Vader getuigt op euthanasieproces: ‘Enorm veel spijt dat ik afwezige vader was’

De vader van Tine Nys. © Palix

Na de zussen van Tine Nys kreeg haar vader het woord op het euthanasieproces. Hij omschreef zijn dochter als een temperamentvol iemand die bij momenten helemaal in zichzelf kon keren. Net zoals zijn kinderen heeft hij vele vragen bij de euthanasie van zijn dochter Tine.

Jorn Van Thillo

‘Tine is ons eerste kind, ze was bijzonder welkom’, de vader zijn getuigenis. ‘Als ouder krijg je geen opleiding hoe voed ik mijn kind op? In de eerste levensmaanden ging het allemaal heel vlot. Op tien maanden kon ze bijna al lopen. Er zat een brok energie in. In de latere jaren ging alles vrij vlot. In die zin dat de kleuterjuf soms zei dat Tine soms wat stilletjes was in de klas, maar we moesten ons daar geen zorgen over maken.’

Vurig temperament

Naar de adolescentie toe werd de opvoeding volgens hem moeilijker. ‘Naarmate ze ouder werd, werd ze een beetje opstandig. Dat schreven we toe aan adolescentie. Soms had ze haar eigen zinnetje en ging ze tegen gemaakte afspraken in, zoals bij huiswerk en karweitjes. Het was niet van die aard zoals gesuggereerd werd dat er torenhoge ruzies waren, soms wel. Ze was een vurig temperament, mijn echtgenote des te meer. Daaruit concluderen dat Tine een moeilijke jeugd heeft gehad, vind ik overdreven.’

De vader vertelde dat ze met hun dochter naar speltherapieën gingen en sessies volgden over opvoeding. Hij gaf tegelijk toe dat hij een afwezige vader was. ‘Dat spijt me enorm. Ik had geen 9-to-5-job, soms moest ik in het weekend werken. Maar ze kon op ons rekenen. Ik denk niet dat we vreemden waren van elkaar, ook al waren de contacten niet veelvuldig. Dat hoefde ook niet. Ik wist dat ze her en der bijkluste, ik wist dat ze middenjury had gedaan en hogere studies had aangevat. Ik was daar trots op. Dat deed ze in alle hevigheid. Even hevig kon ze in een diepe krocht kruipen. Op zulke momenten kon je weinig met haar praten. Dat is aartsmoeilijk, soms om wanhopig van te worden.’

‘Streng maar rechtvaardig’

Het motto van zijn vrouw was ‘streng maar rechtvaardig’, vertelt hij. ‘Dat er spanningen waren ontken ik niet. Maar ze konden elkaar ook opvrolijken.’

Hij vermoedt dat zijn dochter – nadat ze alleen was gaan wonen op haar achttiende – is ontspoord door het ‘alleen zijn en dat de symptomen waar wij nog geen weet van hadden haar toch een beetje parten speelden’. ‘Als ze opgenomen werd, stonden wij daar wel klaar om haar op te vangen.’

Van zijn Asperger-diagnose (een vorm van autisme, red.), ergens in 2008-2009, was hij erg geschrokken. ‘Tine had het misschien niet van vreemden. Maar ik heb niet die energiebron zoals zij, en ook niet die destructiedrang.’ Hij vermoedt dat zijn dochter wist van zijn aandoening.

Van zijn vrouw hoorde hij van Tines wens voor euthanasie. ‘Ik was compleet van de wereld toen ik dat hoorde. Ik had nooit kunnen denken dat dit ons had kunnen overkomen. Je hoort wel over euthanasie en zelfmoord. Maar als dat plots in je eigen gezin voorkomt, dan ben je daar echt niet goed van. We probeerden het waarom te begrijpen. Niet van: “ze mag niet”.’

De vader benadrukt dat hij zijn dochter nooit wou laten colloqueren. Dat zou een van de redenen zijn waarom de familie in eerste instantie niets over de beslissing mochten weten. Ook hij vindt het vreemd dat Tine niet werd behandeld voor autisme.

Talent en levensvreugde

‘Ze bulkte van talenten, ze had zo een levensvreugde. Dat ze dan wordt afgedaan als uitbehandeld. Daar kon ik me niet mee verzoenen. (…) De psychiater zei in dat eerste gesprek met ons: ze is meerderjarig, in feite hoeven jullie je niet te moeien, het is haar beslissing. Het blijft wel ons kind!’

Volgens de vader hebben de uitvoerende arts en de psychiater gevraagd om geen klacht in te dienen, ‘want dat valt onder moord’. Bij die uitspraak volgde verontwaardiging op de banken van de verdediging. De vader sprak net zoals zijn kinderen over tegenstrijdige verklaringen bij de dokters. Daarom dat ze heimelijke opnames hebben gemaakt, zegt hij. ‘Als je zegt: ik neem dit gesprek op, dan weet het kleinste kind dat ze iets anders gaan vertellen.’

‘Geen sereen proces’

Het verloop van het proces vindt hij niet sereen. ‘Ik voel me zwaar gehavend, wat wij allemaal hebben moeten horen. Deels waar, grote delen onwaar. Daar heb ik het enorm lastig mee, zeker voor mijn kinderen. Als mijn gezin wordt aangevallen, klim ik op de barricades.’

‘In sneltreinvaart is er een euthanasie goedgekeurd die misschien niet had gehoeven.’, besloot hij. ‘Ik hield van haar, misschien niet expliciet genoeg of te weinig. Dit heeft ze niet verdiend. Ze heeft geen recht op waardig sterven gekregen.’

Als antwoord op enkele vragen verduidelijkte de vader nog dat zijn dochter nooit tien dagen in coma heeft gelegen na een zelfmoordpoging, ook al staat dat in medische dossiers. ‘Na een dag kun je er dan toch geen gesprek mee voeren. Het was een triestig gesprek. Ze was zelf van het resultaat geschrokken.’

Hij bevestigde ook dat hij ‘een seconde’ de naald moest vasthouden bij de euthanasie. ‘Ik heb dat gedaan. Je kan dan zeggen: je hebt meegeholpen. Op dat moment voelde ik mij compleet kapot. Kun je je voorstellen dat een dokter dat vraagt? Dat kan niet.’