Direct naar artikelinhoud
Toekomst van de televisie

‘De tv-zenders zullen sneuvelen, en dat moment is niet meer veraf’

‘De tv-zenders zullen sneuvelen, en dat moment is niet meer veraf’
Beeld Getty Images

Wie een toestel van Apple heeft, kreeg onlangs een pushbericht, ‘Apple TV+ is er!’, Disney+ brengt zijn enorme catalogus in stelling en terwijl VTM broedt op een ‘Vlaamse Netflix’, gooit het échte Netflix een gigantische berg dollars in de strijd. De oorlogstrom weerklinkt in televisieland, lokale zenders en globale giganten maken zich op voor een gevecht op leven en dood: ‘Er komt een moment waarop zenders zullen sneuvelen, en dat moment is niet meer veraf.’

Lees ook: er zijn steeds meer streamingdiensten, maar: welke is uw geld waard?

Als medeoprichter van Duval Union Consulting, dat bedrijven helpt de digitale transitie te doorstaan, en coauteur van twee boeken over de toekomst van televisie, is Jo Caudron de geknipte man om antwoorden te bieden op onze vragen.

Zullen Apple en Disney een omwenteling in het tv-landschap teweegbrengen?

Jo Caudron: “Dat Apple nu met een eigen platform komt aandraven, heeft natuurlijk te maken met de komst van Disney+: ze kunnen niet achterblijven. Maar ik ben allesbehalve onder de indruk van het aanbod, ondanks de grote namen en de grote sommen geld. De catalogus van Disney is andere koek.”

Ook Wendy Van den Broeck, professor communicatiewetenschappen aan de VUB, denkt dat Disney beter gewapend aan de start verschijnt dan Apple.

Wendy Van den Broeck: “Wie wil al die klassiekers niet nog eens bekijken? Met ‘Toy Story’ kun je bovendien je kinderen stilhouden (lacht).

“Ik denk wel dat het aanbod versnipperd zal raken. Niemand zal geld ophoesten voor zes abonnementen. We kunnen ook geen 24 uur per dag televisiekijken. En dan zwijg ik nog over de keuzestress.”

Wat Disney in de mouw heeft zitten, is niet min: de eigen klassiekers, alle animatiefilms van Pixar, de Marvel-franchise, de volledige ‘Star Wars’-saga en topreeksen zoals ‘The Simpsons’, aangevuld met nieuw werk zoals ‘The Mandalorian’. Een schier onuitputtelijk aanbod dus, dat zowel nostalgici als jong grut kan verleiden. In Nederland registreerden 600.000 kijkers zich tijdens de gratis proefperiode van twee maanden. Het blijft afwachten hoeveel van hen aan boord blijven nu Disney+ officieel van start gaat. Tussen haakjes: België komt wellicht volgend voorjaar aan de beurt.

In de tussentijd blijft Netflix zijn nu al indrukwekkende videotheek uitbreiden. Vorig jaar brachten de Amerikanen 1.500 uur aan nieuwe programma’s uit. Tussen juli en september tekenden wereldwijd 7 miljoen nieuwe abonnees in, de teller komt daarmee op 160 miljoen. Volgens de Digimeter van de UGent heeft 31 procent van de Vlamingen toegang. Ter vergelijking: de binnenlandse spelers, zoals Play More van Telenet of Movies & Series van Proximus, bedienen 13 procent van de Vlamingen.

Netflix schuwt de grote middelen niet om de concurrentie het hoofd te bieden: er komen nieuwe Europese kantoren, meer personeel en forse investeringen in lokale producties.

Caudron: “We staan aan de vooravond van een moordend opbod tussen de giganten, waarbij de klassieke lokale mediabedrijven fijngemalen zullen worden door Netflix, Apple, Amazon en consorten.”

Die voorspelling is er niet naast.

Caudron: “Netflix heeft vorig jaar 8 miljard dollar geïnvesteerd in de aankoop en productie van content, Amazon 2 miljard. Men voorspelt dat alle aanbieders samen jaarlijks 36 miljard dollar zullen investeren in nieuwe fictie. Dat betekent dat de VRT, VTM en SBS (het mediabedrijf achter onder meer VIER, VIJF en ZES, red.) de komende jaren geen schijn van kans maken als ze willen bieden op films en series.”

