 2014 is het aantal pleegzorgsituaties met 24% toegenomen

De Week van de Pleegzorg loopt nog tot zondag 24 november. Meer info: www.pleegzorgvlaanderen.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content