Direct naar artikelinhoud
Interview

De nieuwe wending van Dalilla Hermans: ‘Deze kans kon ik niet laten liggen’

Dalilla Hermans: 'Ik heb nog nooit zoveel touwtjes in handen gehad en dat is heerlijk. Ik heb heel mijn ploeg kunnen samenstellen.'Beeld Damon De Backer

Voor Dalilla Hermans (33) is de cirkel rond. In een nieuw boek legt ze uit waarom ze stopt met lezingen over racisme en haar energie liever steekt in nieuwe dingen, zoals haar theaterstuk her(e). ‘Ik wilde een crash voorkomen.’

Het is een ijskoude en mistige ochtend maar dat lijkt Dalilla Hermans (33) niet te deren. De immer energieke columniste en schrijfster straalt als ze de deur openzwaait van de koffiebar waar we hebben afgesproken. Nog voor ze goed en wel zit, praat ze al honderduit over de theatervoorstelling die ze aan het maken is bij NTGent. “Ik ben heel zenuwachtig maar her(e) is ongetwijfeld het allerleukste wat ik ooit gedaan heb.”

De publieke carrière van Hermans kreeg vijf jaar geleden een vliegende start toen ze in een open brief het racisme aan de kaak stelde waarmee ze voortdurend te maken kreeg. De tekst ging in geen tijd viraal. Wat volgde was een ware rollercoaster. Hermans werd als auteur opgepikt door het online zine Charlie Magazine; ze hield het negen afleveringen lang uit in De slimste mens ter wereld, publiceerde meerdere boeken en vestigde haar naam als veelgevraagde opiniemaker.

BIO • geboren in Rwanda, in 1986 • geadopteerd door Vlaamse ouders toen ze 2 was • opiniemaker, columnist en schrijver • auteur van Brief aan Cooper en de wereld (2017), Brown Girl Magic (2018) en Black-out (2019) • getrouwd, moeder van 3 • brengt volgende maand een nieuw boek uit, en debuteert als theatermaker

Afgelopen herfst haalde ze bovendien de headlines toen ze via Instagram liet weten niet langer met de VRT te willen samenwerken. “Ik snap nog steeds niet waarom daar zo hevig op gereageerd werd”, zegt ze hoofdschuddend. “Ik vind het eerlijk gezegd jammer dat die commotie vrijwel alles heeft overschaduwd wat ik in 2019 gedaan heb.”

Voor ze over haar aanvaring met de VRT vertelt, wil ze dan ook liever eerst ingaan op haar keuze om de expliciete antiracistische strijd achter zich te laten. Die beslissing bezegelt ze immers met het boek Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme dat half februari verschijnt.

“Dit boek is mijn laatste expliciete statement”, poneert Hermans. “Ik heb overal in het land lezingen over racisme gegeven en honderden keren hetzelfde verhaal verteld. Ik heb dat graag gedaan, maar ik vervulde daarbij vaak ook de functie van de persoon die aan niet-kenners moest gaan uitleggen wat racisme is en wat we eraan moeten doen. Dat werd na verloop van tijd uitputtend. Ik wilde een crash voorkomen. Vanaf nu kies ik voor zelfzorg en ga ik andere dingen doen.”

Wat die dingen dan zijn? Hermans vat het zelf samen onder de noemer ‘verhalen vertellen’. Begin volgende maand bekrachtigt ze dit dus met haar eerste voorstelling.

Je baseert je voor deze productie op de getuigenissen van 32 zwarte vrouwen die je afgelopen herfst uitnodigde voor een weekend in Villa Hellebosch. Onder meer rapster Coely, dj en stand-upcomédienne Soe Nsuki en de Nederlands-Rwandese slam poet Lisette Ma Neza kwamen mee.

“Ken je Oprah Winfrey’s Legends Ball? Het is een uitzending die Oprah maakte op basis van een driedaagse waarop ze 25 prominente Afro-Amerikaanse vrouwen van allerlei leeftijden uitnodigde om hen te eren en ervaringen te delen. Dat ging van muzikale iconen als Diana Ross en Tina Turner tot auteurs als Toni Morrison en Maya Angelou. Prachtig gewoon.

“Ik liep al langer met het idee rond om iets soortgelijks te organiseren met boeiende zwarte vrouwen uit België. Toen NTGent me de kans bood om iets te maken, heb ik dat concept dan ook naar voren geschoven. Ik kreeg meteen carte blanche. Voor mij is het een manier om eindelijk iets te doen over andere zwarte vrouwen dan ikzelf. Ik vind het jammer om zo vaak als dé zwarte vrouw naar voren geschoven te worden terwijl er zoveel ander gekleurd talent rondloopt.”

Een criticus zou kunnen opmerken dat u het ondanks uw nieuwe wending toch nog steeds over kleur en identiteit hebt.

“Ik heb niet gezegd dat ik mijn eigen beleving van de werkelijkheid links wil laten liggen, hè. Ik kan geen verhalen vertellen zonder de thema’s aan te raken die voor mij van belang zijn. Voor iemand als ik is het haast gek om vast te stellen dat er veel boeken en films zijn die volledig voorbijgaan aan thematieken die voor zoveel mensen van belang zijn.

Her(e) is bovendien geen aanklacht of een activistisch pamflet. Het stuk geeft een beeld van wat wij als zwarte vrouwen hebben meegemaakt en hoe we leren om oké te zijn met onszelf.

‘Veel bekende mensen van kleur hebben hetzelfde meegemaakt als ik bij de VRT. Blijkbaar kwam ik er als eerste mee naar buiten.’Beeld Damon De Backer

“Het verschil met wat ik vroeger deed, is voorts dat er sprake is van een perspectiefwissel die cruciaal is voor mij. Ik ben heel lang bezig geweest met het overtuigen van andersdenkenden en met het aan witte mensen uitleggen wat racisme betekent. Dat probeer ik nu af te leren.

Her(e) is in de eerste plaats gemaakt voor en door de 32 vrouwen die naar dat weekend zijn geweest. Ik wil focussen op de mensen die onderdrukt worden. Natuurlijk hoop ik dat de rest van de zaal er ook wat aan heeft, maar het is geschreven met hen als publiek in mijn achterhoofd. En dat beïnvloedde de tekst best wel.”

Je zou je kunnen afvragen of een weekendje weg wel voldoende stof oplevert voor een voorstelling, maar u beschrijft wat er daar gebeurd is als pure magie.

“Ik dacht op voorhand dat we onze vreugde en sisterhood zouden vieren en dat we daarnaast misschien enkele serieuzere onderwerpen zouden aankaarten. Achteraf gezien was dat enorm naïef van me. Ik heb de impact van dat weekend totaal onderschat. Zodra iedereen aankwam, doken ze allemaal meteen de diepte in. We hebben onze diepste trauma’s en meest persoonlijke ervaringen gedeeld.

“Het was een heel diverse groep qua achtergrond, beroep en leeftijd: van maatschappelijk werksters tot BV’s, van geadopteerden zoals ik tot mixed-race people of zwarte mensen die tot de tweede generatie behoren die in België woont. Maar het was voor ons allemaal thuiskomen. Het leek wel alsof we collectief besloten hadden om onze borstkas open te ritsen, ons hart eruit te pakken en het op tafel te smijten. Alle remmingen vielen weg. We hebben tot zes uur ’s ochtends keihard gedanst.” (lacht)

Wat opvalt, is dat jullie het niet zozeer over ervaringen met racisme hebben gehad, maar wel over het gebrek aan representatie, en de eenzaamheid die jullie daardoor in jullie jeugd hebben ervaren.

“Als wij in onze jeugd vrouwen zoals onszelf rondom ons gezien hadden, zouden we andere mensen geweest zijn. Dat stelden zowel de vrouwen van 20 als die van 50 vast tijdens ons weekend. Er is ons nooit geleerd hoe we moeten omgaan met ervaringen die eigen zijn aan het kruispunt van seksisme, racisme en afrofobie. Als ik ergens binnenkom in Vlaanderen, heeft iedereen me altijd gezien en tegelijkertijd zijn we als groep nog heel onzichtbaar in de samenleving. Bijna geen enkele doorsnee-Vlaming kan tien succesvolle zwarte Belgische vrouwen opnoemen. Daarnaast delen we allemaal een zekere generationele zwaarte: het trauma van de migratie van je ouders, het vraagstuk dat een adoptie met zich meebrengt enzovoort.

“We hebben complexen die specifiek gelinkt zijn aan onze etnie en die we dus niet op dezelfde manier met witte mensen kunnen delen. Het was enorm helend om daar voluit over te kunnen praten met lotgenoten en ik heb er in geen tijd een theatertekst uit kunnen puren waar ik helemaal achter sta.”

Hermans vertelt hoe bevrijdend ze het vindt dat ze zich bij NTGent voor het eerst niet moet verantwoorden voor de keuzes die ze maakt voor de voorstelling. “Ik heb nog nooit zoveel touwtjes in handen gehad en dat is heerlijk. Ik heb heel mijn ploeg kunnen samenstellen. Tot nu toe moest ik mezelf vaak op voorhand oppompen als ik bij een redactie of een huis een idee wilde pitchen.”

Hermans’ activistische periode liep dan ook niet altijd over rozen. Zij en haar gezin werden meermaals bedreigd omwille van de standpunten die ze innam.

“Ik was niet verbaasd over het succes van het Vlaams Belang. Ik heb de ruk naar extreemrechts vijf jaar lang dagelijks in mijn mailbox kunnen vaststellen”, merkt ze laconiek op. “Je kunt er de klok op gelijk zetten. Als Doorbraak, ’t Scheldt of Sceptr zich weer eens negatief over me uitlaten, sturen ze de honden op me af. Dan word ik belaagd door internettrollen. Daar zitten telkens mensen bij die zeggen dat ze me weten wonen, dat ze de school van mijn kinderen kennen of dat ze me op de tram gezien hebben. Ik heb daar lang over gepraat met de politie maar eigenlijk is de wet niet echt voorzien op zulke zaken. En als je ermee naar het gerecht stapt, loop je bovendien het risico dat zo’n zaak je leven alleen maar meer gaat beheersen.

Dalilla Hermans baseerde zich voor haar theatervoorstelling her(e) op de getuigenissen van 32 zwarte vrouwen die ze afgelopen najaar een weekend lang had samengebracht.Beeld RV NTGent / Manoe Sunkwa

“Ik heb dus geleerd om persoonlijke maatregelen te nemen. Ik deel geen foto’s van mijn kinderen op sociale media, ik reis op eigen kosten in eerste klas om wat rustiger te zitten en mijn management zorgt ervoor dat ik opgepikt word na elke lezing die ik geef zodat ik niet alleen de straat op moet in het donker. Ik kan niet ontkennen dat zulke aanvallen intimiderend zijn en ik heb een therapeut nodig gehad om me door de moeilijkste periodes te loodsen, maar ik kan met enige trots zeggen dat ik me niet heb laten doen. Ik ben blijven schrijven en blijven buitenkomen. In het jaar na De slimste mens piekten de bedreigingen maar gaf ik ook meer dan honderd lezingen. Ze hebben me niet klein gekregen.”

In uw boek Black-out (2019) beschrijft u een strategie om met die constante dreiging om te gaan. U bent namelijk het gesprek aangegaan met uw trollen.

“Inderdaad. Dan stuurde ik hun een boodschapje: ‘Alles goed met jou? Want je klinkt niet helemaal oké.’ De helft reageerde vanaf dan niet meer en met zo’n 80 procent van de andere helft ontwikkelde zich vaak een vrij goed gesprek. Hun woede bleek vaak ingegeven door dingen die me onterecht in de mond waren gelegd.

“Uiteindelijk boden een heleboel mensen me hun verontschuldigingen aan. Vreemd genoeg waren zij soms makkelijker te overtuigen dan bepaalde progressieven die van zichzelf vinden dat ze goed bezig zijn. Mensen die angstig zijn en zich laten overspoelen door negatieve berichtgeving zijn dankzij een eerlijke, rustige uitleg echt wel voor rede vatbaar. Dat doet me geloven in het feit dat het succes van extreemrechts omkeerbaar is.”

U werd de voorbije periode zowel door rechtse als linkse kringen onder vuur genomen. Vanuit activistische kringen krijgt u geregeld het verwijt dat u te braaf bent. 

“Klopt. Die verwijten van links hebben me een tijdlang geremd en gedeprimeerd. Maar ik kan alleen maar concluderen dat ik trouw moet blijven aan mezelf. Ik ben getrouwd met een witte man, heb superlieve witte ouders en heb veel witte vrienden. Het is onmogelijk voor mij om in makkelijke schema’s te vervallen. Sommige activisten willen niet alleen maatschappelijke verandering, ze willen zich als het ware afscheuren van de samenleving en dat doel heb ik totaal niet. Ik wil juist streven naar een maatschappij waarin we allemaal op gelijke voet kunnen samenleven.

“In dat licht is het haast ironisch dat ik door rechts word weggezet als boze, radicale vrouw. Weet je dat ze me soms letterlijk afschilderen als ‘blankenhaatster’? Terwijl die echte radicale activisten me dus niet moeten. Bovendien ben ik ook nog eens het conflictvermijdende type. (schatert) Ik snap niet wat er radicaal is aan de uitspraak dat racisme een probleem is dat aangepakt moet worden. Het is toch niet verregaand als ik zeg dat mensen moeten nadenken over hoe ze zelf kunnen bijdragen aan de oplossing? Ik vind het van de pot gerukt dat mensen me even extreem vinden als Tom Van Grieken.”

In het debat over Zwarte Piet wilde u genuanceerd blijven.

“Heel wat mensen zijn kwaad op me geweest omdat ze dachten dat ik iedereen een racist noem die van Zwarte Piet houdt of hem ooit speelde. Terwijl ik juist altijd heel bewust gesproken heb in termen van stereotiepe beeldvorming of van een karikatuur. Ik heb nooit die trui gedragen met de slogan ‘Zwarte Piet is racisme’ en toch wordt er gedaan alsof ik de bedenker ben van die zin.

“Het klopt dat ik vind dat die figuur zo snel mogelijk aangepast moet worden naar de roetpiet. Net zoals dat ik ervan overtuigd ben dat je racisme in de hand werkt en versterkt als je stereotiepe beeldvorming in stand houdt. Maar ik probeer de dingen op een begripvolle en zachte manier te veranderen. Alleen wordt die nuance door de ene groep niet gezien en vindt de andere het zwak of soft. Dat levert vaak een moeilijke spreidstand op.”

Uit progressieve hoek komt er ook wel eens kritiek op het hele dekoloniseringsverhaal. Activisten zoals u krijgen te horen dat ze enkel op kleur hameren terwijl er te weinig aandacht is voor klasse en gender.

“Goh, weet je wat ik soms mis in al die discussies? Mildheid. Laten we eens starten vanuit de vaststelling dat we allemaal hetzelfde willen: gelijkheid voor iedereen. Ik ben een feminist en zal de vrouwenstrijd altijd steunen, maar zolang de cijfers leren dat vrouwen van kleur het dubbel zo moeilijk hebben, kun je die twee categorieën niet uit elkaar trekken.

“Ik vind het daarnaast raar om de ander te verwijten ‘teveel met thema X of Y bezig te zijn’. Het is veel productiever om elkaar te versterken. Bij Charlie Magazine hebben we dat altijd zo gedaan. We namen elkaars strijdpunten mee maar bleven tegelijkertijd dicht bij onze eigen identiteit. Zo probeerde ik altijd de lgbtq+-strijd te vermelden in mijn lezingen, net als ouderdom of armoede. Als we ons allemaal inzetten op de manier die bij ons past zonder de ander een verkeerde aanpak te verwijten, zouden we al een heel stuk verder springen.”

'Ik heb eindeloos veel ideeën waarmee ik tot het einde van mijn dagen zoet zou kunnen zijn.'Beeld Damon De Backer

“En dan is nu wellicht het moment aangebroken waarop ik over de VRT moet vertellen?”

Hermans grijnst terwijl ze zegt dat ze daarvoor eerst een extra cappuccino nodig heeft. “Ik vind die hele VRT-bom eigenlijk nog altijd een beetje belachelijk.”

Al beseft ze dat ze er moeilijk omheen kan. De eerste tien google-hits van haar naam verwijzen nog steeds naar de rel die dit najaar ontstond toen ze via een Instagram-filmpje aankondigde dat ze kwaad was op de VRT en niet meer met hen wilde samenwerken. “Plots was dat groot nieuws terwijl ik al veel straffere uitspraken gedeeld heb op mijn sociale media zonder dat daar ooit een haan naar heeft gekraaid.

“Het filmpje waarvan sprake is een van mijn vele garage talks. Ik nam vaak ’s avonds laat filmpjes op voor mijn volgers vanuit mijn garage omdat ik daar rustig zit. Dan praat ik over uiteenlopende onderwerpen zoals de verkiezingen, de driftbui die mijn kind had in de supermarkt of over een asielcentrum. Bovendien had ik maanden eerder al een keer in mijn Stories gezet dat ik niet meer naar de VRT zou gaan. De dag na die bewuste garage-post kreeg ik er telefoon over van een journalist van Het Nieuwsblad. Ik zei hem dat hij echt geen nieuwsfeit beet had en hij repliceerde dat hij het begreep. Twee dagen later stond het op de voorpagina. Mijn telefoon stond roodgloeiend. Ik wist niet wat me overkwam.”

Hermans besloot om haar column in De Standaard te gebruiken om haar beslissing toe te lichten. Ze gaf daarin aan dat er weinig respectvol met haar was omgegaan bij de VRT hoewel ze veel tijd en energie had geïnvesteerd in onder meer hun diversiteitsbeleid.

U duidt als oorzaak uw migratieroots aan, maar ligt het daar wel aan? Ook witte mensen worden soms op het laatste moment afgebeld, omdat er dingen worden omgegooid, of krijgen te horen dat pitches voor programma’s worden afgevoerd.

“Ja, dat zal wel, maar het gaat me om de veelheid aan voorvallen. Ik kan niet ingaan op het specifieke voorval, maar ik kan je wel vertellen dat de laatste druppel een heel expliciete was. Ik heb trouwens een hele lading berichtjes gekregen van bekende mensen van kleur die allemaal hetzelfde hebben meegemaakt. Blijkbaar was ik gewoon de eerste die er openlijk mee naar buiten kwam.

“Ik zeg niet dat het om inherent racisme gaat, maar het ligt wel aan de samenstelling van redacties. Er leeft bij de openbare omroep nog steeds het idee dat je blij mag zijn gevraagd te worden. Maar voor mij persoonlijk is dat niet meer het geval. Een tv-optreden levert me vooral een leger trollen en haat op, ik heb er nauwelijks iets bij te winnen. Sociale media en andere alternatieve platformen hebben me veel verder gebracht. Mijn volgers kijken nauwelijks naar de VRT.”

De VRT bevindt zich momenteel in het oog van de storm. U onderschrijft zelf het democratische belang van een sterke openbare omroep. Staat u nog steeds achter uw uitspraken?

“Ja, en de betrokkenen weten goed waarom. Ik denk niet dat ze me iets kwalijk kunnen nemen. De timing is natuurlijk onhandig, maar in zekere zin was het een voorbode van wat daar vandaag aan de hand is. Ik ben overigens nog heel lief geweest in mijn kritiek. Wat ik wel wil benadrukken, is dat ik het erg vind voor alle goede mensen die er werken. Ik heb er vrienden en ben uiteraard ook vaak wél correct en respectvol behandeld door specifieke individuen. Het is nooit mijn bedoeling geweest om hen mee te sleuren in dit negatieve verhaal. Maar ik vermoed dat ze dat wel beseffen.”

Hermans maakt zich klaar om naar de repetities te vertrekken. “Het is zo’n fijne ploeg om mee te werken”, glundert ze. “Ik krijg er elke keer een energieboost van. Je voelt dat alle betrokkenen echt willen dat het iets goeds wordt. Dat zijn allemaal drukbezette mensen en toch gaan ze tot het uiterste om kwaliteit te leveren. Stel je voor, Coely heeft zelfs samen met de andere zangeressen een extra opnamedag georganiseerd bij haar thuis omdat ze nog niet helemaal blij waren met de eerste versie.”

Of ze nog voorstellingen wil maken? “Zeker. Het is nog even wachten op hoe de voorstelling onthaald zal worden natuurlijk, maar op basis van deze ervaring zeg ik geen nee. Al kan ik mijn verhalen ook kwijt via andere media. Ik heb eindeloos veel ideeën waarmee ik tot het einde van mijn dagen zoet zou kunnen zijn. Ik krijg zo vaak schitterende persoonlijke verhalen toegestuurd van mensen. Ik zou ze allemaal wel willen fictionaliseren.

“En er valt daarnaast nog genoeg materiaal uit mijn eigen leven te puren. Heel wat mensen schrijven prachtig over hun kinderen. In die voetsporen zou ik met mijn drie koters gerust willen treden. En er is natuurlijk mijn adoptiedriehoek nog. Mijn biologische moeder woont in Maastricht. Over die relatie met mijn moeder en mijn biologische moeder en tussen hen onderling wil ik ooit misschien wel iets doen.

“Voorts vind ik het zo mooi dat ik tegelijkertijd ruimte kan maken voor al die talentvolle mensen die ik de afgelopen jaren heb leren kennen. Denk maar aan de ploeg die nu bij NTGent samen met mij aan het werk is. Jozefien Daelemans, de hoofdredacteur van Charlie Magazine, zei me ooit dat ze een podiumpje had getimmerd waarop ze iedereen wil zetten die ze belangrijk vindt. Dat is precies wat ik vanaf nu ook wil doen.”

Her(e) vanaf 4/2 in NTGent.

Het laatste wat ik nog wil zeggen over racisme komt op 14/2 uit bij Borgerhoff & Lamberigts.