Netflix kondigde onlangs ‘Into the Night’ aan, de eerste Belgische Netflix Original. Zullen Disney en Apple zich ook op onze markt wagen?

Caudron: “Disney heeft dat niet nodig, maar ik denk dat Apple net als Netflix elk jaar zijn schouders zal zetten onder enkele Belgische producties. Omdat ze de grootste zak geld hebben, zullen ze met sprekend gemak de beste scenaristen, regisseurs en acteurs wegkapen voor de neus van onze eigen zenders. De volgende ‘Tabula rasa’ of ‘Beau séjour’ zal niet op VTM of Eén worden uitgezonden, maar op Netflix of misschien Apple TV+.”

Mensen die minder pessimistisch zijn, zeggen dat de Vlaamse zenders sterk staan door hun knowhow en hun lokale aanbod.

Caudron: “Dat is iets wat we geleerd hebben van de Scandinaviërs: wij maken heel straffe fictie met een budget van 300.000 euro per aflevering. Maar er is niet genoeg geld voorhanden om het héle zendschema te vullen met lokale fictie als de internationale series straks allemaal door Netflix en co. zijn weggeplukt.”

Bij de producenten heerst nu al paniek.

Caudron: “Dat heeft te maken met de teruggeschroefde budgetten, die het gevolg zijn van de dalende advertentie-inkomsten. De zenders wringen zich in bochten om te ontkennen dat hun kijkersaantallen dalen, maar tegelijk luidt Christian Van Thillo (eigenaar van DPG Media, het mediabedrijf achter onder meer VTM, Q2, Vitaya en CAZ) openlijk de alarmbel over het doorspoelen van reclameblokken: bij de topproducties doet tot 50 procent van de kijkers dat. Natuurlijk heeft dat een weerslag op de budgetten.”

Trop is te veel

Is het verhaal voor de klassieke zenders stilaan ten einde?

Van den Broeck: “Ik ben in 2004 begonnen met mijn onderzoek naar digitale tv, en als ik nu terugkijk naar de voorspellingen die de industrie toen maakte, frons ik toch de wenkbrauwen. De zenders zouden verdwijnen, reclamespots ook, mensen zouden autonoom hun televisieavond samenstellen. In werkelijkheid gaat het veel trager dan gedacht, al wil ik het licht van de zon niet ontkennen. Nu al kijkt 30 procent elke dag uitgesteld. Dat zal alleen maar toenemen.”

Caudron: “Toen Netflix naar België kwam, verwachtten onze zenders dat die strea-mingdienst 10 tot 12 procent van de Vlaamse kijkers zou bereiken. Netflix zit nú al aan het drievoud daarvan. De zenders beweren ook nog altijd dat die nieuwe vormen van televisie boven óp het klassieke lineaire kijken komen. Ze steken de kop in het zand: mijn kinderen kijken alléén maar uitgesteld. Ze nemen niets meer op, het is streamen, streamen en nog eens streamen.”

Van den Broeck: “Zeker bij de jongere generaties is Netflix populair. Bij de 16- tot 24-jarigen heeft 55 procent toegang, bij de 25- tot 34-jarigen zelfs 59 procent. Maar het klassieke kabelabonnement blijft bestaan: slechts 5 procent van de Vlamingen kijkt alleen naar Netflix.

“Maar misschien gaan die jongeren over een paar jaar weer gewoon lineair kijken, want ook voor hen blijft het sociale aspect belangrijk. Ze kijken samen met hun ouders naar ‘Thuis’ of ‘Familie’, of met vrienden naar ‘Temptation Island’.”

Caudron: “Waarom zouden mijn kinderen over tien jaar teruggrijpen naar iets wat ze nooit gekend hebben? Uitsterven vraagt tijd. Er komt een moment dat een aantal zenders omvervalt, en dat moment is niet meer veraf.”

Welke zenders maken het meest kans om te overleven?

Caudron: “De zenders die zich terugplooien op lokale content die niet interessant is voor Netflix en de andere giganten.”

Trop is te veel
Beeld BELGAIMAGE

DPG Media, eigenaar van VTM en Q2, heeft onlangs een herstructurering aangekondigd. Bij de klassieke tv-afdeling verdwijnen jobs, tegelijk worden ‘digitale profielen’ aangetrokken. Zo wil het bedrijf zich wapenen voor de toekomst.

