Direct naar artikelinhoud
Expo 'Punk Graphics'

Punk is meer dan muziek alleen, het is één grote ontploffing van creativiteit

'Punk Graphics' (Brussels Design Museum/ADAM).Beeld Vincent Everarts

Van de iconische ‘God Save the Queen’-affiche over obscure, handgeschreven fanzines tot platenhoezen van De Brassers: ze zijn allemaal te bezichtigen in Punk Graphics, een tentoonstelling in het Brussels Design Museum die toont dat de visuele stijl van de punkbeweging nog maar weinig aan kracht heeft ingeboet.

Voor een luttele 200 Belgische frank (5 euro) kon u op 22 december 1979 in Klacik, een Ukkelse sportzaal die in het weekend dienstdeed als concertvenue, naar The Cure gaan kijken. Klacik en de Belgische frank bestaan niet meer, maar de opvallend roze affiche voor het eerste Brusselse concert van The Cure wel: ze hangt nu in het Brusselse Design Museum (ADAM).

Ze is maar een van de ontelbare memorabilia die worden tentoongesteld in Punk Graphics, een expo die de beeldtaal van de punkbeweging en haar derivaten onderzoekt. Punk draaide immers niet enkel om rauwe gitaren, snelle ritmes en boze, nihilistische zangpartijen, maar ook om een unieke visuele stijl, die even herkenbaar als ongrijpbaar is. De verzamelaar Andrew Krivine bouwde sinds de doorbraak van The Sex Pistols in 1976 een collectie van zo’n 3.000 affiches, platenhoezen en fanzines op: een dikke 500 daarvan zijn in ADAM te zien.

Dat mag opvallend heten. “De meeste posters waren in de eerste plaats een product van hun tijd en werden achteraf gewoon weggeworpen”, zegt Krivine. Toch hebben ze ook vandaag nog hun waarde, vindt hij. “Als je de datum en de naam van de platenmaatschappij wegdenkt, zijn het echte kunstwerken.”

Sommige affiches en ontwerpen zijn snel iconisch geworden: de collageposter van The Sex Pistols’ ‘God Save the Queen’, bijvoorbeeld, waarin ontwerper Jamie Reid een portret van de Britse koningin Elizabeth mismeesterde. Of de strakke, abstracte hoes van Joy Divisions Unknown Pleasures, die nu bekender is dan het album zelf. Die beroemde beelden openen de tentoonstelling en zetten meteen de toon, maar Punk Graphics wil daarna vooral minder bekende en meer diverse ontwerpen tonen.

'Punk Graphics' (Brussels Design Museum/ADAM).Beeld Vincent Everarts

Deze expo slaagt er moeiteloos in om de verscheidenheid van de punkbeweging te vatten. In één gang worden kleurrijke, op comic books geïnspireerde posters en hoezen (denk: Black Flag, Wreckless Eric, The Jam) aan de ene muur gehangen. Aan de overkant hangen donkere, monochrome affiches van The Cramps, Bauhaus en Gang of Four, die hun inspiratie halen in zombiefilms, Duits expressionisme of de dreiging van de atoombom. Er is ook de tegenstelling tussen de rauwe, groteske collagestijl van The Sex Pistols en de Buzzcocks en de meer sobere, kunstzinnige benadering van artiesten als Patti Smith of designers als Peter Saville (Joy Division, New Order). 

“In minder dan een jaar tijd gingen de ontwerpen van heel bruut naar heel gesofisticeerd. En het werd allemaal met de hand gedaan, zonder computers”, weet Krivine. “Daarom hoop ik dat veel jonge mensen en jonge ontwerpers deze expo zien. Om te tonen wat je allemaal kunt zonder digitaal te werken.”

De punkbeweging had een groot doe-het-zelfethos. Enerzijds blijkt dat uit de affiches, die vaak door de bandleden zelf werden ontworpen. “Veel punkmuzikanten hebben een grafische opleiding genoten”, vertelt Krivine. Zo leerden Tina Weymouth en Chris Frantz, de ritmesectie van Talking Heads, elkaar kennen op de Rhode Island School of Design, en verzorgden zij het ontwerp van de platenhoes voor Remain in Light. Anderzijds blijkt het ook uit de vaak handgeschreven of goedkoop gestencilde fanzines die liefhebbers maakten en met elkaar deelden: de exemplaren van Kill Your Pet Puppy, No Mag of Streetlife die worden getoond zijn interessanter vanwege hun vorm dan omwille van de inhoud. “De late jaren 70 was één grote ontploffing van creativiteit. De punkbeweging was eigenlijk een gesamtkunstwerk: design, mode en muziek kwamen perfect samen.”

Soms primeert de vorm zelfs iets te veel op de inhoud in Punk Graphics. Wat een beetje ontbreekt, is een socio-politieke uitdieping: vaak lijkt Punk Graphics zich blind te staren op de vormgeving. Slechts in één luik van de expo, dat rond ‘agit-prop’ (‘agitation’ en ‘propaganda’), komt ook de politieke kant van deze tegencultuur tot uiting, met heel wat affiches voor anti-naziconcerten, waarin de punk- en de reggaecultuur elkaar vonden. 

'Punk Graphics' (Brussels Design Museum/ADAM).Beeld Vincent Everarts

Veruit het interessantst is het laatste deel, dat voor de tentoonstelling in Brussel – Punk Graphics was eerder te zien in Michigan en New York – werd toegevoegd. Daarin krijgt punk een Belgisch kantje. De helft van wat er te zien is, komt uit de collectie van (de dochter van) Annik Honoré, die programmator was in de Brusselse concertzaal Plan K (en een relatie aanknoopte met Joy Division-zanger Ian Curtis). Affiches van Belgische optredens van The Sex Pistols en The Ramones zijn een handig aanknopingspunt in deze soms overweldigende beeldverzameling. Daarnaast krijgen ook Belgische grootheden als The Kids, De Brassers, De Kommeniste of Plastic Bertrand een verdiend plaatsje aan de muur van het museum.

Wat ook een heikel punt is, natuurlijk: gaat de essentie van een tegencultuur niet verloren als ze museumwaardig wordt? “Sommige mensen vinden dit misschien maar niets”, beseft Krivine. “Maar het is geen nostalgietentoonstelling. De invloed van die ontwerpen zie je overal nog, ook vandaag. Punk is niet dood.”

Tot 26 april in Brussels Design Museum (ADAM).

'Punk Graphics' (Brussels Design Museum/ADAM).Beeld Vincent Everarts