Legerbaas wil militairen in buitenland, niet in Belgische straten

Themabeeld © Photo News

Chef Defensie Marc Compernol roept op om snel een stabiele regering te vormen ‘die defensie de mogelijkheden geeft om zijn taken correct uit te voeren’. En ze mag meteen ook met een oplossing komen voor de vele militairen die defensie levert voor patrouilles in de straten.

Peter De Lobel

In 2019 focuste hij op de 10.000 militairen die Defensie zou moeten aanwerven, in 2018 op de handtekeningen die gezet moesten worden onder de contracten voor vlieg-, voer- en vaartuigen. De bestellingen zijn intussen afgerond en de aanwervingen zitten opnieuw boven de benodigde 2000 per jaar. Wat wordt dan de uitdaging voor Defensie in 2020? ‘Onze output op peil houden in tijden van transitie en schaarste van personeel’, zegt Chef Defensie (CHOD) Marc Compernol in zijn nieuwjaarstoespraak.

Die output, dat slaat op de missies in zowel binnen- als buitenland, en dus ook op de militairen die nog altijd in de straten van Brussel en Antwerpen patrouilleren. Het is nooit een populaire beslissing geweest bij defensie. En het geduld van de eerste militair van het land raakt stilaan op. ‘Er moet een oplossing gevonden worden voor de steun die wij leveren aan de politie. Wij kunnen snel, goed getraind personeel leveren, ja. Maar we zijn nu wel 5 jaar verder. Ik verwacht een structurele oplossing van het beleid. De veiligheid van België begint in het buitenland. Het is daar dat onze roeping ligt.’

Een en ander kan natuurlijk niet zonder de bijbehorende budgetten en een regering met voldoende zetels achter zich daarover beslissingen te nemen. Hij roept daarom op tot de vorming van een federale regering. Lopende zaken doet defensie geen deugd, daar wees generaal Marc Thys, die de transitie van defensie leidt, eerder al op. Maar dat de legerchef zich zo uitspreekt over de politieke impasse is toch uitzonderlijk. Compernol erkent dat de regering zelfs in lopende zaken oren heeft naar zijn noden, maar ‘nu is de tijd gekomen voor de vorming van een stabiele regering met de nodige slagkracht. Een regering die het initiatief neemt om een echt veiligheidsbeleid uit te stippelen en Defensie de middelen geeft om dit correct uit te voeren.’

Toch Belgische militairen naar de Straat van Hormoes

Een vijfde van de wereldolieproductie gaat door de zee-engte. © AFP

België neemt deel aan een beveiligingsmissie van de scheepvaart in de Straat van Hormoes. Schepen kunnen niet worden gestuurd, wel drie militairen.

Het is al een tijd onrustig in de Straat van Hormoes. De zee-engte is buitengewoon belangrijk als toegangspoort naar de olievelden van Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Irak en Iran. Vorig jaar raakte een aantal schepen in moeilijkheden, een internationale coalitie drong zich op. Eerder wees België een Amerikaanse vraag om mee te helpen aan een internationale coalitie die de scheepvaart moet beveiligen af. Een vraag van de Fransen krijgt nu wel een positief antwoord.

Maar België kan geen van haar twee fregatten sturen. De Leopold I voert sinds begin dit jaar een missie uit in de Middellandse Zee, de Louise-Marie ligt voor onderhoud in een droogdok. Daarom stuurt België drie militairen. Vermits ons land een regering in lopende zaken heeft, moet het parlement instemmen met de operatie. Vanochtend bleek in de bevoegde commissie dat minister van Buitenlandse Zaken en Defensie Philippe Goffin (MR) op de noodzakelijk steun kan rekenen.

Concreet gaat het om een verbindingsofficier die de operaties mee zal opvolgen en twee onderofficieren die meevaren op een Nederlands fregat in het kader van de Belgisch-Nederlandse samenwerking. Onze noorderburen besloten al eerder om een schip naar het gebied te sturen. Volgens Theo Francken (N-VA) kon België niet anders dan deel te nemen aan deze operatie gezien het belang van de Antwerpse haven op petrochemisch gebied.