Caudron: “Dezelfde beweging zagen we eerder al bij de banken. Alleen: die weten waarmee ze bezig zijn, bij mediabedrijven als DPG merk ik niet dat ze een plan hebben.”

DPG Media werkt aan een Vlaamse Netflix en heeft de concurrerende zenders zelfs uitgenodigd om mee in dat project te stappen.

Caudron: “Die Vlaamse Netflix is een doodgeboren kind. De Vlaamse regering zal de VRT wel verplichten om er mee in te stappen, maar zolang Telenet en Proximus blijven weigeren, stelt het aanbod niets voor. ‘F.C. De Kampioenen’ is minder wervend dan de prequel van ‘Game of Thrones’ of de volledige ‘Star Wars’-reeks.”

Van den Broeck: “Maar bij Telenet was ‘F.C. De Kampioenen’ vorig jaar het op één na meest opgevraagde programma, vóór ‘Game of Thrones’. De Vlaming is heel gehecht aan de eigen, lokale fictie.”

Caudron: “Maar niemand zal 9,99 euro per maand betalen voor herhalingen van ‘F.C. De Kampioenen’ en een oude show met Mike Verdrengh.”

 Het gerucht gaat dat DPG Media zijn Vlaamse Netflix wil starten met de langverwachte historische dramareeks ‘De bende van Jan de Lichte’, met onder anderen Matteo Simoni en Tom Van Dyck. Als je daarnaast een reeks als ‘De twaalf’ een tijd exclusief reserveert voor dat platform, heb je toch een ander verhaal?

Caudron: “Zelfs als alle spelers de handen in elkaar slaan – wat ik onmogelijk acht, want Telenet en DPG hebben een tijdlang op voet van oorlog geleefd – is die Vlaamse Netflix een doodlopende straat. Zes jaar geleden had het iets kunnen worden, nu is de voorsprong van Netflix te groot. Omdat het reclamegeld lange tijd bleef binnenstromen, leunde men vadsig achterover. Men heeft niet alleen Netflix vrije baan gegeven, maar ook Google en Facebook: die gaan nu aan de haal met alle reclamegeld. Het is echt vijf voor twaalf: ik denk dat het lokale aanbod zal verschralen. De héle lokale cultuur zal verschralen. Als we de media echt belangrijk vinden, moeten we nu ingrijpen.”

Van den Broeck: “Ik ben minder pessimistisch. Sinds de komst van Netflix is het aanbod groter en diverser geworden. Zonder Netflix was een reeks als ‘La casa de papel’ nooit in Vlaanderen geraakt. Ik denk wel dat het bingewatchen de impact van programma’s zal verkleinen. Er is gewoon te veel.”

Uitgestoken hand

‘De lokale spelers zullen worden fijngemalen’ en ‘De lokale cultuur zal verschralen’: het zijn onheilsprofetieën die om een reactie vragen. We steken ons licht op bij Dirk Lodewyckx, algemeen directeur tv bij DPG Media.

Dirk Lodewyckx: “Ik ben minder somber dan sommige apocalyptische denkers. Tv-zenders en streamingdiensten zijn geen communicerende vaten: als het aanbod stijgt, wordt er méér tv-gekeken. Maar ik wil niet rond de pot draaien: we zullen het voelen. Elke minuut die iemand aan Disney of Apple besteedt, besteedt hij niet aan ons. Toch ben ik ervan overtuigd dat wij de Amerikanen kunnen weerstaan door slim te zijn, en móédig. U weet dat wij in augustus van vorig jaar onze concurrenten de hand hebben gereikt?”

U hebt opgeroepen om de handen in elkaar te slaan en werk te maken van een Vlaamse Netflix.

Lodewyckx: “De ene concurrent heeft schamper gereageerd, een andere lauw en nog een andere helemaal níét. Toch denken we dat samenwerken de enige kans is om de Amerikaanse tsunami te overleven.”

Is de voorsprong van Netflix niet te groot geworden?

Lodewyckx: “Disney, de allergrootste, is ook nog maar pas begonnen. We moeten uitgaan van onze eigen sterkte: straffe lokale content die mensen raakt. In Scandinavië hebben lokale spelers C More en Viaplay uit de grond gestampt, platformen die de concurrentie met de grote spelers aankunnen. Netflix zit er in het verweer. Daar werken omroepen en distributeurs samen, zelfs over de landsgrenzen heen. De Vlaamse Netflix is echt geen utopie. Onze deur staat nog altijd open. Wij zijn zo overtuigd van onze visie dat we, in afwachting van de andere partners, alléén springen.”

