Advocaat burgerlijke partij zat zelf in euthanasiecommissie

Fernand Keuleneer, de advocaat van de zus van Tine Nys, zetelde als plaatsvervangend lid in de euthanasiecommissie die het dossier behandelde. © Photo News

Fernand Keuleneer, de advocaat van de zussen en broer van Tine Nys, zat zelf in de euthanasiecommissie die het dossier van de artsen goedkeurde.

Veerle Beel, Jorn Van Thillo

Opschudding gisteravond laat in het assisenproces over de euthanasie van Tine Nys in Gent, waar drie artsen worden aangeklaagd voor inbreuken op de euthanasiewet. Professor Wim Distelmans, levenseinde-expert en voorzitter van de federale evaluatiecommissie euthanasie, was daar opgeroepen als getuige. Op vraag van Jef Vermassen, advocaat van de beklaagde psychiater, wie er in de evaluatiecommissie zat toen het dossier van Tine unaniem werd goedgekeurd, zei hij: ‘Fernand Keuleneer.’

Dat is de advocaat van de zussen en broer van Tine Nys, die zich burgerlijke partij hebben gesteld tegen de artsen. Zij confrater Joris Van Cauter stelde daarvoor net veel kritische vragen bij de werking van die commissie.

‘Ik val hier achterover van’, zei Vermassen. ‘Jij wist dus wat er gezegd is op die vergadering. Jij zou in de getuigenstoel moeten zitten’.Keuleneer zelf vond het een ‘storm in een glas water’. ‘Ik was plaatsvervangend lid en had dus geen stemrecht. Mijn aanwezigheid blijkt uit het strafdossier en publieke bronnen’, zei hij. ‘Ik kende toen niemand van de familie en was niet bij het dossier betrokken. Ik werd pas in 2016 geconsulteerd over dit dossier.’

Naar de stafhouder

De voorzitter sloot de discussie af. Christine Mussche, een van de advocaten van de arts die de euthanasie bij Tine uitvoerde, zei: ‘We stappen morgen naar de stafhouder.’ Die controleert de deontologie van advocaten in zijn regio.

Distelmans zorgde eerder al voor nog een verrassing, toen hij op vraag van Vermassen beaamde dat de euthanasiewet enkel de uitvoerende arts voorwaarden oplegt. Klopt het, vroeg Vermassen, dat de twee andere artsen dus geen inbreuken kunnen plegen, en ook niet vervolgd kunnen worden? ‘Dat is ook mijn mening’, zei Distelmans.

De burgerlijke partijen hadden hem toen al het vuur aan de schenen gelegd, onder meer door het meldingsformulier over de euthanasie van Tine bij de commissie te tonen. Dat is unaniem goedgekeurd door de commissie. ‘Het moet zijn dat er ons niets is opgevallen’, zei hij. ‘En dat kan ook moeilijk, want wij lezen alleen het geanonimiseerde deel 2 van dat formulier.’

Toen de burgerlijke partijen dat anonieme deel lieten zien, bleek toch dat wat daar op stond, behoorlijk herkenbaar was: de naam Tine werd drie keer vermeld, en ook haar situatie werd erg gedetailleerd beschreven. ‘En toch zegt u nu dat dit voor u geen belletje deed rinkelen, terwijl u twee dagen voordien nog een verzoeningspoging tussen artsen en familie had geleid?’, vroeg advocaat Joris Van Cauter. ‘Ook is Sophie u in Wemmel komen opzoeken om het hele verhaal te doen, over hoe klungelig de euthanasie is uitgevoerd, en hebt u herhaaldelijk met haar gemaild. Dat weet u toch nog, hoop ik?’

Distelmans knikte. ‘Tuurlijk,, tuurlijk. Maar volgens ons was het dossier van Tine in orde. Het meldingsformulier bevatte volgens ons geen onvolkomenheden of fouten.’

