Burgerschapswet India - Indiaas Hooggerechtshof buigt zich over omstreden burgerschapswet

door
Belga
Leestijd 2 min.

Het Indiase Hooggerechtshof buigt zich vandaag/woensdag over de omstreden burgerschapswet. De wet, die in december werd goedgekeurd door het parlement, maakt het makkelijker voor niet-moslims uit Pakistan, Afghanistan en Bangladesh om staatsburger van India te worden. Er volgde een protestgolf op de goedkeuring van de wet, die volgens critici discriminerend is tegen moslims. De burgerschapswet maakt het voor bepaalde religieuze minderheden uit buurlanden met een moslimmeerderheid makkelijker om staatsburger van India te worden. De wet geldt onder meer voor hindoes, sikhs, boeddhisten, Jains, Parsi en christenen, maar niet voor moslims. Iemand die tot een van die religieuze minderheden behoort, hoeft nu nog maar zes jaar in India te wonen of te werken in plaats van elf jaar, vooraleer die in aanmerking komt voor het Indiase staatsburgerschap. De regering houdt voet bij stuk dat de wet nodig is om minderheden te helpen die worden vervolgd in landen met een moslimmeerderheid.

Maar dat ziet de oppositie anders. Tegenstanders zeggen dat de wet ingaat tegen de seculiere grondwet, omdat religie een basis wordt om burgerschap toe te kennen. Ongeveer 14 procent van de 1,3 miljard inwoners van India is moslim. Het VN-mensenrechtenbureau omschreef de wet ook als "fundamenteel discriminerend".

De nieuwe burgerschapswet veroorzaakte een storm van protest. Sinds het parlement op 11 december de omstreden wet stemde, kwamen mensen in verschillende steden over heel India op straat om tegen de wet te protesteren. Aan de protesten namen vaak studenten, burgermaatschappijgroepen en oppositiepartijen deel. Regelmatig kwam het tijdens die protesten tot botsingen met de ordediensten, waarbij minstens 27 mensen om het leven kwamen. De politie gebruikte onder meer wapenstokken en traangas en heeft honderden betogers opgepakt.

Verschillende mensenrechtenorganisaties hebben de ordediensten bekritiseerd voor het gebruik van disproportioneel geweld, waaronder Human Rights Watch en het VN-mensenrechtenbureau.

Premier Narendra Modi hield vol dat de wet niet tegen moslims gericht is en beschuldigde de grootste oppositiepartij, de Congrespartij, van het opruien van de betogers. Die zou volgens de premier "leugens hebben verspreid die stellen dat alle moslims naar detentiekampen zullen gebracht worden".

Om verdere protesten te blokkeren, werd in verschillende steden een avondklok ingesteld en het internet afgesloten. In meerdere steden werden verboden op grote bijeenkomsten uitgevaardigd. Toen de protesten aanhielden, werden nog eens honderden betogers opgepakt.

Het Hooggerechtshof zal zich nu moeten buigen over de grondwettigheid van de wet.

bron: Belga