De Vlaamse Netflix zou er ‘op korte termijn’ komen. Kunt u concreter zijn, ook over de prijs?

Lodewyckx: “Nee, dat is strategisch gevoelige informatie.”

De VRT blijft, gevraagd naar een reactie, op de vlakte. Algemeen directeur Lieven Vermaele laat weten dat de omroep ‘alle evoluties op de voet volgt en gepast zal reageren, zoals we dat nu al doen met VRT.nu’. Op de vraag of de openbare omroep nog onderhandelt met DPG Media over de Vlaamse Netflix, reageert Vermaele voorzichtig: ‘We praten, ja.’ Hij verwijst ten slotte naar een cruciale bijzin in het Vlaamse regeerakkoord: de VRT wordt aangemoedigd om mee te werken aan de Vlaamse Netflix ‘vanuit een rendabel businessplan’.

Lieven Vermaele: “Onze rekeningen moeten kloppen, en dat betekent dat we als publieke omroep onze middelen niet investeren in een commerciële samenwerking die niet rendabel is.”

Bij Telenet neemt men wel de tijd om uitgebreid te antwoorden op onze vragen. Marketingdirecteur Jeroen Bronselaer is het tot op zekere hoogte eens met de analyse van Jo Caudron.

Jeroen Bronselaer: “We stevenen af op een titanengevecht. Maar ik denk niet dat alle spelers op dezelfde agressieve manier als Netflix en Disney de markt zullen bestormen.”

Als er volgend jaar 36 miljard dollar in de sector wordt geïnjecteerd, kan dat toch niet zonder gevolg blijven?

Bronselaer: “Klopt, een war on talent wordt onvermijdelijk. De streaminggiganten zullen de beste scenaristen, regisseurs, producers en acteurs aan zich binden. Er zullen onvermijdelijk slachtoffers vallen, ook bij de grote kanonnen.”

En ook bij de Belgische zenders en producenten?

Bronselaer: “Ik denk dat onze producenten in eerste instantie baat hebben bij een groter aantal afnemers. En ik verwacht niet dat alle talent naar het buitenland zal wegvloeien.

“Met investeringen in lokaal entertainment kunnen we het Amerikaanse geweld het hoofd bieden. Maar er komt meer bij kijken dan het beste scenario schrijven en de meest gewilde regisseur binnenhalen. Je moet weten hoe je zo’n reeks aan de man brengt, in de markt zet en in de kranten krijgt.”

Netflix zal vierhonderd extra mensen aanwerven voor het Europese hoofdkwartier: die zullen zich daar met plezier over ontfermen.

Bronselaer: “Het gaat niet alleen over mankracht. Je hebt ook een netwerk nodig, en een grondige kennis van de industrie. Daarnaast vraag ik me af of die groten wel op twee fronten kunnen vechten. Hebben ze wel tijd over om de Belgische markt te leren kennen, terwijl ze elkaar om de oren slaan met de nieuwe ‘Game of Thrones’ en ‘Star Wars’?”

Uitgestoken hand
Beeld BELGAIMAGE

Met alleen al de Engelstalige topfictie kunnen Netflix en co. de Belgische spelers toch pijn doen?

Bronselaer: “Onze bibliotheek moet natuurlijk gestoffeerd blijven. Als de Amerikanen alles voor zich willen, blijft er inderdaad niets over voor ons, de VRT en DPG.”

Dirk Lodewyckx van DPG Media heeft zijn uitnodiging herhaald om rond de tafel te gaan zitten en de Vlaamse Netflix te bespreken. Telenet was er indertijd als de kippen bij om het project af te schieten.

Bronselaer: “Nooit heeft onze CEO John Porter een samenwerking van de hand gewezen. Maar wij denken nog altijd niet dat je in Vlaanderen een Vlaamse Netflix in de markt kunt zetten naast de echte Netflix én alle bestaande initiatieven van de zenders en operatoren.