Distelmans werd voor de euthanasie van Tine opgebeld zowel door de psychiater, die wilde weten of de tekst die haar huisarts op de dag van haar overlijden pas schreef in orde was. ‘Nog een geluk dat u zegt dat u niet precies meer weet wat u toen gezegd heeft’, zei advocaat Walter Van Steenbrugge. Elke dag laat hij de griffie noteren hoe vaak getuigen zeggen dat ze iets vergeten zijn, omdat het te lang geleden is. ‘Ik verberg niet dat wij de onredelijke termijn zullen inroepen. We hebben het hier over feiten van tien jaar geleden!’Van Steenbrugge bereidt ook een prejustitiële vraag voor over de onduidelijkheid van de euthanasiewet. Dat zei hij na een lange discussie over wat het betekent om als arts ‘onafhankelijk’ te zijn in een euthanasiedossier.

Psychologe op euthanasieproces: ‘Tine kon niet met haar diagnose leven’

De vader en de zussen van Tine Nys © Jimmy Kets

Psychologe Karin Van Eetvelt verwees Tine Nys door naar Vonkel, een centrum voor mensen met levenseindevragen. ‘Het was helemaal op’, zei ze op het euthanasieproces in Gent.

De psychologe behandelde Tine Nys sinds 2004 ‘zeer intensief’. 'Het was duidelijk dat het een zeer complexe casus zou worden. Tine was een getekende vrouw die tegelijk veel capaciteiten had. Haar diagnose van borderline was voor haar niet aanvaardbaar, ze kon daar niet mee leven.’

Meerdere keren benadrukte Van Eetvelt dat Tine een normaal leven wou, maar dat lukte niet door haar aandoeningen. Ze haalde de meerdere opnames en zelfmoordpogingen aan. Ook de poging in 2009 was volgens haar zeer ernstig. De relatiebreuk met haar vriend – zoals de zussen gisteren aangaven - was niet de reden, zegt ze. ‘Dat kwam pas later.’

Na de zelfmoordpoging gaf de psychologe het adres van Vonkel door, een huis in Gent dat een luisterend oor biedt aan wie vragen heeft over sterven, dood en rouw. Bij een andere patiënte die naar Vonkel trok, had ze gezien hoe die rustiger was geworden toen ze wist dat ze zelf voor de dood kon kiezen. ‘Uiteindelijk zag ze daarvan af. Met dat verhaal in het achterhoofd kon ik Tine met een gerust geweten doorverwijzen. Hopelijk volgde ze hetzelfde parcours, maar dat is niet gebeurd.’

Volgens de psychologe had Tine zes maanden lang niets met haar suggestie gedaan omdat ze andere dingen aan het hoofd had. ‘Ze was haar sociale woning kwijt omdat ze bij haar vriend was ingetrokken, ze moest een nieuwe woning zoeken, zich recht houden op het werk, ze probeerde haar vriend terug te krijgen. Op 14 december hadden we een moeilijk gesprek. Ze zei dat ze zich wou laten doodvriezen, het was buiten heel koud, en dat ze allerlei middelen zou nemen zodat ze er niets van zou merken. Dan heb ik gezegd: ik heb u het adres van Vonkel gegeven. Het was op voor haar.’

‘Ik zag nog kansen’

Na die tweede doorverwijzing trok Tine naar Vonkel en zette ze de procedure voor euthanasie in gang. De psychologe vertelt dat Tine geen opname meer wou, en bang was dat ze gecolloqueerd zou worden. ‘Daarom durfde ze niet meer op gesprek te komen in het centrum. We hadden alleen nog telefonisch contact.’ Tine had verteld dat ze eerder al gecolloqueerd was. In haar medische dossiers wordt dat niet vermeld.

Toch zag Van Eetvelt nog een uitweg voor Tine. ‘Ik ben opgeleid om altijd kansen te zien bij mensen. Ja, ik zag nog kansen. Tegelijk heb ik Tine naar Vonkel doorverwezen, omdat ik merkte dat de situatie ernstig was. Verschillende keren per jaar zie ik een suïcidedreiging, dit was maal drie. Alles viel weg: haar partner was verdwenen, het werk ging moeilijk, en dan kreeg ze nog de diagnose van autisme. Ze wou normaal zijn, voltijds werken, een vaste relatie, een huis, dat soort dingen.’

