Is ons elektriciteitsnet geschikt voor laadpalen van auto’s? In Brussel is dat een probleem, in Vlaanderen minder
We worden aangespoord om klimaatvriendelijker te rijden. En dus wordt er al snel gekeken in de richting van de elektrische auto. Maar is ons elektriciteitsnet wel geschikt voor de laadpalen van zulke auto's? In Brussel is het antwoord: nee, en ook in de historische centra van de Vlaamse steden bestaat het probleem, zij het in mindere mate. Hoe komt dat?
Wat is het probleem eigenlijk in Brussel? “Het elektriciteitsnet is verouderd en verzadigd,” zegt Peter Van Den Bossche, professor ingenieurswetenschappen aan de VUB. ”Dat is historisch zo gegroeid. In Brussel was er al elektriciteit terwijl die er in veel andere delen van het land nog niet was.”
"Vroeger was er veel minder stroom nodig en dat ging perfect met een elektriciteitsnet op 230 volt. Maar op extra snelle laadpalen die veel stroom trekken, is zo’n netwerk, niet voorzien. Daarvoor is 400 volt nodig. Zeker als je publieke snelladers wil en wanneer het net al verzadigd is zoals in Brussel. "Eigenlijk heb je daarvoor een netwerk van 400 volt nodig. Maar in Brussel is 80% van het netwerk nog 230.”
Eigenlijk heb je 400 volt nodig, maar in Brussel is 80% van het netwerk nog 230.
Aanpassen kost tijd en geld
“Aanpassen is mogelijk maar dat is iets van lange duur omdat alle elektriciteitscabines moeten aangepast worden,” legt Van Den Bossche uit. “Dat zal tientallen jaren vergen. Bij het systeem 230 volt gebruiken we drie kabels, voor het systeem 400 volt zijn er 4 kabels nodig. Dat betekent dus dat de straten open moeten voor nieuwe kabels. In de elektriciteitscabines moeten alle transformatoren vervangen worden. En bovendien moet in elk huis, dat op die cabine aangesloten is, de elektriciteitskast volledig vernieuwd worden. "
100 publieke laadpalen tegen juni. We hebben wat achterstand opgelopen maar we zetten wel door
Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) erkent het probleem maar laat vandaag weten dat de stad tegen eind juni 100 publieke laadpalen bij zal plaatsen. “We hebben wat achterstand opgelopen maar we zetten wel door. Met die 100 extra laadpalen hopen we de toename van het aantal elektrische wagens tot 2030 aan te kunnen,” zegt Van den Brandt.
Minder problemen in Vlaanderen
“Netwerken op 230 volt bestaan ook in Vlaanderen," zegt Van Den Bossche. “We hebben daar enkele jaren geleden onderzoek naar gedaan. Ook in de provincies Antwerpen, Brabant en Oost-Vlaanderen wordt het 230 volt-netwerk nog veel gebruikt. Maar het probleem is er minder groot dan in Brussel. In stedelijke gebieden zoals Antwerpen, Mechelen, Gent staat ongeveer 40 procent van het net nog op 230 volt. In West-Vlaanderen en Limburg vindt men bijna overal 400 volt.”
Wie in zijn eigen garage kan opladen, verwacht veel minder een snellader
“Bovendien is er in Vlaanderen minder een probleem met publieke laadpalen omdat mensen in Vlaanderen iets groter wonen en velen thuis opladen," gaat Van Den Bossche verder."Ongeveer 50 procent van de woningen heeft een garage of een oprit waar de auto kan opladen. In Brussel is dat veel minder. Dus zijn er in Vlaanderen minder openbare laadpalen nodig met een hoge capaciteit om snel te laden. Wie in zijn eigen garage kan opladen, verwacht veel minder een snellader.”
Hoe meer garages, hoe minder publieke laadpalen nodig
Dat zegt ook Björn Verdoodt van distributienetbeheerder Fluvius: “In Vlaanderen is de situatie anders dan in Brussel. Wij hebben 23 procent netten op 230 volt. En bovendien zijn er ook meer garages en opritten wat betekent dat de functie van openbare laadpalen anders is. Veel mensen kunnen ‘s nachts thuis laden, wat perfect kan op een 230 voltnet. Een laadpaal heeft in Vlaanderen meer een aanvullende functie. Bijvoorbeeld als je naar het zwembad gaat en de wagen wil bijladen op de parking of je doet een dagje zee, dan is een publieke laadpaal handig om bij te laden.”
Bekijk hier het verslag van "Het Journaal":