“Met Play en Play More hebben wij eigenlijk al een Vlaamse Netflix, met een mix van lokale en internationale fictie. Het is onrealistisch dat elke zender daar een soortgelijk platform naast zet. Wij zijn dus niet tegen een samenwerking, dat zijn we nooit geweest.”

Welke vorm zou die samenwerking kunnen aannemen?

Bronselaer: “In het meest verregaande scenario bundelen we de krachten en komen we tot één Vlaamse on demand-dienst, waarop álle content van álle zenders wordt bijeengebracht. In samenwerking met operatoren als Telenet kun je met zo’n project de strijd aangaan met de internationale spelers, zoals in Scandinavië al gebeurt.”

Wat houdt u tegen?

Bronselaer: “De belangrijkste obstakels zijn juridisch van aard, maar er is vanzelfsprekend ook het financiële aspect: wie krijgt welk deel van de koek? Iedereen is het erover eens dat we de koek samen groter kunnen maken. Over wie de koek mag bakken en wie welk stuk krijgt, is er veel mínder overeenstemming. Onze deur staat open, maar wij willen boter bij de vis.”

Extra drempels

Het slotwoord is voor Benjamin Dalle (CD&V), de kersverse Vlaamse minister van Media. Hij moet de komende maanden een beheersovereenkomst met de VRT onderhandelen, de Vlaamse Netflix op de sporen zetten en, als we Jo Caudron mogen geloven, voorkomen dat de hele audiovisuele sector implodeert.

Omroepen die sneuvelen, zendschema’s die leegbloeden en culturele verschraling: staat onze tv-wereld echt op instorten?

Benjamin Dalle: “Nee, ik ben optimistisch gestemd. Het valt niet te ontkennen dat het erg snel gaat: het internet kent geen grenzen, je kunt de internationale concerns niet tegenhouden. Ik weet ook niet of dat wenselijk is: de kijker heeft nu meer keuze en meer kwaliteit. We moeten ons niet afzetten tegen die evolutie, maar het is wel belangrijk dat we kunnen blijven meespelen. Onze eigen sector moet innovatief en slagvaardig blijven. We moeten niet alleen de bedreigingen, maar ook de kansen durven te zien.”

Maken wij kans tegen de streamingreuzen?

Dalle: “Ik denk het wel. Ons potentieel is ons menselijke kapitaal en de kwaliteit van onze producties. De Vlaamse kijker wil lokale content en hecht veel belang aan nabijheid.”

Het regeerakkoord moedigt de VRT aan om mee te stappen in de Vlaamse Netflix, weliswaar ‘vanuit een rendabel businessplan’. Hoe ziet u dat concreet?

Dalle: “Dat zal aan bod komen bij de onderhandelingen die ik de komende maanden zal voeren. Niet alleen met de VRT, maar met alle partners. De essentie is: we moeten samenwerken om de concurrentie te kunnen aangaan. Even essentieel is de vraag hoe we onze Vlaamse content op de beste manier bij zoveel mogelijk kijkers kunnen brengen. De Vlaamse Netflix is één van de denksporen, maar we willen ook onderzoeken of we Google bijvoorbeeld kunnen aanmoedigen om Vlaamse content in de etalage te zetten. Veel jongeren kijken al lang niet meer lineair, ze gaan online op zoek naar programma’s. Het is belangrijk dat ze dan niet alleen bij internationale content belanden.”

Bij de VRT worden ze nerveus over de Vlaamse Netflix, heb ik gemerkt.

Dalle: “Dat begrijp ik. Zenuwachtigheid is normaal in periodes van grote verandering.”

Het gaat expliciet over een betalende dienst: dat betekent dat de VRT-programma’s achter een betaalmuur zullen belanden. Is dat verkieslijk?

Dalle: “Ik ga daar nog geen uitspraken over doen, we moeten eerst een businessplan uittekenen en goed nadenken.”

Zou het niet raar zijn dat we binnenkort moeten betalen voor programma’s die de openbare omroep met belastinggeld heeft gemaakt?

Dalle: “Het belangrijkste is dat het project verrijkend is voor de kijker, er mogen absoluut geen extra drempels bij komen.”

Ik heb ook goed nieuws: Telenet laat weten dat het bereid is om te praten.

Dalle (verrast): “Ah, dat doet me veel plezier! Als zo’n belangrijke speler oproept om samen te werken, is dat een doorbraak.”