Direct naar artikelinhoud
KinderpornoProces Dendermonde

Ook de hulpvaardige buurman kan verzamelaar van kinderporno zijn

Archiefbeeld.Beeld ANP XTRA

Vandaag staan vijf mannen terecht voor wat de grootste Belgische zaak in kinderporno ooit wordt genoemd. De verdachten bestelden, maakten en verspreidden jarenlang misbruikbeelden. Maar hoe komt iemand erbij om zoiets te doen? 

Negen miljoen. Dat huiveringwekkend aantal filmpjes en foto’s met kinderporno vonden rechercheurs bij vijf mannen die vandaag voor de correctionele rechtbank van Dendermonde verschijnen. Het gaat om reeksen die ze tussen 2004 en 2017 met elkaar uitwisselden, maar ook bij anderen in het binnen- en buitenland bestelden. Het clubje creëerde ook zelf nieuw materiaal.

“Je denkt dat je in vijfentwintig jaar alles hebt gezien”, zei Heidi De Pauw, CEO van Child Focus, dat zich burgerlijke partij heeft gesteld in de zaak, eerder deze week. Ook advocaten als Kris Luyckx spraken over “het grootste dossier ooit”.

De zaak is uitzonderlijk dus. Maar dat is kinderporno kijken niet. Er lopen bij de federale politie steeds meer tips binnen over online beeldmateriaal. Vorig jaar werden zo 15.000 meldingen gedaan. Maar daarnaast bestaat er een groot dark number, zegt criminologe Minne De Boeck van Universitair Forensisch Centrum in Antwerpen. “Op basis van de informatie van politiediensten, denken we dat er zeker 30.000 Belgen op zoek zijn naar kindermisbruikbeelden.”

De verdachten in het proces van Dendermonde.Beeld rv

Stel je bij die duizenden kinderpornokijkers geen vieze, gemarginaliseerde mannetjes voor, verstopt op een zolderkamer. Het kunnen ook leuke vrienden, grappige collega’s of hulpvaardige buurmannen zijn. Of zoals in Dendermonde: een leraar, manager of magazijnier. Gewoon, met een gezin.

Bij I.T.E.R., een centrum voor preventie en behandeling van seksueel misbruik, zeggen ze dat er niet zoiets bestaat als dé kinderpornokijker. Ze zien mensen in alle leeftijden, met uiteenlopende jobs en diverse hobby’s. Het vaakst behandelen ze wel kijkers van het mannelijke geslacht. Want niet wil zeggen dat vrouwen nooit zoektermen als ‘child’ of ‘teen’ ingeven op een pornosite. “Maar we komen ze minder vaak tegen”, klinkt het.

Nieuwsgierig

Iemand die naar kinderporno kijkt? Dat moet wel een pedofiel zijn, oordelen mensen nogal snel. Onterecht. “We moeten stoppen om het woord pedofiel als synoniem voor kindermisbruiker te gebruiken”, zegt James Cantor aan de telefoon. De Amerikaanse klinisch psycholoog, verbonden aan de Universiteit van Toronto, doet als een van de weinigen aan hersenonderzoek bij pedofielen.

De realiteit is volgens hem dat mensen die kinderen misbruiken slechts in een minderheid van de gevallen zichzelf van nature seksueel aangetrokken voelen tot minderjarigen. In de meerderheid van de gevallen, naar schatting tweederde van zogenaamd ‘hands-on’-misbruik, zijn die misbruikers dus niet pedofiel. Er spelen dan andere motieven. Kinderen zijn voor deze mensen bijvoorbeeld een makkelijk slachtoffer om agressief tegen te zijn of een surrogaat voor een man of vrouw naar wie ze verlangen maar die er niet is. Er zijn geen duidelijke cijfers voorhanden over hoeveel pedofielen naar kinderporno kijken.

De ervaring van Kris Vanhoeck, coördinator bij I.T.E.R., leert dat ze een minderheid vormen van de kinderpornokijkers die ze begeleiden. Hij ziet best veel mensen die vanuit een nieuwsgierigheid, een drang naar nieuwe prikkels, met dit soort plaatjes of filmpjes in aanraking komen. “Deze mensen voelen zich niet pedofiel en schrikken ook als ze merken dat ze toch opgewonden raken door naakte of halfnaakte kinderen te zien.” Je mag opwinding in deze niet te eng zien. Vanhoeck heeft het over een mengelmoes van gevoelens “die verder reikt dan alleen het seksuele”.

De kick om iets in het verborgene te doen, de schrik om betrapt te worden, om iets te doen dat niet mag, kan mensen ook in zo’n roes brengen, zegt hij.

Naast ‘nieuwsgierigen’ onderscheiden ze bij I.T.E.R. ook “verzamelaars”. Oftewel de mensen die duizenden documenten aan kinderpornografisch materiaal downloaden en vervolgens over allerhande mapjes verdelen. “Het gaat hen niet zozeer om het kijken, maar over het sparen. Dit zijn mensen die evengoed alles bijhouden wat met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft.”

Vanhoeck raakt ook een gevoelige snaar, als hij wél over kinderpornokijkers met pedofiele gevoelens praat. Veel mensen zeggen dat zo’n gevoelens aangeboren zijn, maar dat gelooft de man zelf niet helemaal. Hij denkt dat het maar bij een minderheid van de pedofielen zo is. “Je hebt een groep die in de adolescentie een pedofiele problematiek ontwikkelt, maar er is ook een die gaandeweg en pas op latere leeftijd zulke gevoelens krijgen, net door blootstelling aan zo’n beelden.” Wat niet wil zeggen dat ze die laatste groep dan plots van de ene dag op de andere exclusief op minderjarigen valt. “Maar het komt erbij.”

In tegenstelling tot Vanhoeck is Cantor wel overtuigd dat ‘een leeftijdsgebonden geaardheid’ start in de hersenen en dus louter een biologische oorsprong heeft. Cantor: “Het is niet dat ik geen andere theorieën wil geloven, maar wel dat goed onderbouwd wetenschappelijk onderzoek voor dit soort uitspraken ontbreekt.”

Verslavend

‘Niemand gaat dit ontdekken.’ ‘Ik kijk alleen naar lachende meisjes.’ ‘Deze beelden circuleren toch al lang.’

Kinderpornokijkers weten heel goed dat ze iets doen wat niet hoort, wat strafbaar is. Maar het zijn dit soort gedachten waarmee ze dat gedrag sussen. Zo kunnen ze de ochtend nadien gewoon in de spiegel kijken en denken ‘ik ben geen slecht mens’, vertelt Jules Mulder.

De Nederlander, die meer dan dertig jaar in de forensische psychiatrie werkte, schreef recent Pedofielen en misbruikplegers: voorkeur, gedrag en preventie van seksueel geweld. In dat boek wijdt hij een heel hoofdstuk aan kinderporno. Hij beschrijft onder meer welke verslavende mechanismen erachter zitten.

“Porno an sich is erop gericht om mensen nieuwsgierig te maken en te laten doorklikken. Bij kinderporno is dat net zo.” Maar er spelen ook wat hij noemt lichamelijke en psychologische processen. Een zo’n proces noemt hij ‘cognitief deconstructionisme’. Dat komt erop neer dat mensen die seksueel opgewonden raken, primitiever beginnen denken. Ze worden minder kritisch, impulsiever ook. Daardoor zijn ze geneigd om wat sneller een risico te nemen of een voornemen te laten varen. 

Ook wijst Mulder erop dat porno snel went en sommigen daardoor steeds op zoek gaan naar nieuwe prikkels. Zo schuiven ze steeds meer op. Bijvoorbeeld: in de leeftijdscategorie die ze opwindend vinden. Denk aan een man die voor het eerst kijkt naar een plaatje met een puberend meisje. Vele maanden en filmpjes later kan zo’n plaatje evengoed niets meer doen. En dan begint een zoektocht naar hele jonge kinderen. “Terwijl zo iemand altijd zei daarvan te walgen.”

Herkenbaar, vindt Cantor. Vanuit de wetenschap is er nog geen bewijs dat de leeftijd waartoe sommige mensen aangetrokken worden, doorheen de tijd opschuift. “De hypothese die ik heb, is dat deze mensen na verloop van tijd vooral hun seksuele identiteit beter leren kennen. Vergelijk het met een puber. Die kan door heel veel zaken en personen opgewonden raken. Maar het is pas met ouder worden, dat echt duidelijk wordt door wat voor mensen zo iemand aangetrokken wordt.” Volgens hem is dat ook zo voor iemand die pas na enige tijd op hele jonge kinderen blijkt te vallen. “Het neemt tijd in beslag, voor je zoiets ontdekt. Te meer ook omdat een pedofiel vaak heel goed beseft dat zoiets niet kan. Misschien onderdrukt hij dat verlangen wel.”

Kijker wordt maker

De vijf mannen die vandaag in Dendermonde terechtstaan, deden meer dan alleen kinderporno bekijken en uitwisselen. Volgens de speurders maakten ze ook zelf materiaal. Een van de verdachten zou zijn eigen zoon aan een ander lid van de ‘kinderpornoclub’ hebben toevertrouwd zodat die honderden foto’s kon maken.

Zijn zulke scenario’s dan wel uitzonderlijk? Of zijn ze net onvermijdelijk, voor iemand die aan kinderporno verslingerd raakt? Met andere woorden: wordt een kijker na verloop van tijd sowieso een maker? En vanaf welk punt dan wordt ‘hands-off’ kindermisbruik ‘hands-on’?

“Net zoals het kijken naar agressieve televisieprogramma’s en het spelen van agressieve videogames op zichzelf geen opstapje is tot agressief gedrag naar anderen, is ook het kijken naar kinderporno dat niet naar seksueel misbruik”, schrijft Mulder in zijn boek. Andere experts beamen. Vanuit de wetenschap is er in elk geval geen enkel bewijs dat hands-off-kindermisbruik per definitie leidt tot hands-on-misbruik.

Als mensen zelf kinderporno gaan maken, dan spelen uiteenlopende motieven. Je hebt er die vanuit een gewetenloos winstbejag kindermisbruikbeelden aanmaken, maar evengoed die vanuit een seksueel sadisme handelen. Ook wordt opgemerkt dat er een groep mensen zelf beelden of filmpjes maakt om hun eigen verslaving in stand te houden. Op veel fora waar je kinderpornografisch materiaal kan verkrijgen, geldt immers de regel: voor wat, hoort wat. Nieuwe leden krijgt enkel beelden als ze zelf ook wat nieuws aanleveren.

Dit is een heel gevaarlijke dynamiek, volgens Vanhoeck. Omdat je ziet dat sommigen dan grijpen naar de makkelijkste oplossingen. Ze gaan bijvoorbeeld foto’s maken van kinderen dichtbij, waarover ze autoriteit hebben. “Een zoon of dochter in bad: dat soort zaken vormen het minst risico.”

Het is trouwens niet zo dat deze mensen zich per se ook seksueel aangetrokken voelen tot hun eigen kinderen. Het lijkt volgens de deskundige vooral een manier om aan ander beeldmateriaal te raken.

De leegte vullen

De vijf mannen die terechtstaan in Dendermonde riskeren straks geldboetes en gevangenisstraffen tot tien jaar. Maar ze kunnen ook een verplichte behandeling opgelegd worden.

Zo’n behandeling blijkt sowieso een maandenlang proces. In eerste instantie wordt geprobeerd om hun strafbare gedrag onder controle te brengen. Daarna wordt gekeken naar de plek die die beelden innamen in hun levens en manieren om de leegte die ontstaat, zonder kinderporno, een nieuwe invulling weer in te vullen. “Je moet dat ruimer zien dan nadenken over nieuwe seksuele activiteiten”, zegt Frédéric Declercq, professor forensische psychologie en psychiatrie aan de UGent. “Dit gaat over de richting die ze hun leven willen geven en welke bezigheden daarin passen.”

Kortom, van een kinderpornoverslaving kan je afraken. Maar wie pedofiele gevoelens heeft, raakt daar volgens Declercq nooit meer van af. “Wat niet wil zeggen dat deze mensen niet kunnen leven met deze gevoelens.”

Het begint volgens hem vaak bij duidelijk maken welke schade ze als meerderjarige kunnen toebrengen aan een kind. “Veel pedofielen zijn zich daar namelijk niet bewust van. Ze zijn vaak niet alleen seksueel aangetrokken tot minderjarigen, maar voelen zich ook gewoonweg goed in die kinderwereld. Daardoor denken sommigen oprecht dat ze een connectie hebben met elkaar, dat ze elkaar begrijpen en ook allebei genieten van het seksuele contact. Ik zie ze vaak oprecht schrikken, als ze horen dat dit niet zo is.”

De slachtoffers van ‘de vijf’ in Dendermonde, zijn nog niet volledig in kaart gebracht. De speurders hebben tot nog toe 38 kinderen geïdentificeerd - uit België, maar ook Duitsland, Nederland, Portugal en Amerika. Duizenden zijn nog onbekend.

Wie zich zorgen maakt over zijn gevoelens of gedrag naar minderjarigen kan surfen naar stopitnow.be. Specifiek voor mensen die zich zorgen maken over het bekijken van kinderporno is er de zelfhulpmodule stoppenismogelijk.eu.