Direct naar artikelinhoud
PortretVRT-impasse

Is Luc Van den Brande de kwade genius van de VRT?

VRT-voorzitter Luc Van den Brande.Beeld BELGA

Is Luc Van den Brande (75) de kwade genius in het conflict bij de VRT? Of is de voorzitter van de raad van bestuur de noodzakelijke oude krokodil die het overzicht moet zien te bewaren?

De etterende wonde aan de top van de openbare omroep kwam deze week tot barsten. CEO Paul Lembrechts mocht per direct beschikken, de toekomst van directielid Peter Claes, die de katalysator voor het openlijke conflict was, hangt aan een zijden draadje, en minister van Media Benjamin Dalle (CD&V) moet hemel en aarde verzetten om de verwijten van politieke afrekening van zich af te schudden. 

In al die heisa werd de huidige voorzitter van de raad van bestuur voor nog eens twee jaar in zijn rol bevestigd. Luc Van den Brande, net als Dalle een CD&V’er, moet zorgen voor de continuïteit. “Hij kent het huis door en door, en draagt de openbare omroep een warm hart toe”, klinkt het in de wandelgangen.

Dat Van den Brande hardop zijn ongenoegen over de opgelegde besparingen kenbaar maakte, leverde hem intern krediet op. Tegelijk wordt de Mechelaar evenwel ook verweten de kwade genius te zijn achter het conflict. Hij is de man die Peter Claes de hand boven het hoofd houdt, en die de iets te zachtaardige CEO Lembrechts een pad in de korf zette door het ontslag van Claes te weigeren. De vakbonden spreken over een vertrouwensbreuk tussen het VRT-personeel en de voorzitter. Van den Brande is nu tien jaar voorzitter, en sommigen gewagen dat hij zich gedraagt als de schaduw-CEO. Er was ook geen klik tussen Lembrechts en Van den Brande, die zich wel vaker als een soort einzelgänger opstelt.

‘Uiterst humoristisch mens’

De man heeft een eerder verkrampt, haast houterig voorkomen, al schuilt achter die façade een naar verluidt uiterst humoristisch mens. “Hij kan echt in besloten kring een heuse causerie opzetten, gekruid met humor en eruditie”, zegt een vertrouweling die liever niet met naam wordt genoemd. Een lijfspreuk ontleende Van den Brande aan de Frans-Zwitserse auteur Charles Victor Cherbuliez: ‘Het volstaat niet om bescheiden te zijn, men moet het ook discreet zijn.’ 

Van den Brande houdt van enig pompeus decorum. Hij was het die de Vlaamse Executieve omvormde tot een iets gewichtiger klinkende Vlaamse regering. Daarbij hoorde uiteraard een andere functieomschrijving en dus werd ‘eerste voorzitter’ ingeruild voor het net iets anders klinkende ‘minister-president’. Van den Brande werd op 21 februari 1992 de eerste minister-president van de Vlaamse regering, waarbij hij de haast iconische Gaston Geens opvolgde. Die zal vooral herinnerd worden als de man die Vlaanderen een nieuwe economische identiteit gaf, via de DIRV-campagne (Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen), met als sluitstuk de Flanders Technology-beurs. Het doecentrum Technopolis is daar een verlengstuk van. En ook daar heeft Van den Brande een vinger in de pap. Als voorzitter van de raad van bestuur moest hij overigens ook daar een conflict de kop indrukken toen het personeel de topman Erik Jacquemyn niet meer lustte. Na een audit werd de man opzijgeschoven. Van den Brande liep ook daar een beetje achter de feiten. 

Rubberen haan

Luc Van den Brande wordt binnen de CD&V gerekend tot de ACW-vleugel, maar is tegelijk een van de meest Vlaamsgezinde volksvertegenwoordigers. Zo werd hij in 1993 naar het paleis gesommeerd nadat hij al te zeer zijn ‘confederaal geloof’ had beleden. De relaties met het koningshuis zouden van dan af vertroebeld blijven. Van den Brande durfde ook te provoceren, door als minister-president voor de televisiecamera’s zijn hond een rubberen haan toe te werpen. 

Voor zijn aantreden als Vlaams minister-president zat hij tot 1991 op het federale niveau, eerst in het parlement, daarna in de regering. Na Zwarte Zondag kwam hij, veeleer toevallig, op het Vlaamse niveau terecht. Daar kreeg hij ook zijn bijnaam ‘baas Gansendonck’, naar het personage in de roman van Hendrik Conscience: hij heeft de reputatie een ijdeltuit te zijn. Een zwaargewicht binnen zijn partij is hij nooit echt geweest, al steunt hij op een breed netwerk, hard werken, en degelijkheid. De regeringen Van den Brande – van 1992 tot 1999 – werkten al bij al vlot, al was er tegelijk ook niks groots aan. Van bij het aantreden van zijn eerste Vlaamse regering zette hij resoluut in op cultuur. Maar gezien zijn nationalistisch discours gebruikte hij dat wel als hefboom voor de constructie van Vlaanderen en de Vlaamse identiteit. Hij riep het systeem van de ‘culturele ambassadeurs’ in het leven, kunstenaars en kunstorganisaties die het merk Vlaanderen moesten uitdragen in het belang van de economie en de Vlaamse natievorming. Klinkt bekend? 

Verankering

Van den Brande zette ook hoog in op de verankering van bedrijven. Zo stond hij aan de wieg van het Vlaamse alternatief voor de Belgische monopolist Belgacom. Met het dichte televisienetwerk in Vlaanderen in het achterhoofd vroeg hij aan de Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen (GIMV) om de interactieve mogelijkheden van het kabelnetwerk te onderzoeken. Het zou de basis worden van het economisch succesverhaal van Telenet, dat vandaag de televisiezenders VIER, VIJF, ZES en productiehuis Woestijnvis in zijn bezit heeft – en dus een rechtstreekse concurrent van de VRT.  Daarmee creëerde Van de Brande zijn eigen ‘Frankenstein’. 

De ironie van het hele verhaal is dat de Vlaamse regering van Van den Brande tijdens de legislatuur 1995-1999 de VRT grondig hervormde en depolitiseerde. Bert De Graeve werd aangetrokken als gedelegeerd bestuurder, waarna de openbare omroep opnieuw aan relevantie won. Rond diezelfde Van den Brande hangt nu een zweem van politisering.