Dat Tine aan autisme zou lijden, had ze zelf nooit gedacht. Maar een behandeling zou volgens Van Eetvelt geen verschil gemaakt hebben. ‘Ze zou op dezelfde muur gebotst zijn.’

Op de vraag waarom de familie zo laat ingelicht werd over de keuze voor euthanasie, wou de psychologe geen antwoord geven. Ze riep het beroepsgeheim in.

Mensen met autisme kunnen geholpen worden, zegt neuropsychiater op euthanasieproces

Assisenvoorzitter Martin Minnaert © Jimmy Kets

‘Ik heb veel vrienden die autisme hebben. Het zijn getalenteerde mensen die veel kunnen bijdragen aan de samenleving, omdat ze andere vaardigheden hebben dan wij. Maar door de andere bedrading van hun hersenen hebben ze ook een hoop andere problemen’. Dat zei George Otte, voormalig hoofdgeneesheer van het Guislainziekenhuis, op het assisenproces over de euthanasie van Tine Nys.

Otte ging daarmee in tegen de eerdere visies over autisme, dat bij mensen met een normale intelligentie ook asperger wordt genoemd. Eerder deze ochtend kwam namelijk psychiater Philippe Van Cauwenberghe aan het woord. Hij werd als onafhankelijk psychiater door de beklaagde psychiater gevraagd om de euthanasievraag van Tine mee te beoordelen. Na het eerste gesprek besloot hij dat niet te doen: ‘Ik heb een voorlopig negatief advies gegeven. Ik las in haar dossier dat ze een zeer zware psychiatrische problematiek had, en ook asperger. Op basis van dat laatste kon ik zeker een positief advies geven. Asperger is een zeer zware aandoening. Wij kunnen die mensen niet begrijpen, want zij praten niet zoals wij. Maar ik heb mijn advies uitgesteld: ik wilde er eerst meer over te weten komen. U moet weten: ik heb mijn studies afgerond in 1972.’

Na vragen van de advocaten nuanceerde hij dat: ‘Ik heb dat niet zo gezegd. Wat ik bedoel, is dat zij soms anders praten dan wij. Zij gebruiken een heel andere beeldspraak, zeggen dingen die wij heel raar vinden.’

George Otte, voormalig hoofdgeneesheer van het Guislain-ziekenhuis, waar Tine door haar psychiater naartoe werd gestuurd om haar op autisme te laten testen, ontkende dat niet. Hij zei: ‘We weten nu uit neurologisch onderzoek dat de hersenen van mensen met autisme anders bedraad zijn. Ze hebben meer korte verbindingen, waardoor ze zich veel beter kunnen focussen op één ding. Maar ze hebben ook minder lange verbindingen, waardoor ze andere dingen missen.’

Hij zei ook: ‘Ik heb veel vrienden met autisme. Het zijn mensen met veel talenten, die de samenleving zeker veel kunnen bijbrengen. Vaak is er niet zoveel begrip voor hun manier van communiceren en hun manier van zijn. Je moet ze de dingen duidelijk uitleggen, je moet ze instructies geven: kom nu hier staan. Ze nemen je dat niet kwalijk. Ze willen duidelijkheid. Je vindt ze vaak terug in de wetenschap, als ingenieur of IT’er, maar ook in de wereld van de kunsten. Er zijn bekende mensen met autisme, die grote successen hebben behaald: Einstein, Elon Musk.’

Judotechnieken

Toen de voorzitter aan deze arts vroeg of het klopt dat de wetenschappelijke kennis over autisme de jongste tien enorm geëvolueerd is – een belangrijke vraag, zei hij, want wij moeten oordelen over feiten uit 2010 – betwijfelde Otte dit. ‘Het klopt dat er nu veel meer kennis over is, maar ik denk dat men toen toch al veel wist.’ Hij gaf het voorbeeld van iemand met autisme die tien jaar lang wekelijks bij hem op consult kwam, en hem telkens vroeg om euthanasie te krijgen. ‘Nu is die mens gelukkig. Zo kan het ook. Dat is toch mijn benadering. Je moet ze een beetje tegenspreken. Je moet dat op een slimme manier doen, want ze zijn zelf ook intelligent. Je kunt het met bepaalde judotechnieken vergelijken.’

Medewerkers van het ziekenhuis vertelden ook hoe ze Tine tien uur lang aan testen hebben onderworpen, en dat ze zich haar vooral herinneren als iemand die zeer zwaar leed. Ze vertelden dat de moeder van Tine voor hen een vragenlijst invulde over haar kindertijd, en dat ze boos was om wat haar moeder schreef: ‘Er was sprake van pesterijen en last die door Tine werden veroorzaakt, maar zij vond dat zij daar juist zelf het slachtoffer van was. Dat is iets wat we vaak horen van volwassenen die zich laten testen op autisme: er is dikwijls veel onbegrip geweest, al van in de kindertijd, van kind naar ouder en van ouder naar kind, in de twee richtingen.’

Toen Tine de resultaten van de test kreeg, werden haar ook voorstellen van begeleiding gedaan: begeleiding aan huis bijvoorbeeld of contact met lotgenoten. Dat wilde ze niet. ‘Van behandeling spreken we liever niet, aangezien je autisme niet kunt wegwerken. Het is aangeboren.’

Lange wachttijd

Er werd ook verwezen naar de lange wachttijd voor thuisbegeleiding: ‘Zelfs als ze die had gewild, zou ze de eerste twee, drie jaar geen begeleiding gekregen hebben. Er waren toen 700 wachtenden voor haar. Dat is vandaag niet anders.’

Marc Cambré, de huisarts van Tine tussen 1991 en 2000, verklaarde dat Tine vastbesloten was om euthanasie te vragen. Ze had hem over haar keuze ingelicht, en hij begreep en steunde dat. ‘Ze zag nog twee mogelijkheden: euthanasie of zelf uit het leven stappen. Ze zei: “Het is genoeg geweest, voor mij is dit leven een hel, ik heb alles geprobeerd. Ik wil niet meer opgenomen worden, voor mij is deze hel ten einde.’

De huisarts benadrukte dat euthanasie ook voor artsen moeilijk is. ‘Wij zijn geen beulen, he. Vaak gaat het om mensen die je kent. Bij alle euthanasieën die ik heb meegemaakt, werd er veel gepraat met de patiënt en zeker ook met de familie, om helemaal zeker te zijn. Als het dan gebeurde, waren die mensen altijd dolblij. Je was als het ware de engel des doods voor hen. Tine was ook blij: ze was eindelijk verlost van de hel.’

Dit artikel werd aangepast op 23 januari 2019. In de eerste versie stond dat George Otte hoofdgeneesheer van het Guislainziekenhuis is. Hij is dat niet meer.

Wim Distelmans: ‘Ik begrijp niet waarom psychiater en huisarts zich moeten verantwoorden’

Veel persbelangstelling voor Wim Distelmans.© Frank Bahnmuller

Professor Wim Distelmans begrijpt niet waarom de adviserende artsen terechtstaan op het euthanasieproces in Gent, omdat hun advies niet bindend is. En er was ook een incident met Fernand Keuleneer, de advocaat van de burgerlijke partij.

Distelmans is palliatief arts en is ook de voorzitter van de federale evaluatiecommissie euthanasie, die het dossier van Tine Nys unaniem heeft goedgekeurd.

‘Een paar dagen voor de euthanasie heeft de vader van Tine Nys mij redelijk overstuur gecontacteerd’, getuigde Distelmans. ‘Hij vroeg me of alles volgens de wet zou verlopen.’

