Het Antwerpse assisenhof had Tryksza in februari 2014 veroordeeld tot 22 jaar opsluiting voor moord. De feiten getuigden volgens de jury en het hof van een verregaande en gruwelijke agressiviteit. Tryksza had het slachtoffer na de moord als ultieme vernedering een paraplu in het achterwerk gestoken. Daarna had hij haar handtas gestolen en haar achtergelaten.

Tryksza kreeg 22 jaar cel en heeft intussen, met inbegrip van de voorhechtenis, al een derde van zijn straf uitgezeten. Hij vroeg vervroegde vrijlating of beperkte detentie, maar de strafuitvoeringsrechtbank gaat daar niet op in.

Te vroeg

De strafuitvoeringsrechtbank wees de vraag volledig af en bepaalde de termijn waarin de man opnieuw een vervroegde vrijlating kan vragen op één jaar. Dat is de maximale termijn die opgelegd kon worden. De strafuitvoeringsrechtbank oordeelde dat het te vroeg is om de man een kans te geven buiten de gevangenis, maar de motivering van het vonnis wordt niet bekendgemaakt.

In het arrest van het assisenhof werd in 2014 verwezen naar het psychiatrisch onderzoek, waaruit bleek dat zijn persoonlijkheid antisociale, narcistische en psychopathische trekken vertoonde. De jury en het hof hielden toen voor het bepalen van de straf wel rekening met zijn jeugdige leeftijd, omdat hij op het moment van de feiten nog maar net 18 was.

Negatief uitgesproken

De nabestaanden van het slachtoffer hadden zich eerder negatief uitgesproken over de vraag tot vervroegde vrijlating. “Vrijkomen na een derde van de uitgesproken straf is voor alle slachtoffers veel te vroeg en veel te snel. Ook mijn cliënten voelen dat zo aan”, stelde advocaat van de burgerlijke partij Walter Damen voor de behandeling van de zaak door de strafuitvoeringsrechtbank.