Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat: “Geef minderjarigen mogelijkheid om zelf gerechtelijke procedures op te starten”

© Shutterstock

Jongeren moeten over een manier beschikken om zelf gerechtelijke procedures op te starten voor een familierechtbank, zodat ze hun eigen belangen op de voorgrond kunnen plaatsen. Dat zegt Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens woensdag naar aanleiding van de voorstelling van het jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat. Ook maken te weinig jongeren gebruik van hun recht op een vertrouwenspersoon tijdens hun traject in de jeugdhulpverlening.

Een kind dat mee verwikkeld is in de vechtscheiding van zijn ouders kan tijdens een gerechtelijke procedure wel gehoord worden, maar van zodra er een beslissing is, heeft hij geen juridische mogelijkheden om zich tegen die beslissing te verzetten. Nochtans is het best mogelijk dat een kind niet tevreden is met de uitkomst, en een eigen rechtsingang zou het kind de mogelijkheid geven om zijn stem alsnog te laten gelden.

De Klachtenlijn van het Kinderrechtencommissariaat kreeg vorig werkjaar heel wat meldingen over (v)echtscheidingen, vaak omdat jongeren zich niet gehoord voelden.

“Dat is jammer. We kunnen natuurlijk niet helpen bij de scheiding zelf, maar we kunnen mensen er wel attent op maken dat ze best eerst proberen te bemiddelen vooraleer ze overgaan tot zware juridische procedures. En als die procedures er toch komen, dat ze dan luisteren naar wat kinderen te zeggen hebben, ook als ze jonger zijn dan 12 jaar”, zegt Vrijens. “Volwassenen denken vaak dat kinderen te jong zijn, terwijl ze zeker nuttige dingen kunnen zeggen over waar ze willen wonen na de scheiding en hoe ze willen leven.”

Een rechter is wettelijk verplicht om kinderen ouder dan 12 jaar aan het woord te laten. Bij jonge kinderen moet dat in principe als het kind daar zelf om vraagt, maar volgens de Kinderrechtencommissaris gebeurt dat niet altijd. “Er is nood aan sensibilisering over die regels en bovendien moet erop worden toegezien dat de rechter het kind voldoende op de voorgrond plaatst”, klinkt het.

Vrijens benadrukt nog dat een echtscheiding niet automatisch slecht is voor een kind, maar dat het belangrijk is om het kind ernstig te nemen. “Vaak komen kinderen zelfs met creatieve oplossingen op de proppen”, klinkt het.

“Meer inzetten op vertrouwenspersoon die jongere heel zijn hulptraject opvolgt”

Te weinig jongeren maken gebruik van hun recht op een vertrouwenspersoon tijdens hun traject in de jeugdhulpverlening. Dat kan ertoe bijdragen dat de jongeren het gevoel hebben dat ze niet gehoord worden en dat de hulpverlening hun leven overneemt, zegt Kinderrechtencommissaris Vrijens.

“De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn dramatisch, wat jongeren het gevoel kan geven dat hun zorgnood niet gehoord wordt”, zegt Vrijens. Uit de klachten die het Kinderrechtencommissariaat vorig werkjaar ontving, blijkt bovendien dat er jongeren die wel in een jeugdhulptraject terechtkomen maar weinig gebruikmaken van hun recht op een vertrouwenspersoon, bij voorkeur iemand uit zijn brede netwerk . Die persoon wordt door de jongere zelf aangeduid en ondersteunt de jongere gedurende zijn volledige traject, niet alleen in de jeugdhulp.

Dat zo weinig jongeren beroep doen op een vertrouwenspersoon heeft volgens Vrijens twee mogelijke oorzaken: “De mogelijkheid om een contactpersoon aan te duiden, is misschien te weinig bekend, en er moet ook van de jeugdhulpvoorzieningen openheid voor zijn”, zegt ze. “Zij moeten bereid zijn om een buitenstaander toe te laten die zich bij wijze van spreken komt moeien.”

Het Agentschap Opgroeien is tevreden dat het Kinderrechtencommissariaat de aandacht vestigt op het belang van een vertrouwenspersoon, zegt woordvoerder Jeugdhulp Peter Jan Bogaert. Hij heeft geen exacte cijfers over het aantal vertrouwenspersonen, aangezien het een beetje in de aard van het “vertrouwen” zit dat dit niet altijd wordt doorgegeven. “Wel hebben we de indruk uit de verhalen en getuigenissen dat dit in stijgende lijn zit. Zowel hulpverleners als voorzieningen wijzen jongeren op die mogelijkheid”, zegt Bogaert.

Dat instellingen soms niet openstaan voor de vertrouwenspersonen, kan Bogaert niet bevestigen. “Daar zijn geen signalen voor. De betrokkenheid van het werkveld lijkt groot”, zegt hij.

Het agentschap voerde een tijdje geleden zelf campagne over de mogelijkheid van een vertrouwenspersoon, met een filmpje dat al meer dan 150.000 keer is bekeken. Daarnaast organiseert het Agentschap begin december een studiedag voor het werkveld om de vertrouwenspersoon te promoten en het heeft ook aan vzw Lus middelen gegeven om vertrouwenspersonen te zoeken voor jongeren die niet meteen een vertrouwenspersoon vinden in hun eigen netwerk.

Het Kinderrechtencommissariaat pleit ook om meer in te zetten op cliëntoverleg, waarbij alle partijen rond de tafel gaan zitten en niet “over” maar “met” de jongere een gesprek voeren. In 2018 waren er 521 aanvragen voor dergelijk overleg en 84 voor bemiddeling, beide instrumenten om te gebruiken als de hulpverlening stroef verloopt of er ruis zit tussen verschillende hulpverleners. “Ook dit willen we de komende maanden meer bekendmaken bij jongeren en hulpverleners”, zegt Bogaert.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen