Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Mensen staken achter zijn rug een fles in de lucht’: Rosalie Bogaard, partner van Ludo Van Campenhout

Rosalie Bogaard: ‘Mensen gingen soms met hem op de foto en staken achter zijn rug een fles in de lucht. Maar ik heb die schaamte wel altijd een plek kunnen geven.’Beeld Tim Coppens

‘Het is een eenzaam bestaan. Ik moest ons leed in stilte dragen.’ Rosalie Bogaard, de partner van N-VA-politicus Ludo Van Campenhout die voor de vierde keer afkickt van zijn alcoholverslaving, wil in alle openheid kunnen praten over haar ervaringen en onze drankcultuur.

Gisteren nog zei iemand me: ­‘Rosalie, ik vind het zó erg, al die media-aandacht. Het is toch veel beter om het stil te houden en gewoon door te werken?’ Kijk, dat vind ik heel gevaarlijk. We schuiven al onze problemen onder de mat en ­blijven doorgaan tot er zo’n hoge bult ligt dat we over de mat struikelen.”

Rosalie Bogaard (47) heeft haar partner, met wie ze 3,5 jaar samen is, drie weken geleden voor de vierde keer zien vertrekken naar een afkick­kliniek. Ludo Van Campenhout (N-VA), de voormalige Antwerpse schepen van onder meer Sport en Diamant, was pas een kleine maand terug van een opname voor zijn alcoholprobleem, toen hij op oudejaarsdag herviel nadat Bogaard hem een uur of twee alleen had gelaten. Hij had het bericht gekregen dat zijn opvolger zou worden bekendgemaakt; Bogaard vermoedt dat de confrontatie met de werkelijkheid hem teveel werd en alcohol hem een zorgeloze wereld bood.

“In de beginjaren was ik echt kwaad als zoiets gebeurde, nu voelde ik mij machteloos. Het heeft geen zin om ruzie te maken met iemand die beneveld is, dat heb ik wel geleerd. Hij hoort je toch niet, hij begrijpt niet wat je zegt. Je praat tegen een muur.”

Rosalie Bogaard, een Nederlandse die al decennialang in België woont, kende Van Campenhout al jaren via het restaurant dat ze ooit uitbaatte. Ruim drie jaar geleden liepen ze elkaar via het werk weer tegen het lijf – ze heeft nu een bedrijf waarmee ze de Antwerpse diamant promoot – en na een paar maanden woonden ze al samen. Ze heeft een grote behoefte om vrijuit te kunnen praten over die jaren als partner van een alcoholist – of ze nog een koppel vormen, is haar niet zo duidelijk – in de hoop dat iemand er iets aan heeft en omdat ze gelooft dat de schaamte een verslaafde vooral tegenwerkt.

‘Als Ludo dronk, was zijn hoofd vrij van zorgen. Maar ik zag het wel, zelfs op foto’s van jaren geleden. Aan zijn ogen, zijn houding.’Beeld RV

“Wat me zo verbaast, is hoeveel moeite mensen doen om zo’n probleem te blijven verstoppen. Alsof het maar evident is dat ik hierover zwijg. Mensen met een drank-, drugs- of gokverslaving ontmoeten elkaar achter gesloten deuren, in anonieme praatgroepen. Mooi dat dat kan, maar ik geloof in openheid en transparantie.

“Mensen zeggen dat ik op die manier Ludo’s toekomst ontneem, maar de verslaving is het probleem, niet mijn openheid. De vraag is vooral: hoe helpen we iemand om na zijn herstel de draad weer op te pikken? Hoeveel mensen zitten thuis in hun woonkamer, met een uitkering, omdat ze die kans niet krijgen van de maatschappij? Dat zijn ook mensen met talenten, die levenslang veroordeeld worden.”

Mensen staan ook te snel met een oordeel klaar, ervaart ze. Ze stappen haar winkel binnen met folders over alternatieve behandelingen, wegen ongevraagd klinieken af tegen zelfhulpgroepen als AA, of ze vinden het belachelijk dat een verslaving tegenwoordig als een ziekte wordt beschouwd. Uiteindelijk, zeggen ze haar, komt het allemaal neer op wilskracht. Een alcoholist moet gewoon van de drank afblijven, klaar.

“Zo simpel is dat allemaal niet. Ik hoorde vorige week op Radio 1 een vrouw die nu vier jaar nuchter is. Ook haar beste vriendin vertelde over haar ervaringen, en dan denk ik: ja, zo is het precies. De leugens, de excuses. Hoe het altijd de schuld is van anderen, nooit van de verslaafde zelf. Hoe je op den duur denkt dat het aan jou ligt. Of we het nu over Ludo hebben of over een poetsvrouw, het gedrag van een verslaafde toont een enorm vast patroon.”

Wist u vanaf het begin dat hij een probleem had?

Rosalie Bogaard: “Ja, ik had het natuurlijk al gelezen. En ik had snel door dat zijn drinkgedrag anders was. Of het nu een glas water was of wijn, hij dronk het heel snel leeg.”

Maar dat was geen bezwaar om toch een relatie te beginnen?

“Tja, je hobbelt een beetje door. Je kent elkaar pas en denkt dat het met wat doorzettingsvermogen wel opgelost geraakt, of dat de liefde groot genoeg is. Of dat ik zijn zinnen kon verzetten door naar een concert te gaan of zo. Ik dacht dat hij bij mij zou kunnen ontspannen zodat de alcohol wat minder noodzakelijk werd. Of dat naïef was? Ik vind het ambitieus. Je houdt van iemand – Ludo is ook een geweldige man met een gouden hart. Maar je weet niet waaraan je begint.”

Was dat de eerste keer dat u met verslaving in contact kwam?

“Als twintiger werkte ik in een restaurant in Leuven, en mijn baas was een zware alcoholist. Toen dacht ik ook, heel onwetend, ‘Jeetje zatlap, ga je roes uitslapen’. Het was een heel bijzondere man, een wandelende encyclopedie. Zijn relatie was stukgelopen op die verslaving en daar is hij nooit overheen gekomen. Hij verdronk dat verdriet. Ik besefte wel hoe zwaar dat leed op hem woog.”

Volgens het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) vertoont 14 procent van alle volwassenen die alcohol drinken, en dat is ruim acht op de tien, problematisch drinkgedrag. Dat komt neer op een kleine 800.000 Vlamingen – 5 procent meer dan in 2013. Bij mannen vormt ­alcohol zelfs voor een op de vijf een probleem. Minder dan een derde zoekt daarvoor professionele hulp.

‘Als jij heel erg dronken wordt, zeggen je hersenen de volgende dag: bah, nu even niet meer. Een alcoholist heeft dat niet, die blijft maar doorgaan.’Beeld Tim Coppens

Van Campenhout haalde acht jaar geleden voor het eerst het nieuws met zijn verslaving, toen hij ging afkicken in een privékliniek op Aruba. Nadien vertelde hij in de kranten dat hij er had geleerd om met stress om te gaan en dat hij ervan uitging dat hij niet zou hervallen.

Maar het blijkt een hardnekkige strijd: inmiddels is hij aan zijn vierde opname toe.

“Zijn ouders hadden een café en zijn vader was ook verslaafd. Het is aangeleerd gedrag in combinatie met genetische aanleg”, zegt Bogaard. Het doet haar denken aan de depressie waarin ze zelf een paar jaar geleden weggleed. “Ik snapte niet waarom het me overkwam: ik had een prachtig gezin en een goed draaiend restaurant. Toch werd het helemaal zwart in mijn hoofd. Maar ook bij mij is er die genetische aanleg: mijn vader heeft ook depressies gekend.”

Ze denkt dat er in het hoofd van een verslaafde iets ontbreekt. “Als jij heel erg dronken wordt, zeggen je hersenen de volgende dag: bah, nu even niet meer. Een alcoholist heeft dat niet, die blijft maar doorgaan. Het doet me denken aan die film, The Exorcist: het is alsof je door een demon bezeten wordt. De drang is krachtiger dan jezelf en overheerst je hele lichaam. Je verliest jezelf.

“Het gekke is ook: mensen beweren vaak dat ze Ludo nooit zat hebben gezien. Maar dat is de gewenning. Een dokter zei me eens dat als je een normaal gesprek kunt voeren met iemand met een hoog promillegehalte in zijn bloed, dat dat gevaarlijk is. Het is een teken dat je lichaam het aanvaardt. Hij kon het ook goed verstoppen. Hij deed geen abnormale dingen, al was hij na wat drankjes wat losser in de omgang. Ludo is een gevoelsmens, en als hij dronk was zijn hoofd vrij van zorgen. Maar ik zag het wel, zelfs op foto’s van jaren geleden. Aan zijn ogen, zijn houding.”

Hoe kan iemand dan zo lang blijven functioneren?

“Wilskracht, veronderstel ik. Ludo is een machine: hij kon dossiers in een razend snel tempo doornemen, deed in een paar uur waar ik een dag voor nodig heb, zelfs als hij gedronken had. Hij liep zelfs een marathon. Het is te gek voor woorden, ja. Je krijgt er, gek genoeg, bijna bewondering voor. Het is zo absurd, surreëel. Maar op een gegeven moment komt die spanning er thuis toch weer uit. Het is als een ballon die vroeg of laat knapt.”

Lotgenoten vertellen vaak dat ze de signalen lang negeren.

“Dat doe je zeker. Je weet dat er iets aan de hand is, maar je wilt het niet echt zien. Het leven raast ook maar door: de huur moet betaald worden, je hebt allerlei verplichtingen op je werk, dus je hebt het gevoel dat je niet al te veel tijd en energie kunt besteden aan die verslaving. Je denkt: iedereen heeft wel een moeilijk kantje.

“En ook: ik vond zijn werk als politicus belangrijk, dus ik had er geen moeite mee om een ondergeschikte rol aan te nemen. De situatie was niet leuk, maar uiteindelijk ging het om zijn inzet voor de stad. En dat deed hij goed, dus je verdraagt veel.”

U wilde niet moeilijk doen?

“Ja, precies. Maar uiteindelijk ben ik al 3,5 jaar met die verslaving bezig. Dat is slopend, die zorg voor iemand. En het is er altijd.”

Hebt u, achteraf bekeken, dingen anders moeten aanpakken?

“Je bedenkt allerlei oplossingen: je maakt schema’s om af te bouwen, probeert medicijnen en therapeuten, maakt afspraken. Ik had vooral veel sneller grenzen moeten stellen. Maar hoe gaat dat? Je leert elkaar pas kennen, dus je weet ook dat hij weg is als je meteen een grens trekt. Dat is toch anders als je al langer in een relatie zit.”

‘Ludo is een machine. Hij kon dossiers razend snel doornemen, ook als hij gedronken had. Hij liep zelfs een marathon. Het is zo absurd, surreëel.’Beeld Tim Coppens

Zie ik nu spoken, vragen mensen zich ook vaak af als hun partner de feiten minimaliseert.

“Ik begon zo erg aan mezelf te twijfelen: zie ik het nu helemaal verkeerd? Een verslaafde geeft je het idee dat het probleem bij jou ligt, dat je zelf niet goed bij je hoofd bent. En het ergste is dat je dat op den duur begint te geloven. Je zit samen in een soort parallelle waarheid. Je denkt: wij hebben het samen bij het rechte eind.

“Dat hij niet begreep hoe ik de situatie ervoer, vond ik heel erg. De situatie maakte me in het begin zo agressief. Ik heb van boosheid met servies gesmeten. Je gaat door allerlei emoties, van verdriet en kwaadheid tot machteloosheid: alsjeblieft, stop hiermee.

“En de angst, ik heb zoveel angst gehad. Dat was vreselijk. Als hij ergens naartoe ging, moest ik weten waarheen. Als hij naar een receptie ging, was ik ongerust. Altijd ben je bang hoe iemand thuiskomt. Zelfs als hij ’s nachts opstond om naar het toilet te gaan, was ik alert. Je bent constant op je qui-vive, begint de ander op een hele rare manier te controleren. Je wordt argwanend, let op zijn ogen. Dat is heel akelig. Je wilt een relatie die op liefde gebaseerd is. Daar hoort wantrouwen niet bij.”

Het is geen volwaardige relatie?

“Ik heb het altijd moeilijk gevonden als therapeuten zeiden: bij een verslaving is de liefde relatief. In welke mate ben je de redder in plaats van de geliefde? Als je het huishouden draaiende houdt, moeilijke situaties opvangt, je gezicht laat zien op evenementen waar hij niet geraakt, dan is voor een verslaafde liefde eerder afhankelijkheid. Wij hadden allebei iets van: nee, wij houden echt wel van elkaar. Maar nu weet ik dat er een grond van waarheid zit in wat de therapeuten vertelden.

“Het is een eenzaam bestaan, voor beiden. Je bent niet echt samen, je beleeft de dingen niet puur. Hij zat in zijn cocon van alcohol en verdriet, en ik in de mijne: ik kon zo moeilijk met mijn verhaal naar buiten komen. Mensen vinden dat je het leed maar moet ondergaan, want iedereen heeft zogezegd wel wat. Dat is waar, maar ik vind openheid fijner.”

‘Ik kan mijn tienerkinderen alleen meegeven dat ze moeten opletten met alcohol, nu ze gezien hebben waartoe het kan leiden. Mij smaakt het vaak niet meer.’Beeld Tim Coppens

Hebt u zich geschaamd?

“Het is niet leuk als je op straat loopt naast iemand die niet meer recht loopt. Het gebeurde dat mensen met hem op de foto gingen en achter zijn rug een fles in de lucht staken. Maar ik heb die schaamte wel altijd een plek kunnen geven. Ik vind dat mensen die snel oordelen zelf maar eens in de spiegel moeten kijken. Het is juist door die schaamte dat mensen in een vicieuze cirkel blijven hangen.”

Hoe reageert uw omgeving?

“Er zijn vast mensen die vinden dat ik Ludo in de steek heb gelaten of dat ik hem onrecht aandoe door over hem te praten. En er zijn mensen die al lang zeiden dat ik moest vertrekken. Maar je hebt niet altijd de financiële luxe om aan je partner te zeggen ‘en nu doe je het maar alleen’, want je komt zelf ook alleen te staan.

“Ik hou ook echt van Ludo, nog steeds, dus ik had er geen baat bij om weg te gaan. Je bent ook bang wat de mensen gaan zeggen. Als een van de twee een publieke functie bekleedt, is dat een erg slecht signaal. Dat speelt wel, ja. Als Trump en zijn vrouw morgen uit elkaar gaan, is dat wereldnieuws.

“Die vrouw die getuigde op de radio is op een bepaald moment ook losgelaten door haar vriendenkring. Tot hier en niet verder. En pas toen besefte ze: shit, ik sta er alleen voor. Als Ludo iets nodig heeft, sta ik er. Maar ik kan dit probleem niet voor hem oplossen. Hij moet zichzelf genezen, alleen zo kan hij er sterker uit komen.”

U noemt deze fase een rouwproces.

“Een enorm rouwproces. Ik heb een vriendin die net haar man verloren heeft, en we staan een beetje naast elkaar. Mijn man is er natuurlijk nog wel, maar hoe moet het met ons verder? Het is een heel onzekere tijd.”

Is er genoeg hulp voor de naasten van een verslaafde?

“Je kunt naar praatgroepen gaan voor familieleden. Ik heb daar niet zoveel nood aan. Ik heb het 3,5 jaar in mijn huiskamer meegemaakt, ik hoef dat niet allemaal opnieuw op te rakelen. Ik heb mijn eigen werk, the show must go on. Daar haal ik nu het meeste kracht uit.”

Neemt u zijn partij iets kwalijk? In november, tijdens zijn vorige opname, verloor uw man zijn schepenambt, wat volgens u ook een trigger was om te hervallen.

“Ludo kon niet meer functioneren, dus ik begrijp die beslissing helemaal. Je kunt dat ook niet meer verantwoorden aan de burger. De N-VA heeft altijd veel begrip getoond en hem de kans gegeven om te herstellen, maar op den duur hadden ze geen keuze meer.”

Het is al jaren geweten dat uw man met een verslaving kampt. Toch bleven mensen hem op recepties alcohol aanbieden.

“Ja, maar zoiets komt van twee kanten. Een alcoholist weet ook mensen op te zoeken die een soort compassie met hem hebben: goh, moet die man met zoveel zorgen blijven rondlopen als we weten dat een glaasje hem wat verlicht?”

U hebt zelf lang in de horeca gewerkt. Daar hebt u allicht ook wel een en ander gezien.

“Samen met mijn ex-man had ik een exclusief restaurant waar CEO’s en andere belangrijke mensen discreet kwamen dineren. Daar werd goed doorgedronken, ja. Als er grote deals gesloten worden, dan wordt er naar een zekere gezelligheid gezocht, een broederschap. Wie drinkt, geeft aan dat hij te vertrouwen is: je wordt losser in het hoofd, geeft wat prijs van jezelf. Wat zwakker dus.”

Niet drinken is een teken van wantrouwen?

“Ludo en ik hebben veel contacten in de Chinese zakenwereld, en daar ging het vaak fout. Als je daar niet drinkt, is dat inderdaad een teken van wantrouwen. Ik geloof wel dat een drankje erg belangrijk kan zijn in een sociale of zakelijke context. Gisteren nog had ik een zakenlunch, en met een glaasje wijn zeg je: we willen het gezellig houden. Dat vind ik wel leuk, maar één glas is dan echt genoeg. Terwijl je als politicus natuurlijk van de ene sociale verplichting naar de andere gaat. De verleiding is er altijd, ook dat speelt mee.”

Bent u anders gaan kijken naar uw drankgebruik?

“Zeker wel. Ik dronk ’s avonds ook graag een glas of twee, soms drie, als beloning na een lange werkdag. Kun je dan spreken van een verslaving? Als er in februari weer een alcoholloze maand wordt georganiseerd, blijkt dat voor veel mensen toch best moeilijk te zijn. Alcohol blijkt ook een grotere impact te hebben op je hersenen dan we denken, zeker bij jonge mensen.”

U hebt twee tieners, praat u daarover met hen?

“Ik wijs mijn kinderen daar wel op. Zelf was ik een jaar of zestien toen ik begon te drinken, en ik herinner me dat ik schrok toen ik doorhad wat mijn dochter op haar veertiende al dronk. Maar we laten dat als ouders vaak toch oogluikend toe. Dus ja, ik maak me daar zorgen om, maar verbieden is dan weer een grote stap. Dan zeggen ze: mama, het is niet omdat jij er nu problemen mee hebt, dat wij niets meer mogen. Ik kan hun alleen maar meegeven dat ze moeten opletten, nu ze gezien hebben waartoe het kan leiden. Mij smaakt het vaak niet meer.”

Moet er volgens u iets gebeuren om de alcoholconsumptie aan banden te leggen?

“Dat hoop ik toch te bereiken met dit interview. Als je kunt genieten van een glaasje ambachtelijke whisky, prima. Maar in de Lidl vind je flessen wijn voor amper 3 euro, dat is toch gevaarlijk? Dat gaat niet over gezelligheid, maar over zuipen. En hoe goedkoper, hoe sneller jongeren het kopen. Sigaretten maken ze toch ook steeds duurder om mensen ervan af te helpen? Ik weet dat dit een moeilijke uitspraak is, en ik zeg niet dat mensen niet meer mogen drinken omdat ik er nu last mee heb. Maar we moeten daar toch durven naar kijken?”

Bent u optimistisch over zijn herstel?

“Ja. Ludo is nog maar 53, dat is jong genoeg om nog een prachtige carrière tegemoet te gaan. Maar het zal niet lukken als hij ‘gewoon doorwerkt’, zoals mensen willen. Hij zal zijn tijd moeten nemen. Zijn trots opzijzetten en eerlijk zijn met zichzelf.”

Ervaart u ergens ook een gevoel van opluchting?

“Ja, ik voel me heel rustig. Ik slaap ook weer, na jarenlang wakker liggen. Ik had zoveel zorgen. Niet alleen omtrent zijn drankprobleem; ik lag ’s nachts ook te denken aan allerlei werkprojecten, want je wilt naast al dat negatieve ook iets positiefs in je leven.”