Aangezien Distelmans de zaak niet kende, nam hij contact op met de psychiater die nu op de beschuldigdenbank zit. Hij kende haar van de Leif-opleiding, bedoeld om artsen op te leiden rond levenseindeproblematieken. ‘Ze bevestigde dat de zaak naar haar einde toeging en dat er een polemiek was met de familie', getuigt Distelmans. 'Ze had bij Tine aangedrongen om de familie toch te informeren, ook al wilde ze dat niet. Ze zei me dat alle voorwaarden van de wet waren vervuld.’

Enkele maanden later, na de euthanasie, nam de zus van Tine contact op met Distelmans ‘met de vraag of het registratiedocument was toegekomen.’ Hij kon dat niet bevestigen aangezien de commissie die anoniem bekijkt. ‘Nog later begreep ik dat er veel polemiek was rond de uitvoering van de euthanasie van Tine Nys. Ik heb dan voorgesteld om te bemiddelen en beide partijen rond de tafel te brengen.’

Dovemansgesprek

Dat gesprek was volgens hem een soort van dovemansgesprek. ‘Ik kan me de inhoud van het gesprek niet meer goed herinneren. De teneur is dat de artsen, onder wie mezelf, probeerden het ondraaglijk lijden en de ongeneeslijkheid over te brengen naar familie toe, en dat familie gefocust was op wettelijke voorwaarden van euthanasie. We zijn vrij snel uit elkaar gegaan zonder verzoening, of elkaar te begrijpen.’

Een jurylid vroeg of Tine Nys nog palliatief behandeld kon worden. ‘Ik ken de details niet. Maar ASS (autisme, red.) is ongeneeslijk, en ze had al twintig jaar borderline-problematiek. Ik kan aannemen dat er nog palliatieve mogelijkheden waren, maar zij kan zeggen: “ik wil niet meer”.’

Joris Van Cauter, de advocaat van de ouders, las een mail voor die een zus van Tine naar Distelmans had gestuurd op de ochtend van de dag dat de commissie het dossier bekeek. ‘Het is voor ons zeer onduidelijk hoe het eraan toeging met het verzamelen van de nodige handtekeningen’, stond in die mail. ‘We begrepen van Tine dat dat niet eenvoudig was. (…) We vreesden die handtekeningen maandenlang. We hoopten dat haar euthanasieaanvraag niet rond zou geraken, omdat we haar wilden helpen. (…)’

Zowel het openbaar ministerie als de burgerlijke partijen stelden ook dat Distelmans zich had moeten terugtrekken als voorzitter van de euthanasiecommissie omdat hij betrokken partij was. Bovendien waren de documenten op basis waarvan de euthanasiecommissie moest oordelen niet zo anoniem volgens hen. Meester Van Cauter liet daarop het registratiedocument projecteren in de zaal. Daarin werd verschillende keren de naam ‘Tine' en ook de familienaam van de psychiater vermeld. ‘Dat kreeg u te zien na al die contacten. Daarvan zei u dat u op basis daarvan niet wist over welke casus het ging. Bevestigt u dat?’

‘Ik zei “de commissie”, hé’, reageerde Distelmans. ‘Waarschijnlijk hebben we dan een brief geschreven naar de arts om zulke gevallen te vermijden. Met of zonder die brief werd dit goedgekeurd.’ Hij bevestigt dat hij mee heeft beslist. ‘Ik ben maar een van de zestien leden.’

De burgerlijke partijen vielen ook over de conclusie van de huisarts van Tine in het document: ‘Ik sta achter haar beslissing, als arts en vriend van mijn patiënte, maar ik betreur haar beslissing ook.’ Dat vinden ze geen duidelijk advies om een euthanasie uit te voeren. In een telefoongesprek met de psychiater had Distelmans voor de euthanasie bevestigd dat het voldoende was. ‘Als je uit de conclusie kunt opmaken dat de arts impliciet zegt dat de voorwaarden van de wet vervuld zijn, dan neem ik aan dat dat zo is’, zei hij op het proces.

Was huisarts onafhankelijk?

