Jan Jambon (N-VA) kaart Hongkong voorzichtig aan in China: "Straffe taal zou niets aan de situatie veranderd hebben"

Minister-president Jan Jambon had vorige week in het Vlaams Parlement beloofd dat hij de situatie in Hongkong zou aankaarten in China. Jambon is deze week met een delegatie van ruim 600 Belgische bedrijven, en onder leiding van prinses Astrid, in China voor de grootste Belgische handelsmissie ooit.

Jambon zegt nu dat hij tijdens de eerste dag van de missie de gelegenheid gevonden heeft om de situatie in Hongkong aan te kaarten, zij het voorzichtig. “Het is in de eerste plaats een handelsmissie. De eerste opdracht is hier om bedrijven in contact te brengen.”

Maar hij heeft naar eigen zeggen belofte gehouden. “Zoals ik in het Vlaams Parlement gezegd heb, heb ik in het kader van politieke contacten de situatie aangekaart, zij het op een voorzichtige manier, om de handelsmissie niet in gevaar te brengen.”  

Jambon erkent dat de kwestie Hongkong gevoelig ligt bij de Chinezen. Al bijna zes maanden protesteert de lokale bevolking in de autonome regio en oude Britse kolonie tegen de groeiende greep van het centrale gezag in Peking. 

Dat de kwestie gevoelig ligt “wil niet zeggen dat we er dan maar niet op moeten ingaan”, zegt Jambon. “De woordkeuze, de manier en het moment waarop je dit aanbrengt kan daar wel soelaas in brengen.”

De minister-president denkt dat harde woorden weinig zouden hebben opgeleverd. “Zelfs als wij hier straffe taal verkocht zouden hebben, denk ik niet dat dat veel aan de mensenrechten en de situatie in Hongkong gewijzigd zou hebben, maar men zou er misschien wel alle business­opportuniteiten mee doodgedaan hebben.”

Vlaanderen is volgens Jambon te klein om de problematiek van de mensenrechten in China aan te klagen. Hij denkt dat de Europese Unie dit moet doen, omdat de Unie in het leven is geroepen om tussen machtsblokken op gelijkwaardige basis te kunnen spreken en handelen.

Beluister hier het volledige gesprek met minister-president Jambon in "De ochtend" op Radio 1: