De broers Van Durme slaagden in hun opzet en staken in minder dan 40 dagen de Atlantische oceaan over.  Foto Van Durme Brothers
Foto Van Durme Brothers

Gentse broers zijn Atlantische Oceaan overgestoken in roeiboot: hoe slaag je in deze "zotte onderneming"?

De Gentse broers Damien en Bernard Van Durme zijn in het kader van de Atlantic Challenge met succes de Atlantische oceaan overgeroeid, in iets minder dan 40 dagen. Vanmorgen zijn ze gearriveerd op het eiland Antigua, in de Caraïben. Hun collega Carl Plasschaert, die het individueel probeert, heeft nog ongeveer een week voor de boeg. Maar hoe kan je zoiets überhaupt tot een goed einde brengen? 

De Atlantic Challenge is een van de zwaarste roei-evenementen ter wereld. De deelnemers - individueel of in teams van twee, drie, vier of vijf - proberen in een roeiboot de Atlantische Oceaan over te steken. Ze starten in La Gomera (Canarische Eilanden) en proberen het eiland Antigua in de Caraïben te bereiken, zowat 5.000 kilometer verder.

Voor België doen dit jaar Carl Plasschaert (individueel) en de Gentse broers Damien en Bernard Van Durme (met z'n tweeën) mee. In een roeiboot de Atlantische Oceaan oversteken: dat klinkt als een zware uitdaging en dat is het ook. "Het is een zotte onderneming", vertelde Bernard Van Durme nog aan onze collega's van Radio 2 voor de start. Deelnemers doen dat overigens voor een goed doel: de broers Van Durme voor Handicap International en Plasschaert voor de strijd tegen tbc. 

De oversteek tot een goed einde brengen, is helemaal niet evident. Wij zetten hier enkele moeilijke uitdagingen op een rij, en hoe de deelnemers ermee omgaan:

1. Fysiek: "Gemiddeld verlies je 12 kilogram"

De fysieke uitdaging is samen met de mentale de grootste. Deelnemers bereiden zich maandenlang voor - zo gingen de broers Van Durme vier dagen oefenen in volle Noordzee - om het ritme van de zee op te pikken en zich fysiek klaar te stomen. 

De eerste vijf à zeven dagen zijn puur acclimatiseren: zeeziek zijn en veel overgeven, leren om uitdroging door de zon en de inspanning tegen te gaan en toch in die momenten de juiste beslissingen kunnen nemen, stipt Bernard Van Durme aan. De fysieke uitdaging is uiteraard ook de vermoeidheid tegengaan, en het lichaam beschermen tegen kwaaltjes, zoals blaren op de handen of overbelasting van pezen. De handen, de rug en de benen worden bijzonder zwaar belast. 

De broers Damien en Bernard zijn twee zeebonken die wel tegen een stootje kunnen - dat hadden ze mee

Door het zware ritme verliezen deelnemers ook heel wat gewicht - gemiddelde 12 kilogram - dus daar moeten ze ook rekening mee houden. Ruben De Gendt, inspanningsfysioloog aan het Universitair Ziekenhuis in Gent (UZ Gent), begeleidde de broers Van Durme.

"Het waren sowieso wel twee struise kerels, boven de 1,90 meter groot en rond de 100 kilogram zwaar, twee woeste zeebonken die wel tegen een stootje kunnen. Dat hadden ze mee, ze moesten er vooral voor zorgen dat ze voldoende roeitrainingen deden om voldoende fit te zijn. Ik weet niet hoeveel ze nu wegen, maar je ziet aan de beelden dat ze afgevallen zijn, en dat was eigenlijk wel te verwachten." De twee zien er inderdaad fel vermagerd uit. Hoeveel kilogram je precies verliest, is afhankelijk van het startgewicht. 

2. Hoe kan je slapen en uitrusten?

"Voor Damien en Bernard was de grootste uitdaging op fysiek vlak dat ze dag-in, dag-uit een prestatie moesten leveren en weinig konden rusten. Ze moesten continu actief zijn gedurende meer dan een maand. Dat is enorm belastend voor het lichaam", zegt De Gendt. 

De broers Van Durme pasten de 2 uur-regel toe: 2 uur roeien, 2 uur slapen. Als de ene roeit, heeft de andere even de handen vrij (letterlijk). Er is dan tijd om wat te slapen, jezelf wat te verzorgen en om enkele taken te volbrengen, zoals het zonnepaneel poetsen voor de energie, de was doen en de veiligheidscheck en wat eten en vooral drinken maken. (zie onder)

De broers switchten na een viertal weken naar een zwaarder ritme

Fysiek ging het hen goed af: ze klonken al ambitieus voor de start - "we mikken op 40 dagen maar hopen stiekem in de buurt te komen van het wereldrecord van 37 dagen." Uiteindelijk zijn ze na 39 dagen, 21 uur en 2 minuten effectief aangekomen, toch een klein huzarenstukje. Ze werden daarmee ook tweede in hun categorie. 

Na een viertal weken switchten ze van ritme: in plaats van 2 uur-2 uur schakelden ze over op een nieuw, zwaarder ritme: 1 uur rusten, dan een uur samen roeien, dan een uur alleen roeien. Dat betekende minder rust, maar een hogere snelheid (+25 procent) en ook meer tijd om samen door te brengen, een goed recept tegen de eenzaamheid. "Dat was een heel positief signaal dat ze hebben uitgestuurd. Ze hebben zelf hun lichaam heel goed aangevoeld." Lees door onder de Facebook-video: "Wat is er nodig? Goed eten, goed slapen en goed roeien"

3. Hoe zwaar is dit dan? "Absoluut niet te vergelijken met de Tour. Hier sta je alleen"

De uitdaging kan je eigenlijk niet vergelijken met een zware wieler- of loopwedstrijd zoals de Ronde van Frankrijk of een marathon. Dat is omdat er hier het mentale aspect bij komt, en er weinig ruimte is voor recuperatie.

De Gendt: "Het is absoluut niet te vergelijken met de Ronde van Frankrijk. Die is goed omkaderd, daar komen de renners toe en krijgen ze onmiddellijk hun recuperatie. Ze kunnen ook goed rusten. Daar op zee zit je maar alleen op zee, is er geen mogelijkheid tot recuperatie, tot goed rusten, tot een goede maaltijd. Je bent volledig op jezelf aangewezen. Er zijn geen verzorgers rond jou, geen mensen die je begeleiden." 

Daar op zee zit je maar alleen op zee, zonder begeleiders of mogelijkheden om goed te rusten

4. Eten: van saaie "droge voeding" tot "een neuzeke"

De speciaal ontworpen roeiboot heeft een compartiment om te slapen en ook een om voedsel te bewaren. Het gaat onder meer om droge voeding en wat chocoladerepen "om het moreel wat op te krikken" indien nodig. Want de monotonie van zo'n ondermening weerspiegelt zich ook op het vlak van voeding: er is geen verse voeding, geen fruit, geen groenten of ander voedsel dat klaarstaat: "Ik denk dat dit al na 1 of 2 dagen enorm tegensteekt", omschrijft De Gendt de beproeving. De broers hadden o.a. gevriesdroogde spaghetti mee, die ze dan klaarmaakten in warm water: snel klaar en licht te verteren. 

Het toeval wou dat er tijdens de overtocht een vliegende vis pal in de roeiboot van de broers Van Durme belandde. Die hebben ze met veel plezier klaargemaakt, de afwisseling was duidelijk welkom. Als extraatje hadden ze ook een Gents "neuzeke" bij, de zoete Gentse lekkernij. (lees door onder de Facebook-post)

5. Heel veel drinken, dankzij speciaal toestel

De broers hebben een toestel aan boord dat op 1 uur tijd in principe 30 liter drinkbaar water kan maken uit zeewater, door te ontzilten en te ontsmetten. Dat is ook nodig, want het is bijzonder belangrijk om niet uitgedroogd te raken. In de ideale wereld zou elke atleet tot 10 liter moeten drinken per dag bij dit soort inspanningen, vaak in volle zon - hoewel De Gendt denkt dat het moeilijk is om effectief zoveel te drinken. Deelnemers maken hun water zelf omdat ze zo veel mogelijk gewicht willen uitsparen. 

6. "40 dagen eenzaamheid" (of meer): hoe hou je dat vol?

Wie alleen roeit, zoals Carl Plasschaert, staat er sowieso alleen voor. Hij hoopt binnenkort (over een week?) de eerste Belg te worden die de oceaan op deze manier individueel oversteekt. Maar in het geval van de broers Van Durme was het eigenlijk ook wel een eenzame leefwereld, omdat er telkens werd afgewisseld: als de ene aan het roeien was, ging de andere slapen. 

De broers zagen elkaar soms slechts 2 seconden, bij de wissel. Ze besloten daarom om te communiceren via emoji's, om wat info uit te wisselen over hun gemoedstoestand. "We hebben eigenlijk niet de tijd om een lang gesprek aan te gaan bij het wisselen. Bij communicatie hoort ook het leren omgaan met gevoelens, en daarom hebben we beslist te werken met emoji's. Als we elkaar kruisen in de cabine, weten we bijvoorbeeld meteen dat de andere zich vermoeid of gefrustreerd zou voelen, en dat je hem beter even niet aanspreekt." 

De deelnemers zien wekenlang niks anders dan de zee, zee en nog eens zee. "We gaan wekenlang heel klein zijn en dat kan zorgen voor agorafobie, of vrees voor enorme oppervlaktes", vertelde Bernard daarover. En je moet je natuurlijk telkens opnieuw weer opladen: "Er is geen moment voor rust. Het is belangrijk om jezelf continu te kunnen opladen. Je mag niet stoppen: er is gewoon geen andere optie dan verder te roeien", weet De Gendt. 

Stoppen kan niet: er is geen andere optie dan verder te roeien

7. Op de juiste plaats aankomen

Veel roeien en er fysiek staan is één ding, de juiste route aanhouden is nog een ander. De deelnemers moeten zien dat ze de juiste noorderbreedte aanhouden wanneer ze vanuit het oosten, met een goede oostenwind, afstevenen op het eiland Antigua.

Om goed door het water te blijven glijden, wordt de onderkant van de boot af en toe gepoetst. Degene die in het water duikt, moet altijd beveiligd zijn want de stroming kan verraderlijk zijn. 

Bekijk hier een eerdere reportage uit Het Journaal: "We zien wel af, fysiek en mentaal is het een serieuze beproeving"

Videospeler inladen...

Bekijk hier een interview met de broers na hun aankomst: "We staan hier met twee, maar eigenlijk zouden we hier met veel meer mensen mogen staan"

Videospeler inladen...

Meest gelezen