De burgerlijke partijen en de procureur-generaal vroegen zich ook af of de huisarts van Tine wel als onafhankelijk kan beschouwd worden. En of dat geen onregelmatigheid was, want ze was toch jarenlang bij hem in behandeling? ‘Tine Nys was niet in behandeling bij de huisarts voor haar levenseinde’, reageerde Distelmans.

De professor wees voordien al op een aantal onduidelijkheden in de wetgeving. Zo is een ‘onafhankelijke arts’ niet gedefinieerd. Dat de commissie pas achteraf zaken evalueert, vindt hij niet problematisch. ‘Artsen doen aan autocontrole. Een arts gaat op voorhand bekijken aan welke voorwaarden de patiënt voldoet. Bij niet-terminaal lijden moeten nog twee artsen dat beoordelen. Zeggen dat controle pas achteraf komt, is kort door de bocht.’

‘Wat is dan het nut van de commissie? Het is maatschappelijk belangrijk dat er achteraf nog eens wordt bekeken of alle voorwaarden vervuld zijn. Anders zouden we artsen die niet meer alle grondvoorwaarden volgen ook niet meer kunnen wijzen op fouten, zoals foute producten die gebruikt worden. Dankzij die controle kunnen we die artsen informeren.’

Hij wees erop dat de adviezen van de artsen niet bindend zijn. ‘Maar welke arts gaat euthanasie uitvoeren als de grondvoorwaarden niet vervuld zijn? Dat betekent niet dat er geen negatieve adviezen bestaan. Maar dat is dan meer een kwestie van appreciatie over de resterende mogelijkheden van palliatieve zorg. Nogmaals: de patiënt kan die weigeren.’

Jef Vermassen, de advocaat van de psychiater, zei dat in de wet niets staat of de adviserende artsen al dan niet strafbaar zouden zijn als ze de wet niet naleven. Distelmans beaamde: ‘Omdat het advies niet bindend is, begrijp ik niet waarom de twee artsen zich moeten verantwoorden.’

Walter Van Steenbrugge, advocaat van de uitvoerende arts, liet weten dat hij een prejudiciële vraag voorbereidt over de onduidelijkheid van de euthanasiewetgeving.

‘Verschil in visie’

Professor Distelmans bevestigde dat hij een tijdlang met de psychiater van Tine heeft samengewerkt, een samenwerking die ontstond na haar dood. Na een jaar of vijf is er ‘een verschil in visie’ ontstaan. ‘Maar dat had niets met deze zaak te maken.’

‘De psychiater verwees soms ter goeder trouw patiënten naar ons, het UZ Brussel, die euthanasie wensten en ook orgaandonatie wilden doen. De patiënten dachten dat het louter een administratieve aangelegenheid was, maar wij voeren geen euthanasie uit op mensen die we niet kennen. Dan waren ze overstuur dat we opnieuw een traject opstartten. Dat probleem bleef zich herhalen. Uiteindelijk heb ik een formele brief gestuurd om geen patiënten meer door te verwijzen.’

Van Steenbrugge trekt naar stafhouder over rol Keuleneer

Meester Vermassen, advocaat van de beschuldigde psychiater, vroeg Wim Distelmans ook wie in de euthanasiecommissie zat toen het dossier van Tine Nys werd beoordeeld. Daarop bleek dat Fernand Keuleneer, advocaat van de zussen en broer van Tine, aanwezig was. Hij was toen plaatsvervangend lid zonder stemrecht. ‘Mijn aanwezigheid blijkt uit het strafdossier en publieke bronnen’, zei Keuleneer daarover. ‘Ik kende toen niemand van de familie en was niet bij het dossier betrokken. Ik werd pas in 2016 geconsulteerd over dit dossier.’

Vermassen stelde voor om Keuleneer op de getuigenbank te zetten. ‘Jij weet dus wat er gezegd is tijdens die vergadering.’ De voorzitter sloot de discussie af. Walter Van Steenbrugge, advocaat van de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd, kondigde wel aan dat hij donderdag naar de stafhouder wil stappen naar aanleiding van het incident.